In een onverwachte volte-face heeft de beurs van New York besloten drie Chinese telecombedrijven toch niet te schrappen zoals onlangs aangekondigd. Het begin van een rem op de financiële ontkoppeling? Nauwelijks een dag later volgde een nieuwe ommekeer!
In de nadagen van zijn bewind heeft president Trump de koude oorlog tegen China uitgebreid naar de financiële wereld. Bij presidentieel decreet van november werd verboden nog te investeren in Chinese bedrijven die banden met het Chinese leger zouden hebben. Met die vage omschrijving werd in november en december een voortdurend langere lijst van verboden bedrijven aangelegd. Tot nu toe zijn er dat al 35. Deze lijst is niet te verwarren met de al eerdere opgestelde langere lijst van bedrijven waar geen handel mee gedreven mag worden.
Vermits investeren in die bedrijven niet meer mag, hebben de Amerikaanse indexen zoals FTSE Russell, MSCI en S&P een dozijn Chinese bedrijven uit hun indexkorf gegooid. Dat betekent dat beleggingsfondsen die deze indexen als trackers gebruiken de aandelen van deze bedrijven van de hand doen. Op die manier maakt de Amerikaanse regering het, althans in theorie, moeilijker voor deze bedrijven om aan buitenlands kapitaal te geraken.
Toen ook drie grote op de Amerikaanse beurs genoteerde Chinese telecombedrijven op de lijst kwamen, werd het nog spannender. De New York Stock Exchange kondigde aan dat China Telecom, China Mobile en China Unicom vanaf 11 januari van de beurs zouden gegooid worden. De Chinese staat is in alle drie de grootste aandeelhouder maar Amerikaanse fondsen zijn belangrijke passieve aandeelhouders. Geen van de drie bedrijven was al uit de indexen verwijderd.
Maar op 4 januari kwam er een nieuw communiqué van de New Yorkse beurs: na overleg met de bevoegde regelgevers gaat de verwijdering niet door. Vermoed wordt dat het Office of Foreign Assets Control, dat verantwoordelijk is voor de sancties zijn zegen gegeven heeft om de drie verboden bedrijven toch op de beurs te houden.
Goede redenen om op de rem te staan
Het is niet moeilijk dit te interpreteren als een reactie van de Amerikaanse financiële wereld die zich verzet tegen de ontkoppeling. Daarvoor zijn enkele goede redenen.
De Chinese bedrijven kunnen gemakkelijk aan vers kapitaal geraken op de beurzen van Azië: de drie geviseerde telecombedrijven hebben bijvoorbeeld al een notering in Hongkong; ze hebben New York of de Amerikaanse investeerders niet meer nodig.
Anderzijds betekent ontkoppeling dat Amerikaanse investeerders een kans moeten laten liggen om een graantje mee te pikken van de snelle groei van de Chinese bedrijven. De beurs van New York, zelf een bedrijf, haalt minstens een kwart van haar buitenlandse omzet uit Chinese bedrijven. Arbitraire maatregelen tegen buitenlandse bedrijven ondergraven bovendien het vertrouwen van internationale investeerders in de Verenigde Staten als internationaal financieel centrum.
Als laatste argument speelt de vrees dat China wel tegenmaatregelen zou kunnen nemen; wat als China beperkingen zou opleggen aan Amerikaanse bedrijven met militaire banden?
Een andere spoor wijst naar de overgangsfase tussen twee Amerikaanse presidenten. De volgende president Biden zal andere accenten dan Trump leggen in de rivaliteit met China. Daarvan zien we nu misschien al de eerste tekenen.
Positieve reacties
De internationale koers van de Chinese yuan schoot meteen omhoog. Ook de koers van de betrokken bedrijven steeg sterk, zowel in New York als in Hongkong.
Maar Reuters citeert analisten die geen snelle de-escalatie door Biden verwachten.
Li Haidong, professor aan het Institute of International Relations van de China Foreign Affairs University ziet in de gewijzigde beslissing ‘de stem van de rede van sommigen op Wall Street en in de Amerikaanse politiek’., Dit is de voorbode van een meer flexibele benadering van China door president Biden. Maar ook de Chinese experts koesteren niet de illusie dat na 20 januari de rivaliteit tussen beide landen zal stoppen.
Standpunt opnieuw omgekeerd
Nauwelijks een dag na het besluit niet te schrappen heeft de beurs besloten tioch op 11 januari de drie Chinese bedrijven uit te sluiten. Dit zou gebeuren op bevel van minister van financiën Steve Mnuchin.
Tegelijk vaardigde president Trump een decreet uit dat het werken met veelgebruikte Chinese betaalplatformen zoals Alipay en Wechat Pay verbiedt omwille van de nationale veiligheid.
Bronnen: Reuters, Global Times
