De 3 concentraties waarbij vooral woongronden van boeren geconcentreerd worden, zijn een middel om tot een meer rationele opdeling van de ruimtelijke ordening in de landelijke gebieden te komen. Gezinnen beschikken na herhuisvesting quasi over dezelfde diensten als in de steden. Wanneer dan ook de rurale coöperatieven hierin betrokken worden, wordt het helemaal boeiend.
Liuxian is een typisch Chinees dorp dat ligt langs de autoweg die Beijing met Shenyang verbindt. Het dorp is economisch succesvol: 600 van de 1800 bewoners werken in twee lokale bedrijven. De huizen in het dorp liggen echter te versnipperd en slokken te veel ruimte op: de ruimtelijke ordening is een grote wanorde. Planners willen hieraan een einde stellen door de boeren die nu verspreid leven over 30 % van het grondgebied, te herhuisvesten in moderne en hogere gebouwen met de nodige nutsinfrastructuur, maar op een oppervlakte die enkel 10 % bedraagt van het grondgebied. Er komen vier functionele zones: een aquacultuur- en viszone, een fabriekszone en een groene landbouwzone plus de woon-en dienstenzone. Liuxian is een van de vele duizenden projecten die in landelijk China opdoken onder het “Nationaal Programma om een nieuw socialistisch platteland op te bouwen”. Sinds 2007 werd de stedenbouwwet herzien als de wet op “Stedelijke en rurale planning”. Het meest verstrekkend gevolg van de wet is dat elke gemeente nu een richtplan moet opstellen voor de ontwikkeling van de volgende 20 jaar.
In China daalde de rurale bevolking tussen 1996 en 2005 met honderd miljoen, maar tezelfdertijd nam de bouwgrond voor de landelijke bevolking toe voor minder mensen. Eind 2004 bedroeg de totale rurale bouwgrond 166.000 ha. Dit was niet enkel 4,88 maal zo veel als de 34.000 ha stedelijke bouwgrond, maar levert een gemiddelde per persoon op van 214 m2 of 64 m2 boven de door de wet nagestreefde norm. Sommige dorpen zijn bovendien door de migranten die naar de steden vertrokken, verlaten dorpen geworden. Uit wetenschappelijk veldwerk blijkt dat in 118 onderzochte dorpen 14 dorpen een leegstand hadden die groter was dan 20% en 7 dorpen zaten zelfs hoger dan 30%. De provincie Jiangsu was een van de eerste provincies die geconfronteerd was met het probleem van uitdijende lokale nijverheden tegenover een beperkt landbouwland en die daar een ontwikkelingsstrategie op toepaste die nijverheid en landbouw coördineert. Tegen het midden van de jaren 90 was deze strategie ingeschreven in een provinciaal richtplan met specifieke doeleinden: de 289.000 dorpen in de provincie moesten geconsolideerd worden in 20.330 centrumdorpen en 31.000 basisdorpen. Dit plan verminderde het percentage bouwgrond met de helft en daardoor kwam 2000 km2 grond vrij voor productieve doeleinden. Ook buur Shanghai deed bijzondere inspanningen om het veraf gelegen hinterland ruimtelijk te reorganiseren. De metropool ging echter een stap verder dan Jiangsu door de politiek die de boeren aanmoedigde hun landbouwgrond samen te voegen. De nieuwe politiek zou officieel de drie concentraties gaan heten: de concentratie van landelijke bewoners in woonzones; de concentratie van gronden en deze van bedrijven. De grond die uitgespaard werd door de concentratie wordt gebruikt als pasmunt om de uitrusting te betalen van de diensten zoals wegen, water, aardgas, elektriciteit, telecom, afval ophaling, gezondheidszorg, riolen, parken, cultuur, sport, banken en post.
Chengdu
De stad Chengdu geldt als een pilootstad voor dit systeem van de 3 concentraties en van de integratie tussen stad en platteland. Chengdu is net iets kleiner dan Vlaanderen maar telt 14 miljoen inwoners: 9,2 miljoen leven in het verstedelijkt gebied en 4,8 miljoen in de rurale gedeelten. 11 miljoen bewoners zijn geregistreerd. Chengdu is administratief onderverdeeld in 19 eenheden: 9 stadsdistricten, 4 satellietsteden en zes rurale arrondissementen. Alles bijeen telt Chengdu 257 townships en 2745 dorpen. In 2006 bedroeg de gemiddelde bouwoppervlakte per hoofd met 155 m2 zowat het dubbele van wat Chengdu zich als doel gesteld had (70 m2). In 2006 en 2007 konden 16 sites door de verdichting 273.000 ha winnen en daarbij waren 5389 gezinnen betrokken. Na 2007 konden de 288 projecten 12.400.000 ha winnen en hierbij waren 195.000 gezinnen betrokken of ongeveer 650.000 personen. Tussen 2006 en 2011 werden voor hen 84 gecentraliseerde woondistricten gebouwd om de landbouwers op te vangen die hun oude woonst verlieten in ruil voor een nieuwe woning met de moderne diensten. Voornaamste nadeel van de moderniseringsoperatie is wel dat bijvoorbeeld in Wenjiang een derde van de geherhuisveste boeren er nadien langer over deed om hun veld te bereiken. Ook een neerhof is er niet meer bij. Toch deed de helft van de boeren in het dorp Xingfu mee met de concentratiesoperatie. In de twee typische projectgebieden Shengian en Qunan verhuren de geherhuisveste gezinnen hun grond bovendien door aan gespecialiseerde agro-industriële coöperatieven. In Shengian leeft 30 % niet meer van de landbouw, 30% werken tijdens het seizoen voor de coöperatie, 30 % zijn verhuisd naar de stad en de overigen zijn gepensioneerden. In Qunan werken meer dan 200 geherhuisveste boeren nu in een onderneming die landbouwproducten verwerkt en verdienen zo 1000 yuan per maand. Elk geherhuisvest gezin krijgt kosteloos een huis met 2 verdiepingen met een vloeroppervlakte per hoofd van 35 m2. Niet enkel zijn elektriciteit en drinkwater beschikbaar in alle districten, maar in de grote en middelgrote ook aardgas. Naast deze infrastructuur bevatten ze eveneens supermarkten, theehuizen, restaurants, gezondheids- en senioren centra. In 2007 erkende de regering Chengdu en Chongqing als pilootproject voor de integratie van stad en platteland en dit was voor Chengdu niet enkel een aansporing om meer projecten aan te vatten, maar ook om een stap verder te zetten in de kwaliteit. Bedoeling was integratiemechanismen op te zetten tussen stad en platteland. De 6 beoogde integraties te Chengdu houden in: deze van stedelijke en rurale planning, nijverheidsontwikkeling, markten, infrastructuur, openbare diensten en bestuur. In beide lokaliteiten bestaat ook een beurs waar de rechten op de woongrond verhandeld kunnen worden. De ervaring in Chongqing wijst uit dat van de 7600 ha bouwgrond die tegen midden 2013 werd verhandeld, 6800 ha terug landbouwgrond werd. De Renmin Universiteit deed in 2012 een opinieonderzoek onder de bewoners van Chengdu: ze waren voor het overgrote deel tevreden of zeer tevreden met de resultaten van de 3 concentraties en de 6 integraties. Het is moeilijk alle verwezenlijkingen van de integratie in Chengdu kort te willen opsommen. Toch enkele markante realisaties. Na 9 verschillende rondes van administratieve vereenvoudigingen is het aantal plichten tot vergunningen gedaald van 1166 tot 107. De centra voor openbare diensten in stad en platteland werden gelijk geschakeld zodat Chengdu 322 publieke dienstencentra heeft in gemeenten en sub districten en 3124 in dorpen en buurten. Te Chengdu werd tussen 2003 en 2012 1,45 miljard geïnvesteerd in onderwijs: het werd helemaal geherstructureerd met de bouw van 446 basis- en middelbare scholen. Op de vier bestuurlijke niveaus functioneren ook werkgelegenheidsdiensten. Sinds 2005 ging verder een half miljard naar de uitbouw van de gezondheidsdiensten die eveneens in beide gebieden werden gelijk geschakeld. Tegen eind 2010 waren 94 % van de 223 plattelandsziekenhuizen en van de 2396 rurale gezondheidscentra gestandaardiseerd. Bewoners moeten eveneens binnen de 15 minuten fietsen een cultureel centrum vinden. Een stuurgroep beslist over de toe te passen hervormingen. Ook de administratie werd geherstructureerd. Zo bestaat nu maar één waterdienst meer in plaats van twee, zoals vroeger. Dit is eveneens het geval bij het transport. A fortiori is de planning nu geïntegreerd. Het aantal industriezones werd sterk ingeperkt, namelijk van 116 tot 21. Sinds 2007 integreerden ook de rurale gebieden in de planning en 150 rurale planners werden bij aangeworven. Chengdu ziet zich graag als een tuinstad. Er bestaat een apart plan voor de stadsrand met een groene gordel van 500 meter breed. Op het ogenblik van dit schrijven zou er een eenvormige databank moeten zijn met eengemaakte identiteits- en sociale gegevens van de bewoners.
Zhejiang
De provincie Zhejiang lanceerde van haar kant in 2003 het pilootprogramma “1000 modeldorpen, 10.000 vernieuwde dorpen”. Het doel was de openbare diensten en de rurale infrastructuur te moderniseren want deze werd “vuil, chaotisch en achterlijk” bevonden. Volgens de Zhejiang autoriteiten werden gedurende de eerste 5 jaar van het programma 1181 dorpen omgevormd tot alomvattend welstellende modeldorpen terwijl 10.303 een milieu-rehabilitatie ondergingen. Eén op drie dorpen deed mee aan het programma, zij het dat maar 1 op tien het volle herontwikkelingspakket kreeg. Toch was het programma baanbrekend omdat dit het nationaal programma voor een socialistisch platteland met twee jaar vooraf ging. Binnen het jaar na de experimenten in Zhejiang gingen ook Jiangsu en Jiangxi aan de slag; Beijing en Liaoning volgden in 2005. Het ministerie zond een delegatie naar Jiangxi om er het programma te bestuderen. In 2008 volgde de wet die rurale planning inkadert in de ruimtelijke ordening. Elke provincie moet een stedelijk systeemplan ontwerpen met de relaties tussen alle grote en kleine steden, kantonsteden en dorpen. Op het niveau van de kleine steden moet elke jurisdictie zijn stedelijk- en dorpsordening plan ontwerpen met de relaties tussen de administratieve en de natuurlijke dorpen. Voor de eerste keer werden landelijke nederzettingen deel van de ruimtelijke planning. Dat dit leidde tot een nieuwe fase in de ruimtelijke planning illustreren we aan de hand van het Qinglong richtplan.
Qinglong
Qinglong is een administratief dorp van 10 km2 in de provincie Jiangsu meer bepaald op 22 km ten zuidoosten van het centrum van Nanjing. Het vormde altijd deel uit van Chunhua maar in 2000 werd Chunhua een district van Nanjing. Wanneer Qinglongs eerste richtplan werd opgesteld, telde het 1080 gezinnen met een totale bevolking van 3200 personen, verspreid over 14 verschillende natuurlijke dorpen. In 2006 werd Qinglong door het Jiangning districtsbestuur uitgekozen tot een van de vier pilootsites om een nieuw socialistisch platteland uit te bouwen. Het plan voor Qinglong werd goedgekeurd in oktober 2006: het bevat 3 onderdelen: het richtplan, een renovatieplan voor Donglong op korte termijn en een plan op lange termijn. Het eerste plan omvat het gronden- en het economisch plan voor geheel het gebied. Het tweede en derde deel gaan over de herontwikkeling van het grootste natuurlijk dorp Donglong waar ook de administratie en CPC van Qinglong gevestigd zijn. De meest belangrijke bepaling van het richtplan is dat de 14 natuurlijke dorpen deel zullen uitmaken van de 3 bestaande dorpen: Donglong, Xilong en Du Cun. 11 kleinere gehuchten verdwijnen om de bewoners te herhuisvesten in deze drie. Bedoeling was om de totale oppervlakte voor huisvesting te verminderen van 150 ha tot 63 ha, waardoor 87 ha uitgespaard worden voor andere doeleinden. 52 ha werd gebruikt voor een nijverheidszone en 30 ha voor de uitbreiding van de bestaande begraafplaats. In de herziene versie van het Richtplan werd in 2010 de nijverheidszone verdubbeld en de oppervlakte vergroot met de helft. De grote schoonmaak dateert echter uit 2006-07: elk gezin kreeg stromend water, toiletten met waterspoeling, afvoerriolen met waterzuivering; van open mesthopen werd een gesloten composteringssysteem gemaakt; het verbranden van stro werd verboden, beken werden gebaggerd en schoon gemaakt. 17 km cementwegen aangelegd, 11 koestallen en 145 varkenstallen afgebroken en 10.000 bomen en 5000 m2 gras aangeplant. In ruil voor het verbieden van het houden van varkens, kreeg elk gezin een vergoeding van 300 yuan voor vleesaankopen. Na de schoonmaak kwam de bouwfase. Deze omvatte een nieuwe buurtkliniek, een cultureel centrum en een administratief gebouw waar de bewoners voortaan de sociale en andere diensten krijgen waarvoor ze vroeger naar de stad moesten. In het centrum bevindt zich een 1200 m2 grote “culturele” square voor occasionele ontmoetingen en culturele voorstellingen; ook met mededelingenborden en tenslotte met “standbeeld” Qinglong of de groene draak, die de nieuwe vitaliteit incarneert. Rond de square bevindt zich ook een kribbe, een openbaar badhuis, twee winkels, 2 restaurants en een hardware winkel. Na de bouw van het nieuwe centrum begonnen de concentraties met Wei Cun. Indien hun oud huis 100 m2 was, bedroeg de oppervlakte na herhuisvesting ook 100 m2. Diensten als gas, elektriciteit en water worden betoelaagd. De landbouwgrond bleef dezelfde. De bewoners werden bij elke stap en fase geraadpleegd, aldus de vice-partijsecretaris. In tegenstelling tot voordien zijn er geen neerhoven meer noch privé voortuintjes. Het geheel van nieuwe residenties is wel omheind. Het oude Wei Cun kende noch stromend water, gas of breedband internet. De meerderheid van de bevolking stapte mee in het initiatief. Een paar bejaarden die niet meededen, vinden het hilarisch water te moeten betalen om het toilet door te spoelen.
Coöperaties
Nog boeiender wordt de herhuisvesting wanneer deze gestuurd wordt door de dorpscoöperaties. In de landelijke gebieden en in de peri-urbane gedeelten behoort de grond toe aan de lokale gemeenschap, zij het dat niet erg duidelijk is wie dit recht uitoefent: gemeente (township) of dorp. Wanneer een stuk grond onteigend wordt, zijn het de dorpscollectieven die de schadeloosstelling opstrijken. De facto wordt de eigendom van de gronden en van dorpsbedrijven vaak uitgeoefend door dorpscoöperaties waarin elke bewoner een aandeel heeft. Verhuist iemand, verliest hij het aandeel, huwt iemand met een dorpeling krijgt de gehuwde ook een aandeel. Strikt wettelijk gezien kan geen landbouwgrond een andere bestemming krijgen, tenzij het hoger gelegen arrondissement dit goedkeurt. Hier bestaat echter een uitzondering op, namelijk als de rurale grond gebruikt wordt voor lokale ondernemingen. De facto is het echter zo dat in de delta van de Parelrivier de helft van de bedrijfsterreinen op deze collectieve grond gebouwd werd en niet op de stedelijke gronden die duurder zijn. Liever dan onteigend te worden door de stad, sloten de dorpelingen zich aaneen in dorpscoöperatieven met aandeelhouderschap. De wet op de gronden stelt immers dat indien twee derden van de collectiviteit er mee akkoord gaat, deze gronden kunnen doorverhuurd worden. Dit levert de dorpelingen vaak een flinke stuiver op, zo ze al geen renteniers worden. In Shenzhen behoort van de 900 km2 ontwikkelde gronden 390 km2 aan voormalige dorpscoöperatieven en drie vierden van deze gronden zitten in een wettelijke grijze zone. De dorpscoöperatieven leggen ook nutsvoorzieningen aan met de gelden van de coöperatieve. Vaak is het zo dat de plaatselijke secretaris van de CPC ook aan het hoofd staat van de dorpscoöperatie. Niet enkel in de Parelrivierdelta, maar ook in deze van de Jangtse bestaat dit systeem. De provincie Zhejiang had in oktober 2005 502 dorpscoöperaties met aandelen; Jiangsu telde er eind 2009 1130. Het systeem waaide ook al over naar Beijing. In Xiamen is het zo dat indien de verstedelijking de onteigening van een dorp noodzakelijk maakt, dat de stad een deal afsluit met de dorpscoöperatie. Deze overeenkomst omvat niet enkel de schadeloosstelling voor de verhuisde bevolking en een nieuwe wooning, maar ook grond voor de coöperatieve voor lucratieve activiteiten als handel of nijverheid. Het is in regel zo dat elke verhuisde familie gratis een nieuw verblijf krijgt, een ruimte om te verhuren (aan migranten) en een ruimte om te verhuren voor handel. Onnodig te vermelden dat bij de onderhandelingen met de stad de dorps coöperatie het onderste uit de kan wil betreffende schadeloosstelling voor hun collectieve verhuizing.
Beijing
Beijing telt 1700 stadsdorpen met 3,7 miljoen autochtonen en 3,7 miljoen migranten, zowat de helft van het totaal. Sinds 2010 loopt een pilootproject in 50 dorpen om de informele ontwikkeling te rationaliseren binnen de stadsplanning, maar met bescherming van eigendomsrechten op gronden en collectieve activa. De herontwikkeling grijpt plaats binnen het kader van het stedelijk richtplan. Vorig jaar waren de pilootprojecten grotendeels afgewerkt: de oude dorpen werden afgebroken, de bewoners kregen een modern huis. Ook in opleiding werd voorzien. Het programma zegt niets over wat met de migranten zal gebeuren. De herhuisvestingsstandaarden voorzien 50 m2 per persoon voor huisvesting en 50 m2 per persoon voor handels- of nijverheidsruimte. Ook in Beijing hebben de coöperatieven niet onaardige activa. In het district Changping bedragen deze 37 miljard yuan en deze horen toe aan 354.000 aandeelhouders. 278 coöperaties betaalden 1.550 yuan per aandeelhouder uit als dividend. Kortom betreffende de herhuisvesting van rurale bevolking bloeien verschillende modellen met gelijkenissen en verschillen. Toch mag verwacht dat nog verdere juridische verfijning noodzakelijk is over wie de collectieve eigendomsrechten uitoefent en over de voorwaarden van overdracht. De Wereldbank noemt die duidelijkheid zelfs een prioriteit om de verschillen tussen stad en platteland gradueel op te heffen en zo te komen tot meer harmonie tussen beiden.
Selecte bibliografie
David Bray, Conceptualising the “New Village”, Urban Planning Goes Rural, China Perspectives, 2013/3
Hui Wang, Lanlan Wang, Fubing Su, Ran Tao; Rural residential properties in China: Land use patterns, efficiency and prospects for reform, , Habitat International 36 (2012) 201-209
World Bank, Urban China: Toward Efficient, Inclusive and Sustainable Urbanization, 25/03/2014,
Chun Huang, Liangji Deng, Xuesong Gao, Yi Luo, Shirong Zhang, Li Liu;
Rural Housing Land Consolidation and Transformation of Rural Villages under the “Coordinating Urban and Rural Construction Land” Policy: A Case of Chengdu City, China , Low Carbon Economy, 2013, 4, 95-103
Him Chung & Jonathan Unger, The Guangdong Model of Urbanisation: Collective village land and the making of a new middle class, China Perspectives, 2013/3
Li Tian , Jieming Zhu , Clarification of collective land rights and its impact on non-agricultural land use in the Pearl River Delta of China: A case of Shunde, , Cities 35 (2013) 190–199.
Yanjing Zhao & Chris Webster, Land Dispossession and Enrichment in China’s Suburban Villages, Urban Studies , 48(3) 529–551, February 2011
Lanchih Po, Redefining Rural Collectives in China: Land Conversion and the Emergence of Rural Shareholding Co-operatives, Urban Studies 45(8) 1603–1623, July 2008
Anna Ahlers & Gunter Schubert , Effective Policy Implementation in China’s Local State, Modern China, 1–34, 2014
Lynette H. Ong, State-Led Urbanization in China: Skyscrapers, Land Revenue and “Concentrated Villages” The China Quarterly, February 2014, pp 1 – 18