Het nieuws over een nieuw Russisch-Chinees project deed de laatste weken heel wat stof opwaaien in Rusland. Het verhaal sijpelde door in de media net voor premier Putins driedaags bezoek aan China half oktober. Volgens de informatie zou China van Rusland min of meer een concessie krijgen over het hele Russische Verre Oosten en Oost-Siberië, waarbij de Volksrepubliek het recht krijgt om mineralen te ontginnen. Het verdere verwerkingsproces en de productie van afgewerkte producten op basis van de Russische natuurlijke rijkdommen zou in China gebeuren.
Het verhaal lokte heel wat verontwaardiging uit bij het publiek in Rusland, maar uiteindelijk bleek de waarheid toch een stuk genuanceerder. Het samenwerkingsverband voor 2009-2018 tussen de regio’s Oost-Siberië en het Russische Verre Oosten met Noordoost-China, ondertekend door de presidenten Dmitri Medvedev en Hu Jintao, bestaat wel degelijk. Het is een ambitieus programma, maar bij lange na niet zo extreem als voorgesteld in de pers.
Het plan bestaat uit twee delen, met in het eerste deel plannen voor samenwerking in zeven sectoren (grensinfrastructuur, transport, samenwerkingszones, tewerkstelling, toerisme, humanitaire initiatieven en milieubescherming). Enkele voorbeelden: de aanleg van een grensoverschrijdende route tussen Vladivostok en Changchun tegen 2018, wederzijds gebruik van havens, beheer en bescherming van de rivier Amur (Russisch) of Heilongjiang (Chinees).
Pas in het tweede deel gaat het over de ontmijning van mineralen, maar er moet nog heel wat uitgewerkt worden. Rusland wil de ontginning en de productie in de regio tussen 2009 en 2018 alvast gevoelig verhogen, en het gaat hierbij niet enkel om grondstoffen maar ook om afgewerkte producten. Natuurlijk zoekt het hiervoor naar investeerders en mogelijk ook arbeidskrachten, en zo komt China op de proppen. Tijdens Putins bezoek in China werd bijvoorbeeld een overeenkomst getekend voor de gezamenlijke ontwikkeling van een ijzerertsveld in de Joodse Autonome Oblast (bestuurlijke regio).
Er wordt in het samenwerkingsverband echter met geen woord gerept over grondstoffen die naar China zouden getransporteerd worden voor verwerking. Aleksandr Kogan, voorzitter van de commissie voor Budget en Belastingen in de Staatsdoema, benadrukt dat dit ook niet het geval zal zijn, en dat Rusland wil samenwerken met het oog op Chinese technologieën. China, arm aan natuurlijke rijkdommen, toonde zich in oktober wel nog eens fel geïnteresseerd in de Russische mineralen en grondstoffen. “Maar vicepremier Aleksandr Zhukov zei heel duidelijk dat we bereid waren om samen te werken, maar onder één voorwaarde: absoluut alle fabricatie zou op Russisch grondgebied gebeuren. We zijn niet geïnteresseerd in het enkel verkopen van grondstoffen”. Daarop zouden de Chinezen akkoord gegaan zijn om te investeren in projecten, op voorwaarde dat Chinese investeerders in Rusland zouden beschermd worden.
(Bron: Moscow Komsomolskaya Pravda)