Organisaties die naschoolse bijlessen aanbieden mogen geen winstoogmerk meer hebben. Is deze drastische maatregel onderdeel van een brede campagne om in de hele privésector de sociale verantwoordelijkheid af te dwingen of spelen enkel concrete motieven?
De feiten: Dit weekend werd bevestigd dat organisaties die naschoolse bijlessen geven aan lagere en middelbare scholieren geen winstoogmerk meer mogen hebben. Ze mogen ook geen kapitaal meer ophalen op de beurzen. Er worden geen nieuwe vergunningen meer gegeven en bestaande bedrijven moeten zich omvormen tot vzw. Er kan geen buitenlands kapitaal meer aangetrokken worden. Al 120 bedrijven hebben aangekondigd dat ze het nodige zullen doen.
Dit is geen klein bier. Chinese ouders hebben er veel geld voor over om hun kinderen optimaal klaar te stomen tegen het gaokao, het nationaal toegangsexamen op 18 jaar, dat beslist wie naar de beste universiteiten mag gaan. Het is een lucratieve miljardenbusiness geworden met een aantal grote bedrijven die genoteerd worden op de beurs van New York. De Financial Times schat de omzet op 100 miljard dollar per jaar.
Waarnemers beschouwen de maatregel als het doodvonnis voor de sector; als er niets meer te verdienen valt, welk bedrijf is dan nog geïnteresseerd? De omzet van de sector zou volgens Goldman Sachs terugvallen op een kwart. Als onmiddellijke reactie stortten de beurskoersen van de betrokken bedrijven begin deze week in. Marktleiders TAL Education, New Oriental Education en Gaotu Techedu verloren gemiddeld 60% van hun waarde.
Intussen blijkt dat de grootste ondernemingen al een tijdje vergaderden met regeringsambtenaren om de wantoestanden van de sector te bespreken. Dat was niet bekend gemaakt. Wel zijn grote bedrijven halsoverkop gestart met activiteiten die wel nog met winstoogmerk toegelaten zijn, zoals het organiseren van bijlessen in het hoger onderwijs of bijscholing voor volwassenen.
Motieven
Wat zijn de directe motieven voor de maatregel? Het is geweten dat de Chinese schoolgaande jeugd onder ongezonde druk gezet wordt om toch maar te presteren. Extra lessen zijn daar een belangrijke component van. De huidige maatregel maakt deel uit van de strategie van de Chinese regering om te evolueren naar ‘normale’ schooluren en een ‘normale ‘ schoolbelasting en meer gelijke kansen voor elk kind. In maart dit jaar signaleerde president Xi nog dat deze problematiek moest aangepakt worden en in mei werden maatregelen in het vooruitzicht gesteld.
Een bijkomend motief is de financiële last voor de ouders. Uit enquêtes blijkt dat de kosten voor een eersteklas opvoeding van het vandaag enig kind zo hoog zijn dat de doorsnee ouders geen tweede, laat staan een derde kind willen. Omwille van de recent dalende geboortecijfers heeft de regering echter haar politiek gewijzigd en voorziet ze nu steunmaatregelen voor de ouders met meerdere kinderen. Deze maatregel is te zien als onrechtstreekse steun.
Breder patroon
Nogal wat waarnemers leggen een band met andere recente gebeurtenissen. Ze verwijzen naar de recente maatregelen tegen een aantal privé internetgiganten.
Ant Financial, een zusterbedrijf van Alibaba, zag zijn beursgang in New York op het laatste nippertje in het water vallen omdat het als betalingsplatform bankiersfuncties verrichte zonder onderworpen te zijn aan het bevoegde financiële controle-agentschap. Een volledige reorganisatie van de Ant-Alibaba groep is bezig. Alibaba zelf werd overigens beboet: het werd ervan beschuldigd zijn monopoliepositie te misbruiken tegenover de winkeliers die via het portaal online verkopen en moet zijn regels aanpassen.
Dat was maar een begin. Intussen is ook Didi, de Chinese grotere versie van Uber, aangepakt. De beschuldiging hier luidt misbruik van de gegevens van klanten en misbruik van monopoliepositie tegenover de chauffeurs. Verzwarende omstandigheid is dat Didi die wist dat er problemen zaten aan te komen nog snel snel een beursnotering in New York geforceerd heeft, profiterend van de onduidelijkheid of het al dan niet een vergunning voor de buitenlandse beursgang nodig had. In afwachting van een reorganisatieplan kunnen nieuwe klanten de Didi app niet meer downloaden. De Didi aandelen kregen fikse klappen.
In het spoor van Ant en Didi zijn een aantal andere grote internetbedrijven tot de orde geroepen; de klachten, in sommige gevallen al omgezet in boetes, variëren telkens rond dezelfde thema’s: misbruik van monopoliepositie, schenden van de privacy en misbruik van data, oneigenlijk uitoefenen van bankiersfuncties. Onderwijsfilialen van Alibaba en Tencent werden beboet wegens bedrieglijke advertenties. De Cyberspace Administration of China heeft bovendien Alibaba’s Taobao en Tencent’s QQ beboet wegens het verspreiden van ‘obscene beelden’ en ‘misbruik van kinderen onder 16’ op hun platform. Meituan, het platform voor levering van maaltijden aan huis, heeft deze week opdracht gekregen zijn koeriers correct te behandelen; ze hebben als werknemers recht op minimumloon en sociale zekerheid, en de beoordeling van hun werk mag niet langer via automatische algoritmen.
Het Ministry of Industry and Information Technology (MIIT) is deze week begonnen met een campagne van zes maanden om mistoestanden op het internet aan te pakken: het gaat om verstoorde marktwerking, inbreuken op rechten van de gebruiker, onveilige dataverwerking en niet-toegestane internetverbindingen. Ze gaan 22 typische misbruiken aanpakken, waaronder apps waarbij de verbruiker verplicht persoonlijke gegevens moet meedelen, misleidende pop-ups, niet encrypteren van gevoelige informatie tijdens de transmissie, en data aan derden leveren zonder toelating van de gebruiker.
Een nieuw element is de nationale veiligheid, een aspect waarvoor China inspiratie vond bij de Amerikaanse regering: bedrijven die grote hoeveelheden data verzamelen zijn een potentieel risico wanneer die in handen kunnen vallen van rivaliserende naties of kwaadwillige organisaties. In dit verband is onlangs de reglementering voor het aanvragen van een notering op een buitenlandse beurs aangepast: bedrijven die gegevens van meer dan 1 miljoen personen verzamelen, hebben een veiligheidclearing nodig vooraleer ze in het buitenland kapitaal mogen ophalen (de beurs van Hongkong die men wil ondersteunen wordt niet als buitenlands beschouwd)
Inspelen op VS-provocatie tot eigen voordeel?
Over de betekenis van dit breder patroon doen bij buitenlandse experts twee hypothesen de ronde.
Een eerste is dat de Chinese regering wil verhinderen dat grote Chinese privéspelers nog veel kapitaal ophalen op buitenlandse beurzen zoals die van New York, waardoor ze voor de Chinese regering moeilijker controleerbaar worden. Door meer buitenlandse beursnoteringen vergunningplichtig te maken hoopt China dat Chinese bedrijven voortaan kapitaal ophalen via de Chinese beurzen van Hongkong, Shanghai en Shenzhen. Het handelen op deze beurzen is de voorbije jaren vergemakkelijkt voor buitenlanders. Het is nu dus perfect mogelijk via daar buitenlands kapitaal aan te trekken. Sterkere Chinese beurzen verhogen meteen ook het gewicht van de Chinese yuan in het internationale financiële systeem.
De maatregel is tegelijk een antwoord op de maatregelen van de regering Trump, die de Amerikaanse beurzen rechtstreeks en onrechtstreeks opdracht gaf de notering van een reeks Chinese bedrijven te schrappen. Dat proces is nog bezig, want de regering Biden heeft het niet teruggedraaid. Het lijkt erop dat de Chinese regering nu zegt: ‘Gooi ze maar van jullie beurzen, bij ons zijn ze meer dan welkom!’ Een reeks Chinese bedrijven hebben intussen hun eerder aangekondigde lancering op de beurs van New York afgezegd. Staatsbedrijf China telecom verlaat de beurs van New York en maakt zich klaar voor de grootste Chinese beursgang ooit.
Privésector tot sociale verantwoordelijkheid dwingen?
Een tweede interpretatie is fundamenteler. Sinds de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 heeft de Chinese overheid de groei ondersteund van innoverende privébedrijven die de internationale concurrentie aankonden, de zogenaamde ‘nationale kampioenen’. Van reglementering om de sociale verantwoordelijkheid van deze bedrijven te waarborgen en te controleren was nauwelijks sprake. Vandaag zijn een aantal van die Chinese bedrijven, vooral in de digitale sector, uitgegroeid tot spelers die effectief op wereldvlak mee kunnen. Heeft de Chinese regering besloten dat het nu een tijd wordt om de negatieve nevenverschijnselen van deze privéreuzen aan te pakken? In december 2020 verklaarde het politbureau al dat het van plan was ‘de wanordelijke expansie van kapitaal te verhinderen’.
Deng Xiaoping zei destijds ‘We zetten de vensters open om frisse lucht binnen te krijgen. Dat met die frisse lucht ook muggen binnen komen is onvermijdelijk. Die slaan we later wel dood, wanneer ze te lastig worden. Maar nu moeten we frisse lucht hebben’
De aanpak van de commerciële onderwijssector stuurt rillingen door de wereldwijde beurzen. Ook andere Chinese bedrijven dan de geviseerde bedrijven gaan achteruit. Investeerders vragen zich af of nog meer Chinese sectoren in het vizier van de regelgevende of controlerende overheid zullen komen. De Financial Times ziet achter de maatregel een breed plan van de communistische partij om haar macht te versterken.
In de Chinese pers wordt aangeraden niet in paniek te raken. De getroffen bedrijven zijn beperkt in aantal en specifiek. Van een algemene aanval van de overheid op de privésector is geen sprake.
Bronnen: Financial Times, South China Morning Post, Caixin, Xinhua