De Japanse multinational AGC, het grootste glasbedrijf ter wereld, wil zijn fabriek in Roux sluiten. Omwille van de Chinese concurrentie, zeggen ze. Frank Willems heeft daar bedenkingen bij.
AGC Roux wil sluiten. De fabriek, vroeger bekend als Glaverbel Roux, produceert sinds kort vooral glas voor zonnepanelen. Honderdtachtig mensen dreigen hun werk te verliezen. Sinds 2011 is er veel tijdelijke werkloosheid en de fabriek maakt al twee jaar verlies. Het is een symbooldossier: Roux is één van de oudste glasfabrieken in België. Tijdens de arbeidersstrijd van de negentiende eeuw vielen hier doden.
De schuld van de Chinezen en de zwakke Europese Commissie
Het dossier weegt nog om een andere reden zwaar: het is de eerste keer dat een bedrijf, in dit geval de Japanse multinational AGC, openlijk wijst naar China als schuldige voor de sluiting. In het perscommuniqué van het bedrijf staat: ‘In een context van economische recessie heeft de Europese markt van solar glas zwaar geleden onder de grootschalige invoer met dumping uit China. Dat leidde tot een forse daling van de verkoopprijzen, wat de Europese solar industrie deed ineenstorten. Veel Europese producenten zetten hun activiteiten stop of gingen failliet. Bovendien gelooft AGC niet dat de laattijdige antidumpingmaatregelen die de Europese Commissie onlangs nam tegen de import van zonnepanelen uit China, ook maar enig structureel effect zullen hebben op de Europese markt’. Deze beweringen zijn in veel opzichten bedenkelijk.
Twijfelachtige argumenten
De fabriek in Roux produceert figuurglas, glas met een opgedrukt reliëfpatroon. Dat werd vroeger veel gebruikt als beglazing in industriële gebouwen; tegenwoordig wordt het vooral als decoratie gebruikt, bijvoorbeeld voor glazen deuren die toch privacy moeten bieden. Deze markt krimpt en AGC kan ze bedienen vanuit zijn andere fabriek van figuurglas, in Barevka (Tsjechië). Dit en niet de concurrentie in het glas voor zonnepanelen waarop slechts recent werd overgeschakeld is het grootste probleem voor Roux.
En dan de beschuldiging van dumping: hier wordt met doorgestoken kaart gespeeld. Dumping betekent verkopen onder de kostprijs. Bij de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie einde 2001 werden aan China speciale dumpingregels opgelegd. De ontwikkelde landen verklaarden dat China geen markteconomie is en dus dumping niet ‘met de gangbare definitie’ kan aangetoond worden. Daarom volstaat het te zeggen dat de Chinese uitvoerprijs van een product onder de productieprijs van een ander producerend land ligt. Eurocommissaris De Gucht kan China zo van dumping beschuldigen zonder dat echt te moeten bewijzen. Het is een stuitende toestand die pas in 2016 automatisch eindigt. Maar de multinational AGC neemt de onbewezen beschuldiging zonder meer over.
De multinational beweert ook volkomen gratuit dat de antidumpingmaatregelen van de Europese Commissie geen structureel effect zullen hebben op de Europese markt. Dit gaat niet alleen in tegen de beweringen van De Gucht zelf. Het verdoezelt ook de ware situatie op de markt van zonnepanelen. De voorbije jaren hebben alle actoren uit de sector, Europese, Amerikaanse en Chinese zwaar geïnvesteerd in het vooruitzicht van een gigantische boom van de zonne-energie. Wellicht heeft ook AGC daarop gehoopt voor zijn fabriek in Roux. Door de wereldcrisis zijn veel van de ondersteunende maatregelen door de regeringen afgebouwd waardoor we wereldwijd met een overschot aan productiecapaciteit zitten. We zien dat juist de Chinese regering hier haar verantwoordelijkheid neemt. China heeft maatregelen genomen om de minder efficiënte producenten te elimineren en de productiecapaciteit te verminderen. China heeft met de EU een overeenkomst gesloten om de Chinese import van zonnepanelen in de EU te beperken. En China is het enige grote land dat zijn ondersteunende maatregelen voor zonne-energie niet verminderd heeft, maar sterk verhoogd. De Chinese vijf- en tienjarenplannen voor zonne-energie zijn gevoelig opgetrokken zodat het nu ook voor de installatie van nieuwe zonnepanelen wereldwijd nummer één is.
Tenslotte suggereert het bericht ook dat de Chinezen op grote schaal glas uitgevoerd hebben zodat AGC niet meer tegen de concurrentie op kon. Pas wanneer je het bericht een tweede keer aandachtig leest zie je dat dit niet klopt. Er zijn uit China naar Europa zonnepanelen uitgevoerd en niet ‘glas voor zonnepanelen’, en het zijn de fabrikanten van zonnepanelen die daar problemen mee hadden. AGC rechtstreeks niet. Het is niet zozeer de prijs van het Chinese glas dat een probleem vormt, maar de prijs van de geassembleerde Chinese zonnepanelen, waarin het glas maar voor 10% meetelt. Misschien een detail, maar een dat illustreert hoe de informatie subtiel vervormd wordt.
We hebben er het raden naar waarom AGC op deze manier de sluiting probeert te verkopen en waarom ze bovendien natrappen naar de Europese Commissie. Een zondebok zoeken om het personeelsprotest af te leiden? Druk op de Europese Commissie om in een later stadium ook heffingen op Chinees glas in te voeren?
Nog interessant om weten: AGC is wereldwijd het grootste vlakglasbedrijf. Het heeft zelf sinds de jaren 90 verschillende productie- en verwerkingsfabrieken voor glas in China, ondermeer in Dalian, Suzhou, Qingdao en Shenzhen.
Vakbondsreacties
Laat ons ook nog eens kijken naar enkele vakbondsreacties zoals De Tijd die rapporteert. Daarbij noteren we terloops dat de zakenkrant voorzichtig omspringt met het dumpingverhaal van AGC. Zij hebben dumping vervangen door ‘(zwaar gesubsidieerde) concurrentie’.
De Tijd schrijft: “De christelijke vakbond CSC wijst erop dat ook de glasfabriek van Saint-Gobain in Auvelais met sluiting bedreigd is. Daar werken ongeveer 300 mensen. Er is woensdag een vergadering van de ondernemingsraad gepland. Als ook Saint-Gobain sluit, gaan er dus op korte tijd een 500-tal rechtstreekse banen verloren in de glasindustrie, en volgens CSC ook nog eens ruim 1.200 indirecte jobs, ‘door de aanhoudende desindustrialisering van Europa’. Volgens de christelijke vakbond verdwenen in de voorbije tien jaar ongeveer 2.100 banen in de glasindustrie in ons land, en 34.000 in heel Europa”
De vakbonden verbinden de mogelijke sluiting van Roux met de crisis in de hele Europese glassector. De fabriek van Auvelais produceert geen glas voor zonnepanelen, maar basisglas voor de bouw- en automobielnijverheid. Het is maar de vraag waarom in deze sector zoveel banen verdwijnen. De Chinezen of de verminderde activiteit in de Europese bouw- en autonijverheid in combinatie met steeds grotere en meer efficiënte productielijnen? En wat te denken van de sluiting vorig jaar van de Saint-Gobain Sekurit fabriek, ook in Auvelais? Die verwerkte basisglas tot autoruiten. Ook de schuld van de Chinezen?
Nog volgens De Tijd: “Zowel bij CSC als bij de socialistische collega’s van de FGTB klinkt dan ook dat er dringend nood is aan een Europees industrieel beleid. ‘En dat zal een zekere mate van bescherming van de grenzen moeten inhouden’, zegt Briscolini (van de FGTB nvr) . ‘Let wel: de Chinezen mogen hier producten verkopen, we willen hun ontwikkeling niet in de weg staan, ze vormen ook een markt. Maar het moet eerlijk blijven. Zelfs als wij volledig gratis zouden werken, zouden hun producten nog goedkoper zijn, zodanig subsidiëren ze ze.’”.
Ook hier zijn er misverstanden. De zware subsidiëring van de Chinese uitvoerproducten is één van de nooit bewezen of gedocumenteerde mythes die bij ons verspreid worden. Waarom is Chinees glas goedkoop? Omdat alles in China goedkoop is. Een glasfabriek bouwen kost er minder dan bij ons. De machines kosten er minder. De grondstoffen (vooral zand, soda) zijn er goedkoper omdat de zandgroeven en de sodafabrieken goedkoper werken. De stroom is er goedkoper omdat de centrales en de steenkoolmijnen er goedkoper zijn. Gas of olie worden ingevoerd en zijn duur, maar de olieraffinaderij en de pijplijn zijn wel goedkoper. De treinen waarmee de goederen vervoerd worden rijden goedkoper. En de arbeid tenslotte is er ook goedkoop, onder meer omdat een Chinese werknemer met hetzelfde nominaal loon als wij veel meer kan kopen want alles wat hij nodig heeft is er goedkoop. Subsidies bij uitvoer zijn gewoon overbodig. De conclusie ligt voor de hand: wij kunnen alleen concurrentieel dingen produceren die de Chinezen niet kunnen maken, of die ze niet met dezelfde kwaliteit als wij kunnen maken, of waarvan het transport te duur is om ze naar hier te brengen, of waaraan China zelf zoveel nood heeft dat ze niet uitgevoerd worden. De vraag van Briscolini naar “een zekere mate van bescherming van de grenzen” is alleszins correcter en realistischer dan het agressieve discours van AGC. Het is inderdaad goed mogelijk met de Chinezen rond de tafel te gaan zitten en te praten over wat er kan gedaan worden om een probleem van ons op te lossen. De Chinezen weten heel goed dat alleen een win-win situatie duurzaam is.