Socialisme en onderwijs in China

Logan Williams (Opinie)

Onderwijs
Leerlingen in Tieling High School, Liaoning 2018 (bron: wikimediahttps://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/ own work Kychn) disclaimer

Logan Williams* betoogt dat China als technologische grootmacht een realisatie is van de Communistische Partij. Haar socialistische onderwijsbeleid heeft vanaf de jaren 30 al het fundament gelegd waarop Deng en de zijnen met hun hervormingen hebben kunnen voortbouwen.

De socialistische overheid bezit nog steeds de motivatie en vandaag meer dan ooit de mogelijkheden om te zorgen voor onderwijs dat goed is voor het hele volk. Dat kan op zijn beurt het beste van zichzelf teruggeven aan overheid en maatschappij. Een dergelijke relatie tot wederzijds voordeel zou ons kunnen (of moeten) inspireren.

Onderwijs vóór de revolutie

Het onderwijs in China vóór de verwestersing in het begin van de 20ste eeuw betrof een hoogontwikkeld systeem, dat enkel was voorbehouden aan de kinderen van de heersende klasse. Het systeem was gebaseerd op een stelling uit de Confuciaanse sociale filosofie dat er een aangeboren menselijke ongelijkheid zou bestaan. Die gedachte diende om het diepgewortelde klassensysteem te versterken, dat voortkwam uit de keizerlijke macht.

Dit klassensysteem vertrouwde op het onderwijssysteem om hoogopgeleide mandarijnen voort te brengen uit de zonen van adellijke families en zo de heerschappij van de keizer te consolideren. De kinderen van de boeren, die in die tijd 90 procent van de bevolking uitmaakten, kregen geen formeel onderwijs en waren in plaats daarvan gedwongen om samen met hun ouders op het land te werken.

1911: de nationalistische revolutie

De eerste veranderingen in het eeuwenoude traditionele Chinese onderwijssysteem kwamen er door westerse invloeden tijdens de nationalistische revolutie van 1911. De revolutionairen wilden China moderniseren en slaagden erin de oude keizerlijke orde omver te werpen.

De leiders van de revolutie waren afkomstig van christelijke missiescholen in China of in het buitenland. Zij hadden de bedoeling de onderwijsvormen van die scholen, gericht op de burgerlijke idealen van economische, technische en wetenschappelijke efficiëntie, over te nemen.

Met het onderwijssysteem van de nieuwe Chinese republiek zou men proberen een nieuwe elite te creëren, op westerse leest geschoeid. Het was een poging om China kordaat de moderne kapitalistische wereld in te jagen, met weinig oog voor de grote meerderheid van de bevolking. Door dit beleid bleef de boerenmassa ongeletterd. In 1937 zou nog maar 15% van de Chinese kinderen de basisschool bezoeken en 10% de middelbare school.

1931: bevrijde gebieden en burgeroorlog

De eerste echte pogingen tot massa-educatie in China werden ondernomen in de sovjets, die de Communistische Partij van China (CPC), onder leiding van Mao Zedong, op het platteland van Jiangxi oprichtte. Het was de sovjetregering die in 1931 in een bergachtig gebied van de provincie Jiangxi de impuls gaf voor dat eerste onderwijsbeleid. In de door haar opgestelde grondwet nam ze op dat het onderwijs een prioriteit moest zijn voor de nieuw gevormde regering.

Dat voorrangsbeleid kende drie speerpunten voor het onderwijs, namelijk ‘het recht van alle arbeiders, boeren en andere werkende mensen op onderwijs; de invoering van gratis scholen voor alle kinderen, met onmiddellijke ingang en onderwijsinstellingen die door het volk geleid moeten worden met steun van de communistische partij’.

Zowel tijdens de Yan’an periode (1933-45) als tijdens de derde revolutionaire burgeroorlog (1946-49) hebben de Chinese communisten zich enorm ingespannen om deze hoofddoelstellingen te bereiken door overal waar sovjets (raden, revolutionaire besturen) werden opgericht scholen te stichten en onderwijs te organiseren.

Edgar Snow was getuige van die inspanningen toen hij in 1936 een bezoek bracht aan Yan’an. Daar aangekomen stelde hij vast dat de regio meer dan 200 basisscholen telde. Daarnaast was er een lerarenopleiding voor basisschoolleraren, een landbouw-, een vakbonds- en een CPC-school met 400 leerlingen.

Ondanks deze enorme successen vielen er nog immense problemen te overwinnen in de bevrijde regio’s: 95% van de bevolking was nog steeds ongeletterd, het ontbrak aan echte schoolgebouwen, aan voldoende boeken en er was zeer weinig lesmateriaal. Maar de ervaringen opgedaan in de bevrijde gebieden zouden levensbelangrijk blijken bij de vorming van het nieuwe Chinese onderwijssysteem na de oprichting van de Volksrepubliek China in 1949.

Onderwijs voor allen in de Volksrepubliek

Tijdens de eerste jaren van het bestaan van de Volksrepubliek China was alles gericht op het herstel van de orde, het opnieuw opstarten van de verwoeste economie en het leggen van de basis voor een succesvolle overgang naar het socialisme.

Aanvankelijk probeerde de jonge republiek het succesvolle ontwikkelingsmodel van de Sovjet-Unie na te bootsen door een vijfjarenplan op te stellen, dat zich erop concentreerde om de opbrengsten van de landbouw in te zetten om investeringen in de zware industrie te stimuleren, met als doel 150 fabrieken hiervoor op te richten.

Gedurende die periode had het onderwijssysteem twee hoofdtaken: de eerste was te zorgen voor de snelle opleiding van experts die nodig waren voor de nieuw opkomende industrieën; de tweede opdracht was de verhoging van het niveau van het basisonderwijs, zodat men boeren en arbeiders kon betrekken bij de strijd voor de opbouw van een socialistische samenleving.

Zoals voorzien in het ‘gemeenschappelijk programma van de Chinese regering’ in 1949 (een voorlopige grondwet) kwam het tot een snelle uitbreiding van de toegang tot Chinese scholen. Het aantal leerlingen dat de basisschool frequenteerde steeg van 24 miljoen in 1949 naar 64 miljoen in 1956, terwijl het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs in dezelfde periode steeg van 1 naar 6 miljoen.

Alfabetisering

Naast deze indrukwekkende toename van het aantal Chinese jongeren dat onderwijs genoot op scholen die in het eerste decennium van de Volksrepubliek werden opgericht, kwam er tegelijkertijd een massale alfabetiseringscampagne op gang in de fabrieken en op de landbouwbedrijven, waarbij op veel plaatsen in alle regio’s werd lesgegeven tijdens de lunchpauzes of in avondklassen, onder leiding van lokale mensen. De combinatie van al die inspanningen zorgde ervoor dat een kolossale taak werd volbracht: in een groot aantal streken van China bleek in 1958 het analfabetisme teruggedrongen tot onder de 10%.

Na 1978: decentralisatie – exacte vakken –

Toen de Volksrepubliek China vanaf eind 1978 de tweede fase van haar ontwikkeling inging, die het best samengevat kan worden als ‘het beleid van hervorming en openstelling’, werd de vooruitgang die onder de regering van Mao voor het Chinese onderwijs geboekt was uitgebreid en verdiept dankzij het leiderschap van Deng Xiaoping.

De onderwijshervormingen van Deng waren gericht op de gelijktijdige ontwikkeling van het onderwijs in alle regio’s van het land en op het benutten van de technologische vooruitgang die aan het eind van de jaren 1970 opkwam. Hiertoe gaf Deng opdracht om de nadruk leggen op de vooruitgang in een aantal exacte vakken, de zogenaamde STEM-vakken (Nota van de redactie: STEM is een Engels acroniem voor science, technology, engineering en mathematics. Het is een overkoepelend begrip voor de volgende academische gebieden: exacte wetenschap, technologie, ingenieurswetenschappen en toegepaste wiskunde).

Een van de belangrijkste elementen van deze hervorming was het delegeren van het grootste deel van de pedagogische besluitvorming naar de lokale autoriteiten als onderdeel van de hervorming van het Ministerie van Onderwijs in 1985. De deconcentratie van de pedagogische besluitvorming stelde deze instanties in staat om het onderwijs op dergelijke wijze vorm te geven dat het kon voldoen aan de behoeften van de lokale gemeenschap bij haar inspanningen om de economische groei na te streven, die Deng met zijn hervormingen ook daadwerkelijk zou realiseren.

Het is zonneklaar dat de hervormingen van Deng, met de overdracht van pedagogische bevoegdheden naar de scholen en het doelgericht mikken op vooruitgang in de belangrijke STEM-vakken, de basis hebben gelegd voor het nieuwe tijdperk van Chinese ontwikkeling in de 21ste eeuw.

Vandaag: kwaliteit van het onderwijs en van de studie

In het huidige tijdperk kunnen we duidelijk het resultaat van die hervormingen vaststellen. China heeft nu de grootste onderwijssector ter wereld met 270 miljoen studenten die zijn ingeschreven bij 514.000 onderwijsinstellingen. Vanaf het begin erkennen we in die onderwijssector essentiële steunprogramma’s, die gelijke toegang tot onderwijs van hoge kwaliteit in alle regio’s van het land mogelijk maken.

Zo heeft het nationale voedingsprogramma voor studenten 37 miljoen jongeren op het platteland van China geholpen om toegang te krijgen tot onderwijs door dagelijks maaltijden van hoge kwaliteit te verstrekken. De regering van Xi Jinping heeft zich ook ingespannen om een aanpak te vinden voor de groeiende crisis op het gebied van geestelijke gezondheid waarmee studenten kampen. Met succes voerde de overheid het beleid van ‘dubbele reductie’ door dat tot doel had de hoeveelheid huiswerk en aanvullende bijlessen voor studenten te beperken. De behoefte aan deze ingreep ontstond toen statistieken uitwezen dat 87,6% van de middelbare scholieren de meeste avonden pas na 22:00 uur klaar waren met huiswerk en het met minder dan acht uur slaap moesten stellen. Deze omstandigheden beschouwde men als factoren die ertoe bijdroegen dat 22% van alle zelfmoorden onder adolescenten direct te wijten was aan studiestress.

We mogen niet nalaten om ook de monumentale inspanningen te benadrukken die de regering van Xi Jinping sinds 2012 heeft ondernomen om de armoede in heel China te verlichten. Sinds 2012 heeft de regering zich sterk gemaakt om 100 miljoen mensen uit de armoede te halen door een massale mobilisatie van Chinese burgers en CPC-kaderleden.

Al die prestaties zullen het Chinese volk ongetwijfeld helpen om tegen 2035 uit te groeien tot een natie met een voortrekkersrol op het gebied van onderwijs.

Inspirerend

Het zou dan ook logisch zijn als onderwijsgevers, progressieve burgers, socialisten en vakbondsmensen lessen zouden trekken uit het Chinese onderwijssysteem. De aanpak ervan heeft niet enkel een rol gespeeld bij het uitroeien van de ongeletterdheid, maar bergen verzet om de Chinese economie om te vormen tot de industriële en wetenschappelijke supermacht die ze vandaag is.

————————————————————————————-

*Logan Williams is een marxistisch publicist. Veel van zijn artikelen, ook het bovenstaande, vind je in The Morning Star. Dit stuk werd overgenomen door Friends of Socialist China. Wij hebben de intro, die specifiek gericht was op een debat in het Britse onderwijsbeleid, weggelaten, met toestemming van de auteur. Wie het originele stuk, met de intro dus, in het Engels wil lezen kan dat doen via deze link.

De actualiteit van het bovenstaande is helder met de opkomst van DeepSeek, het eindproduct van een succesvolle socialistische onderwiijspolitiek. Deze week bracht de socialistische overheid ook nog dit bericht uit: China establishes over 30,000 smart factories .

Carlos Martinez schreef er dit over op FB: “Een van de belangrijkste aspecten van DeepSeek – en een van de meest verontrustende voor de Amerikaanse techgiganten – is het feit dat het volledig open source betreft en dat de makers veel moeite hebben gedaan om hun onderzoek reproduceerbaar te maken. Het hele ethos draait om de vooruitgang van de menselijke kennis in plaats van het koste wat het kost genereren van winst.”