Sixthtone.com, de Chinese website voor een internationaal publiek met ‘ongewone verhalen over gewone mensen’, bracht de afgelopen weken een serie over Chinese jongeren, socialisme en geschiedschrijving.
De auteur is Wang Rui, een hoofddocent geschiedenis aan de East China Normal University, een prestigieuze universiteit in Shanghai. Om allerlei redenen zijn de drie artikelen van Wang interessant. Dat leggen we aan het eind van ons eigen stuk uit. Maar eerst een samenvatting.
ommekeer
In de eerste aflevering legt Wang uit dat een specifieke groep van publicisten, namelijk de online historici, tegenwoordig het wereldbeeld van veel jonge Chinezen en hun denken beïnvloeden. Op de vraag ‘wie is de belangrijkste Chinese persoonlijkheid van de 20e eeuw?’ geven ze uiteenlopende antwoorden. Tegenwoordig is hun favoriet vaak: Voorzitter Mao. Zo ook op de populaire vraag-en-antwoordsite Zhihu (sinds 2011), waar Mao een score van 95% haalde. Niet lang geleden was dit anders en leek Zhihu een bastion van liberalisme.
Het is een van de tekenen van een brede ideologische ommekeer onder de Chinese jongeren geboren in de jaren 90 van de 20e en in de 21e eeuw, die Wang signaleert. Hij doet letterlijk deze opmerkelijke uitspraak: ‘Ze zijn vol vertrouwen over China’s opkomst en voelen nostalgie naar het relatieve egalitarisme, de gelijkheid en het revolutionaire enthousiasme van het Mao-tijdperk. Zij kiezen ervoor om verder te kijken dan naar de beroering onder Mao en hem eerder te eren omdat hij metterdaad de basis heeft gelegd voor de heropleving van China’.
het serieuzere internet
Internet is tegenwoordig een bron voor geschiedschrijving en een markt voor historische teksten. Via sociale media, beeldmateriaal (tekenfilms, video-sharing sites zoals Bilibili en platforms zoals het eerdergenoemde Zhihu), kunnen zowel academische als populariserende historici veel jongeren aanspreken. Via WeChat bereiken bijvoorbeeld studiegroepen zoals Jinglue (Consilium), werkelijk een breed publiek dat niet langer trek heeft in de humanistische verhalen uit de jaren 70, maar eerder een behoefte voelt aan zakelijke, materialistische, macro-economische wetenschappelijke analyses en de erbij horende levendige debatten. Die gaan over de Derde Wereld, het imperialisme en kolonialisme. De vooruitgang die China heeft geboekt wordt vergeleken met het voortduren van onderdrukking en de armoede in andere landen van de Derde Wereld, die de revolutionaire weg van China niet hebben gevolgd. Wang ziet hier een (inhoudelijke) parallel met het werk van Liang Qichao (1873 – 1929), een denker die nog terugkomt in zijn verhaal. Liang was bekend om zijn waarschuwingen tegen het westerse imperialisme, en zijn opwekking tot vaderlandsliefde.
Herwaardering van socialisme
Dat alles zorgt voor een totaal andere visie op de geschiedenis dan die van mensen die jong zijn geweest in de jaren 50, 60, en 70. Een van de belangrijkste ‘nieuwe gedachten’ is de erkenning en herwaardering van de ‘socialistische periode’ van 1949 tot 1979 in China. Na de dood van Mao in 1976 en tot het einde van de jaren 90 omhelsden vele Chinese intellectuelen en historici het Westen, het liberalisme en het humanisme. Voor hen was dit het lichtbaken langs de weg naar de toekomst voor China. Zij verwierpen zowel de revolutie van Mao als de eigen Chinese traditie.
Chinese jongeren van nu zijn opgegroeid in andere geopolitieke, politieke en economische omstandigheden. Zij zien vooral dat Mao en de zijnen de grondslag hebben gelegd voor een maatschappij waarvan zij vandaag de zegeningen ondervinden door de vooruitgang op het gebied van industriële ontwikkeling, maatschappijopbouw, levensverwachting, gezondheidszorg, cultuurproducten en nationale veiligheid.
Industriëlen vs Sentimentelen
Zij kijken naar historici (in de academische wereld en vooral daarbuiten) die behoren tot een los verband, de zogenaamde Industriepartij. Hun interesse gaat uit naar vroegere infrastructuuropbouw, industrialisering en de gunstige effecten daarvan in China en in de rest v.d. wereld die de nodige offers de moeite waard hebben gemaakt. Zij bekritiseren wat ze de Sentimentele partij noemen. De Industriepartij vindt het belangrijk om te benadrukken dat beoefenaren van exacte wetenschap en technologen tot de intellectuelen behoren. Zij zeggen dat die veel meer hebben bijgedragen tot de nationale ontwikkeling, politiek rechter in hun schoenen stonden, en meer toegewijd waren aan gewone mensen dan allerlei stoffige geleerden. Belangrijke thema’s zijn de beoordeling van Mao en hoe de visie van de Industriepartij op zijn bijdrage is veranderd. Levenservaring en de keuze voor een onafhankelijk denken heeft ‘hun politieke denken rijper gemaakt en hen laten beseffen hoe belangrijk Mao is geweest voor de kracht en het waarborgen van de nationale onafhankelijkheid van China tegenover het imperialisme’.
Andere ervaringen, andere visie
In zijn tweede artikel legt Wang Rui uit waarom de wetenschap van de Industriepartij invloed heeft op vele jonge Chinezen. Hun ideeën sluiten aan bij ‘de ervaringen en houdingen die jonge Chinezen van vandaag hebben en die helemaal anders zijn dan die van vorige generaties. Kort gezegd: het leven onder het kapitalisme is niet zo geweldig als de mensen dachten’.
China kende groei, was op weg naar een plaats aan de top van de wereldeconomie. Het land werd sterker. Het Westen kende in 2008 een crisis die het zelf had veroorzaakt en de liberale ideologie verloor veel van haar glans.
Analyse en vergelijking
Vele jonge Chinezen vragen zich af of het waar is er dat er ‘geen alternatieven’ zijn. De door het liberale gedachtegoed gedomineerde verhalen van de jaren 80 en 90 zeggen hun niet zoveel. (Toegegeven, het heeft misschien ook te maken met een natuurlijke reflex van de jongeren om zich af te zetten tegen de generaties voor hen). Ze vergelijken verschillende maatschappijstelsels en zoeken daarbij naar een nuchtere, analytische aanpak. In de documenten die de jongeren meestal online lezen benadrukken de auteurs het belang van industrie, klasse, defensie en wereldpolitiek voor de nationale ontwikkeling. Zij waarschuwen enerzijds voor de sinistere bedoelingen van buitenlandse machten, maar anderzijds ook voor een louter ‘modieuze’ interesse in politiek. Een voorbeeld van hoe het denkproces verloopt is de veranderende visie op de Kuomintang (KMT) van bewondering, zeker voor de beginperiode, naar inzicht in de corruptie van de KMT en besef dat enkel de communistische partij de opkomst van China had kunnen teweegbrengen.
Grote vraagtekens bij het kapitalisme
Volgens Wang Rui is het voornaamste echter dat de jongeren het kapitalisme aan den lijve ondervinden. Dat is de verklaring bij uitstek voor hun belangstelling en nieuwe waardering voor de beginperiode van de opbouw van het socialisme door de Communistische Partij van China (CPC) en voor de geschiedenis en de theorieën van het internationale socialisme sinds de 19e eeuw. Zij imiteren niet de holle retoriek van de 20e eeuw. Zij hebben zelf ondervonden dat het kapitalisme in verval is, dat de ongelijkheid toeneemt en dat de status van de arbeidersklasse ondermijnd wordt. De markt en het particuliere ondernemerschap betekent voor hen niet zozeer een manier om de productie op te voeren als wel een rat race, een 996 bestaan (van 9 uur ‘s ochtends tot 9 uur ’s avonds, zes dagen per week hard werken). Jongeren horen Jack Ma, de oprichter van Alibaba hierover als een schoolmeester tegen hen tekeergaan en zien profiteurs die grote winsten opstrijken zonder een vinger uit te steken. Geen wonder dat zij ‘kapitalist’ weer als een scheldwoord gebruiken en dat sommigen grijpen naar de meest uitgebreide en grondige kritische analyse van het kapitalisme en de markt: het marxisme.
Leraren gezocht
Het lijkt op het eerste gezicht een terugkeer naar de oude waarden: het ideologische erfgoed van een staat die opgericht is om een einde te maken aan onderdrukking en uitbuiting van arbeiders en boeren. Bovendien is het marxisme nog steeds een verplicht vak op school en zijn de jongeren vertrouwd met begrippen als klasse en meerwaarde, waarmee ze hun situatie kunnen analyseren. Het onderwijs in het marxisme schiet echter al jaren tekort doordat het voor lesgevers en lesnemers vooral een pro forma gebeuren is. Professoren marxisme in China hebben de jongeren vaak niet veel te bieden: zij hebben zich neergelegd bij hun marginale rol, ze maken het marxisme soms belachelijk en er zijn er die liever hun bewondering uiten voor antimarxisten zoals Hayek of leiders van de KMT. De jonge belangstellenden in het marxisme lezen liever wat de marxistische groten zelf hebben geschreven, of ze zoeken online naar korte, visuele samenvattingen. Populaire online academici die blijkbaar een aantrekkelijke presentatie van het marxisme brengen zijn de Amerikaanse econoom Richard D. Wolff en de Chinese landbouwkundige Wen Tiejun, de auteur van ‘Eight Crises: China’s Real Experiences, 1949-2009’ (enkel in het Chinees).
Bedenkingen
De jongeren zijn soms heftig in hun frustratie en emoties, maar ze zijn eerlijk. Zij willen hun land beter maken en de offers van de revolutionairen, voor een maatschappij van rechtvaardigheid en gelijkheid, in ere herstellen.
Critici noemen de jonge Chinezen die zich verdiepen in de geschiedenis van het socialisme en die neigen naar het marxisme naïef. ‘Het zijn geen wetenschappers, maar nationalistische wolf warriors, het zijn little pinkos die de CPC kritiekloos steunen’. De linkse jongerencultuur en de geschriften van de (burger) historici zijn echter niet van boven opgelegd en anders dan het officiële discours of de publicaties van het academische establishment.
De academische wereld weert vaker nieuwlichters of maakt ze belachelijk. Later worden dat soort figuren dan toch vaak aanvaard en zelfs bewonderd, Liang Qichao bijvoorbeeld. Ook de gevestigde academici kan naïviteit worden verweten. Zij omarmen immers kritiekloos het neoliberalisme. Sterke punten van de jongeren zijn hun internationale blik en kennis. Zij vergelijken het Chinese bestel met andere stelsels in de wereld. Een volgens Wang te bekritiseren punt is hun overdadige gebruik van memes (modieuze zinnen, figuren of filmpjes snel verspreid via internet). Die hebben als nadeel dat ze niet tot ernstige analyse en rationeel onderzoek uitnodigen.
Tekens van hoop?
Als mogelijk alternatief voor de memes dat aansluit bij de hernieuwde belangstelling voor marxisme ziet de auteur een moderne herschrijving van eenvoudige, maar correcte geschiedenisboeken uit de ‘socialistische periode’. Denk aan een vijftigtal boeken, elk met 40.000 tot 60.000 tekens, uitgegeven door een gereputeerde uitgeverij, over figuren en gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis, zoals in de jaren 50. Andere mogelijkheid: series gemaakt door jonge historici, op blogs, Bilibili of Zhihu (zie boven), bijvoorbeeld over de eerste 33 jaar van de Volksrepubliek.
Hopelijk groeit het werk van jonge (burger)historici uit tot ernstige theoretisch gefundeerde en systematische geschiedeniswetenschap, die ook andere bevolkingsgroepen kan aanspreken. Zij verdienen hulp van serieuze academici, nu ze naar politieke maturiteit toegroeien, nu ze klaar zijn om (in de woorden van Max Weber) ‘de economische, politieke en machtsbelangen van het land op de lange termijn boven alle andere overwegingen te plaatsen.’ Tot zover Wang Rui zelf.
Beoordeling
Het nut van deze artikelen is hun aanvulling van onze kennis van China. Ze maken het ons verder mogelijk de beelden of ideeën te nuanceren die we over China hebben en die soms alleen gebaseerd zijn op partijdige westerse berichtgeving, maar ook op academisch onderzoek dat zelden vrij van waarden is, zeker als het onderwerp de Chinese politiek is.
Verrassend, bevestigend of ontkennend?
Bij het lezen van wat Wang Rui hier schrijft kan de lezer meningen bevestigd of tegengesproken zien. Enkele voorbeelden die ook de lezer misschien hebben verrast. Sommige Chinese jongeren onderzoeken blijkbaar intensief historische en ideologische onderwerpen. Het gepassioneerde debat in China is springlevend. In de sociale laag waartoe professor Wang behoort zegt men ongegeneerd dat China socialistisch was van 1949 tot 1979 en nu onder het kapitalisme leeft. Over dat kapitalisme lijken er wel meer en meer gemengde gevoelens te groeien. Sommigen hebben heimwee naar een opgesmukt verleden en hunkeren naar een linkse, marxistische wending. Onder de elite was en is er een sterke neoliberale (of links-liberale) stroming. Er was zelfs sprake van een dominantie in het denken die beslist nog niet helemaal over is. Zowel de liberalen als de linksen zijn sceptisch over de CPC en er is in die kringen sprake van sociale druk: je moet als intellectueel oppassen om je niet al te positief uit te spreken over het socialisme of de partij, op straffe van bespotting of uitsluiting (een voor westerlingen herkenbaar fenomeen). Ondanks alles hebben tientallen jaren van ideologische strijd, onderzoek en scholing door de Chinese communisten een stevige bodem gelegd waaruit nieuwe scheuten van marxistisch denken kunnen opschieten. Wang merkt op dat vooral de ervaringen van de Chinese jongeren, ‘het leven dat ze nu leiden’, hen naar links duwen. Hij denkt dat het marxisme dat hen in hun schooltijd weliswaar op een formalistische manier is bijgebracht, toch van nut zal blijken in hun volwassenheid.
Wordt vervolgd
We benadrukken voor alle zekerheid dat de bovenstaande vaststellingen of beweringen voor rekening van Wang Rui zijn. Daarnaast begrijpen en delen we zijn reserve: gaat het niet in hoge mate om een generatie- of een modeverschijnsel?
Weinig twijfel bestaat er over de waarde van nieuwe bronnen en wegen naar informatie over aspecten van de Chinese actualiteit die Wang Rui aanwijst. Het is allicht ook de moeite waard na te gaan of zijn voorstellen en oproepen aan collega’s historici aanslaan.
Ziehier de links naar de drie artikelen:
https://www.sixthtone.com/news/1006522/the-new-style-pop-histories-making-socialism-cool-again
Fed Up With Capitalism, Young Chinese Brush Up on ‘Das Kapital’ (sixthtone.com)
Why It’s Time to Rewrite China’s History Books (sixthtone.com)
De hyperlinks naar de meest interessante bronnen voor voortgezette studie en meer onderzoek hebben we gekopieerd uit de originele artikelen. Het tweede artikel is ook verschenen op de website van het linkse Amerikaanse magazine Monthly Review.
Over het medium Sixth Tone gaf Ed Sander twee jaar geleden een persoonlijke mening op China 2025, die we als opinie hebben overgenomen. Staatsmedia 2.0: The Paper en Sixth Tone