De Chinese economie kende in november een stabiele groei volgens het Nationale Bureau voor de Statistiek (NBS). Op het einde van de maand zagen de voornaamste economische indicatoren er beter uit dan verwacht.
De industriële productie is dit jaar tot nog toe met 5,6% gestegen.
Groei en kwaliteit
Dat is onder andere te danken aan een toename van 6,2% vergeleken met november 2018. In oktober was de groei van de industrie 4,7% vergeleken met die in oktober 2018. Deze industriële productie geeft de activiteit weer van ondernemingen met een jaarlijkse omzet van minimaal 20 miljoen yuan (ongeveer 2,5 miljoen euro). Rekening houdend met de factor eigendom zijn het de particuliere bedrijven die met 8,9% de grootste productiegroei laten noteren. Volgens de woordvoerder van het Nationale Bureau voor de Statistiek (NBS) komt dat doordat een reeks regeringsmaatregelen ten gunste van het midden- en kleinbedrijf vruchten afwerpt. Ook de hoogtechnologische productie groeide vorige maand met 8,9%. Dat laatste wijst op een voortgezette structurele verbetering. ‘China blijft overgaan van groei zonder meer naar op kwaliteit gerichte groei’, aldus de woordvoerder van het NBS.
Handel, investeringen, banen
De kleinhandel ging van 7,2% in oktober naar 8% in november. Investeringen in vaste activa breidden net zoals tijdens de eerste tien maanden van het jaar in de elfde maand uit met 5,2%. Ook de werkgelegenheid in de stedelijke gebieden bleef op hetzelfde peil als in oktober. In de steden is en blijft de geregistreerde werkloosheidsgraad 5,1%. Gedurende de eerste 11 maanden van dit jaar zijn er 12,79 miljoen nieuwe banen gecreëerd. Het streefdoel van 11 miljoen voor het hele jaar is dus al gehaald. In een actueel artikel over regionale economische planning wijst Xi Jinping er overigens op dat grote steden en stadsclusters (denk aan Beijing -Tianjin – Hebei of de Jingjinji hoofdstedelijke regio) de voornaamste groeipolen van China geworden zijn.
Armoedebestrijding
In China zullen naar verwachting nog eens 10 miljoen burgers de ergste armoede afschudden tegen het eind van dit jaar. Het plan blijft om de armoede volledig het land uit te helpen tegen 2020. Daarbij ‘moeten maatschappelijke organisaties wel beseffen dat ook zij een deel van het werk horen te doen’, volgens de regering. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen de China Women’s Development Foundation (CWDF) en de China Construction Bank (CCB). De vrouwenorganisatie en de staatsbank (één van de ‘vier groten’ van China) zijn een partnerschap aangegaan bij het project van de ‘gezonde moeders express’. Dit organiseert schenkingen van ziekenwagens en andere ambulante gezondheidszorg aan regio’s die nog kampen met armoede. Nog een voorbeeld van armoedebestrijding zijn de zogenaamde Taobao-dorpen waar de e-commerce op het platteland inkomen voor vele duizenden mensen genereert.
Goede vooruitzichten
Officiële media bronnen benadrukken dat de resultaten dus verre van slecht zijn, gezien de grote uitdagingen in het binnenland en vanuit de wereldeconomie en geopolitiek. In een redactioneel commentaar voorspelt de Global Times optimistisch dat de bevolking in de nabije toekomst vooral zal letten op de verbeterde kwaliteit en efficiency van een economie die haar nog steeds sterk ten goede komt. De Chinezen zullen minder acht slaan op het groeicijfer van 6%. De GT wijst vol vertrouwen op de plannen uitgewerkt op de economische conferentie van vorige week.
Realisme
Wel zijn waarheidsgetrouwe en realistische cijfers van het grootste belang. Dat is hoe de South China Morning Post de uitspraken interpreteert van een belangrijke beleidsadviseur, tijdens het weekend. De onderdirecteur van de commissie voor economische en financiële zaken heeft erop gewezen dat het de bedoeling is het bbp tegen 2020 twee keer zo groot te laten zijn als dat van 2010, voor heel China. Dat betekent echter niet dat dit moet gelden voor elke afzonderlijke provincie. ‘Elke regio heeft zijn eigen specifieke situatie en moet streven naar targets gericht op de eigen noden en praktijk.’
Xinhua, China Daily, People’s Daily, Global Times, South China Morning Post, Wikipedia