De Chinese leiders hebben besloten om over het hele jaar de groeivoet op 7,5% te houden. Tegelijkertijd zullen ze de economische structuur verbeteren en doorgaan met hervormen.
De CPC en de regering verzekeren de bevolking ervan dat de economische en sociale doelstellingen op deze wijze kunnen worden gehaald. Het Politiek Bureau dat gisteren bijeenkwam om de economische strategie voor de tweede helft van het jaar uit te tekenen liet dus na afloop een vrij optimistische en zelfverzekerde verklaring uitgaan, wel gekoppeld aan een relativering en waarschuwing. De Chinese leiders erkennen dat de toestand in binnen- en buitenland wel degelijk erg complex en moeilijk is, vooral omdat het herstel in de rest van de wereld zo moeizaam verloopt.
Drie in één
Op drie terreinen zal de regering een aangepaste strategie volgen. Macro-economisch kiest ze voor stabiliteit, op micro-economisch vlak voor flexibiliteit en op sociaal gebied voor een beleid dat de bevolking in staat stelt de hervormingen te verdragen en te ondersteunen.
Het algemene beleid zal er dus een blijven van proactieve fiscale en voorzichtige monetaire ingrepen. De financiering van de industrie moet op peil blijven, maar efficiënter en rationeler verlopen. De financiering van infrastructuurwerken door staat en particuliere bedrijven is nu al iets gematigder: de groei van de investeringen in materiële activa (gebouwen, gronden e.d.) is met 0,8% afgenomen tijdens het eerste kwartaal. Kleine en middelgrote bedrijven kunnen blijven rekenen op een vlottere steunverlening op financieel en administratief vlak. De regering zal haar eigen macht bij het goedkeuren van commerciële projecten beperken, de belastingen voor de kleinste bedrijven verminderen en privékapitaal uitnodigen om te investeren in de aanleg van spoorwegen. Kmo’s zouden volgens Xinhua instaan voor 80% van de banen en 60% van het bbp. Er wordt hardnekkig verder gestreefd naar een verhoging van de binnenlandse consumptie en een gezondmaking van de vastgoedmarkt. Dat de kleinhandel in de eerste helft van het jaar met 12,7% is toegenomen tegenover vorig jaar lijkt een goed teken. De regering richt zich verder op de ondersteuning van de dienstensector in opkomst en van sectoren zoals informatisering, milieubescherming en duurzame energie. Handelsbetrekkingen met het buitenland en investeringen over en weer blijven uiteraard zeer belangrijk. De aangepaste strategieën voor de drie gebieden (macro – micro – sociaal) moeten op elkaar afgestemd zijn. Zo is het wel nodig om de binnenlandse consumptie te stimuleren, maar blijft het noodzakelijk een redelijke investeringsgroei in stand te houden.
Externe inbreng
De CPC wijst erop dat ze zich heeft laten adviseren door vooraanstaande deskundigen van de 8 andere niet-communistische politieke partijen, die onder leiding van de CPC in het specifiek Chinese meerpartijenstelsel fungeren. Ook partijloze technocraten hebben een gewaardeerde inbreng gehad.
Vele financiële deskundigen, vooral diegenen die dicht bij het vuur zitten door een functie bij buitenlandse banken of onderzoekscentra in Hongkong of Shanghai, reageren positief op de plannen van het Politiek Bureau. Zhu Haibin, de belangrijkste econoom voor China van JPMorgan vindt het verstandig dat de doelstelling voor de groeivoet op 7,5% blijft, omdat de zeer belangrijke situatie op de arbeidsmarkt daar om vraagt. Zhang Yongjun, van het China Center for International Economic Exchanges, zegt dat China zich inderdaad wel meer en meer op de binnenlandse vraag zal moeten steunen. In- en uitvoer zouden tijdens het eerste halfjaar maar 0,9% tot de groei hebben bijgedragen. Zhu Jianfang, een econoom bij CITIC Securities in Beijing verwacht een overheidsbeleid van steun aan investeringen in openbare diensten, zoals stedelijke voorzieningen, ziekenhuizen, afvalverwerking en openbaar vervoer in de steden. Dit soort uitgaven zal volgens Zhu ‘zowel bevorderlijk zijn voor de herstructurering van de economie als voor de ondersteuning van de groei.’
In de Angelsaksische media werd met goedkeuring en opluchting geschreven over een concrete actie die China bijna tegelijkertijd met de zitting van het Politiek Bureau gisteren ondernam. De daad bij het woord (proactieve fiscale en voorzichtige monetaire ingrepen) voegend, injecteerde de Centrale Bank voor de eerste keer sinds februari geld in het banksysteem. De Volksbank pompte 17 miljard yuan, gelijk aan een waarde van 2 miljard euro, in de geldmarkt via zogenaamde reverse repo-transacties, leningen die binnen een bepaalde termijn worden teruggekocht. De rentevoet bij deze verrichtingen (in dit geval voor 7 dagen) bedroeg 4,4% wat redelijk hoog is en het geïnjecteerde bedrag van 17 miljard yuan was vrij bescheiden. Toch had het onmiddellijk een heilzaam effect op de rente op leningen tussen de banken en op de aandelenbeurs van Shanghai: het werd duidelijk dat de geldkraan niet, zoals een tijdje in juni gebeurde, zou worden dichtgehouden. Een tweede heilzaam effect zou volgens een econoom van Société Générale kunnen zijn dat nu iedereen de boodschap heeft begrepen dat de tijd voorbij is dat men ‘ongecontroleerd en gemakkelijk aan geld kon komen’. De financiële experten zien dat de regering de economie niet al te zeer wil laten afkoelen, maar de geldstromen streng zal blijven reguleren.
Bronnen: Xinhua, Financial Times, Reuters