In Myanmar bevinden zich callcenters van waaruit allerlei vormen van telecomfraude in China gepleegd worden. Aan de straffeloosheid van de maffiabendes die deze centers controleren lijkt nu een einde te komen door meer samenwerking tussen de landen.
Kokang is een autonoom minderheidsgebied van 2.000 km in het Noorden van Myanmar, bewoond door etnische Chinezen. Maffiabendes, bekend als de ‘vier families’ (in feite vijf clans) hebben er zakelijke imperia opgebouwd. Naast mijnen, handel en vastgoed de voornaamste inkomstenbron. Voor die callcenters worden in China jongeren aangeworven met de belofte van mooie lonen. Eenmaal aan het werk worden ze verplicht ingeschakeld in de fraudesystemen en kunnen ze nog moeilijk terug. Er zouden 100.000 mensen werken in minstens 1.000 callcenters.
Zonder de actieve hulp van Myanmar zijn deze maffiabendes praktisch niet te klissen.
Succes van intensieve samenwerking
Sinds deze zomer heeft de politie van de aangrenzende Chinese provincie Yunnan samen met
die van Myanmar een groot aantal speciale operaties uitgevoerd.
In november is de samenwerking in de grensregio nog opgedreven en zijn een aantal bendeleiders van de Ming-clan opgepakt. Op 18 november kon de politie van Dehong (Yunnan) in de Muji-regio 571 verdachten oppakken.
Volgens het Chinese ministerie van openbare veiligheid zijn intussen reeds 31.000 Chinese verdachten door Myanmar aan China uitgeleverd. Daarbij zaten 63 financiële sponsors, bendeleiders en ander leidend personeel en 1.531 voortvluchtigen die online werkten. Een groot aantal fraudegevallen werden verijdeld.
De dossiers van de 31.000 verdachten zullen door lokale politieafdelingen onderzocht worden en eventueel worden doorverwezen naar de rechtbank. Een aantal onder hen kan ook een boete krijgen. Diegenen die zonder kwade bedoelingen naar Myanmar vertrokken om er voor een goed loon te gaan werken komen er met een lichte straf van af.
De Chinese politie heeft een oproep gedaan aan alle Chinezen die in Myanmar in de callcenters werken om nog deze maand terug te keren naar China en zich vrijwillig aan te geven. Ook zij zouden slechts beperkte sancties oplopen.
Op 12 november is er ook een premie beloofd voor het verstrekken van informatie die toelaat een aantal bendeleiders in te rekenen. Op 14 november werden televisiebeelden getoond van gevangen bendeleiders die hun spijt betuigden en de leden van hun clan opriepen om zich over te geven ‘omdat ze geen kant meer op kunnen’.
Iedereen tegen de telecommaffia
De verhoogde medewerking van de overheid in Myanmar heeft deels te maken met de binnenlandse toestand in het noorden. Sinds 1998 was er een wankel vredesakkoord in Kokang tussen de centrale regering en een reeks lokale milities. Dat is vorige maand opnieuw verbroken door de Brotherhood Alliance, een front van drie lokale milities. De milities willen de hinderlijke maffiabendes weg uit hun gebied en proberen daarom de controle over het gebied te heroveren. De politie van Myanmar moet nu bewijzen dat zij zelf de maffiabendes kunnen uitroeien. Die krijgen iedereen tegen zich en kunnen geen kant meer uit.
De Chinese regering roept intussen op tot een wapenstilstand en onderhandelingen tussen de regering en de milities. Ze heeft hooggeplaatste diplomaten gestuurd om te bemiddelen.
Bredere samenwerking voor uitdijend probleem
Overigens werkt China ook actief samen met de politie van andere Zuidoost-Aziatische landen, want dezelfde en andere telecommaffiaclans zijn intussen ook actief in Cambodja, Thailand, Laos, Vietnam en de Filipijnen.
In 2022 heeft de Chinese politie 464.000 gevallen van telecommisdaad opgelost. 60% daarvan kwam uit Kokang. De callcenters in Myanmar sluiten betekent dan wel niet het einde van de telecomfraude maar toch een grote vooruitgang.
Bron: Global Times, Lianhe Zaobao