Strijd tegen woestijn niet enkel ecologisch

De Hobq of Kubuqi-woestijn strekt zich over honderden km uit in Noord-China en zandstormen daar vandaan kunnen binnen de twee uur Beijing bereiken. “Beijing Review” heeft een interessant verhaal over hoe de “Elion Resources Groep” de strijd voert tegen de oprukkende woestijn.

Plant een boom in de woestijn


In het Mongools de Hobq, in het Chinees Kubuqi: het is de woestijn die het dichtste ligt bij de hoofdstad Beijing. Midden in deze woestijn ligt een zoutmeer dat veel grondstoffen bevat geschikt voor scheikundige verwerking. Dichtbij bevindt zich de zoutfabriek van Hanggin die de voorloper was van de “Elion Resources Group” Het huidige lid van de parlementaire Consultatieve Commissie Wang Wenbiao werd in 1988 aangesteld als hoofd van de fabriek. Toen hij arriveerde, lag er geen fatsoenlijke weg en ook de toelevering van water en elektriciteit was niet gegarandeerd. Het meer dat de grondstoffen voor de fabriek leverde, kon op elk moment door zand overspoeld worden. Hoewel het dichtstbij gelegen station zich “maar” op 100 km bevond, moesten uitrusting en producten 330 km langs een woestijnweg vervoerd worden. Lokale herders waren voor vervoer aangewezen op kamelen en voor een trip naar de stad op 50 km waren ze 3 dagen op weg heen en terug. Als ze naar de stad trokken, sloegen ze voedsel in voor zes maanden.
Wang realiseerde zich dat een heuse weg primordiaal was en zijn groep leende in 1997 70 miljoen om in samenwerking met het lokaal

Wang Wenbiao


bestuur een weg te bouwen van 65 km. Deze weg die 3 jaar later af was, spaart zijn bedrijf elk jaar 10 miljoen yuan aan transportkosten. Nadien heeft de groep nog voor 170 km weg aangelegd door de woestijn. De strijd tegen de woestijn berust op een eenvoudig principe: langs beide zijden van de weg doorheen de woestijn wordt groen en beplanting aangelegd en deze strook wordt verder voortdurend verbreed. Wang is overigens van mening dat de strijd tegen de woestijnvorming niet enkel ecologisch mag zijn, maar ook economische winst moet opbrengen om duurzaam te zijn. Hij heeft een project voor uitgestrekte gebieden met planten die bestendig zijn tegen koude, zand en loogzout zoals de zandwilg en zoethout die de grondstoffen leveren voor biobrandstof en farmaceutische nijverheid.  Aan de verwerking van zoethout, o.a. in een middel tegen de hoest, heeft zijn groep al jaren miljarden yuan verdiend. Volgens een officieel rapport groeide de neerslag in de woestijn aan van 100 mm tot meer dan 300 mm; het ecosysteem verbeterde met meer opname van koolstof en de directe winsten beliepen elk jaar 100 miljoen yuan, aldus nog Wang. Zijn groep onthaalt ook elk jaar 300.000 woestijn-toeristen. Voormalige herders, werken nu voor de groep of hebben er aandelen in.

Horqin-gebied


Wang wil nu zijn succes in de Hobqwoestijn herhalen in het Horqin-gebied en sloot in januari een overeenkomst met de stad Tongliao, ook Binnen-Mongolië en met de administratieve eenheid Hure (Kulun Qi) onder het bestuur van die stad. Lokale besturen daar hadden al wat resultaten geboekt in de strijd tegen de verder oprukkende woestijn, maar het probleem blijft levensgroot door overbegrazing en het opeisen van grond (door lokale overheden). In het verleden waren verschillende provinciale diensten verantwoordelijk voor de strijd tegen de woestijnvorming: de diensten bosbouw, veeteelt en ook de administratie van de gronden, ze hadden allemaal verschillende projecten met diverse betoelagingsbronnen. In de toekomst moet dat meer gecoördineerd en in samenspraak met het bedrijfsleven aldus een bestuurder van Hure. De samenwerking met Wang Wenbiao is daarvan een voorbeeld.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *