Het nieuwe vijfjarenplan voorziet een grote uitbreiding van waterkracht, stuwdammen dus. Het besluit lokt wel controverse uit.
Stuwdammen leveren goedkope, schone en zekere electriciteit. Waterkracht vervangt electriciteit uit sterk vervuilende steenkool die in gevaarlijke mijnen gewonnen wordt. Maar stuwdammen hebben een grote impact op het milieu en vereisen de verhuizing van vele mensen. Een dilemma waar China reeds decennia mee worstelt en dat met de voortschrijdende ontwikkeling steeds prangender wordt.
Onder het vorige vijfjarenplan werd slechts een derde van de geplande waterkrachtprojecten uitgevoerd. Chinese milieubeschermers waren erin geslaagd een groot aantal projecten te laten opschorten tot een meer diepgaande milieu-effectrapportering gemaakt was.
De Chinese Raad voor Electriciteit heeft nu bekend gemaakt dat de bouw van grote en middelgrote stuwdammen een prioriteit wordt in het vijfjarenplan. Het keerpunt kwam al vorig jaar in juli , toen de stuwdam van de Jin’an Brug, op de Jinsha (één van de bovenlopen van de Yangze) een positief advies kreeg. Men verwacht dat eerstdaags officieel het licht op groen gezet wordt voor deze dam.
Wellicht de meest betwiste projecten zijn die in het bekken van de Nu rivier (Salween), in het autonome gebied van de Lisu minderheid. Daar zijn nu 88 dammen in opbouw en 44 zijn al klaar. Aangezien in de streek veel ongerepte natuur is, waren deze dammen een bijzonder doelwit voor milieubeschermers, wat voor een bouwstop zorgde. De lokale bestuurders van de autonome regio zijn pro stuwdammen, want de streek heeft buiten waterkracht weinig natuurlijke rijkdommen die kunnen uitgebaat worden.
Doch de beslissing om de bouwstop op te heffen zal nationaal genomen worden.Sinds 2007 hebben grote stuwdammen immers een nationale vergunning nodig. De regering moet op dit domein op eieren lopen, want de milieunadelen worden in de media breed uitgesmeerd. Toen premier Wen in 2009 zijn beleidsplannen in het parlement uiteenzette, had hij het over de ontwikkeling van ‘schone’ energie, zonder het word ‘waterkracht’ te vermelden.
Tegen 2020 moet 15% van de Chinese energie afkomstig zijn van niet fossiele brandstoffen: waterkracht, kernenergie, biobrandstof, wind-en zone-energie. Waterkracht alleen zal instaan voor 9%. In het vijfjarenplan 2011-15 moet de capaciteit verhogen van 63 gigawatt naar 83 gigawatt.
De hernieuwde dynamiek van waterkracht leidt zelfs tot wrijvingen tussen het Milieuagentschap en de verschillende organisaties betrokken bij waterkracht.Zo leveren sommige hoge functionarissen van leefmilieu openlijk kritiek op de bouw van stuwdammen.
Een aktueel betwist project is Xiaonanhai, een project van 30 miljard yuan op de Yangze 700 km stroomopwaarts van de Drieklovendam. De stad Chongqing en haar invloedrijke partijvoorzitter Bo Xilai zijn hevig voorstander van de stuwdam, die moet helpen om de snelle economische groei te garanderen. Om deze stuwdam te bouwen moeten de grenzen van een belangrijke visreservaat tussen Yibin in Sichuan en Chongqing hertekend worden; het reservaat dat in de jaren 1990 werd opgericht om de gevolgen van de Drieklovendam te milderen, wordt door milieubeschermers beschouwd als de laatste redding voor bedreigde of zeldzame vissoorten. Het werd al eens verkleind in 2005 om twee andere stuwdammen te kunnen bouwen. Het Milieuagentschap stelt voor de reserve nog eens met 1400 hectare te verkleinen; volgens een unaniem rapport van experten zou dat geen kwaad kunnen. Maar milieu-ngo’s zijn het daar niet mee eens. Friends of the Earth heeft een open brief gestuurd aan het parlement om erop te wijzen dat het bouwen van de dam ingaat tegen de beloften om de biodiversiteit te beschermen. De organisatie vreest bovendien dat de goedkeuring van dit project een domino-effect op andere projecten in China zal hebben. Milieuorganisaties hebben ook vragen bij de besluitvorming in de commissie van experten; in dit concrete geval was geweten dat een aantal experts tegen het project waren maar toch was hun rapport uiteindelijk positief.
In November 2009 werd in de regio Tibet de Yarlung Zangbo (Brahmapoetra) afgedamd voor de bouw van een middelgrote stuwdam van 500 Megawatt. De Zangmu dam wordt de allereerste dam op de rivier in Tibet, en nog vier andere zijn gepland zonder concrete uitvoeringsdatum. De dam moet het voortdurend electriciteitstekort in centraal Tibet opvangen. De bouw van de dam is vergemakkelijkt sinds men materiaal via de spoorweg kan aanvoeren. Op langere termijn gaan experten ervan uit dat de Yarlung Zangbo, die meer dan 2000 km op een hoogte boven 3000 meter door Tibet stroomt vooraleer India binnen te komen, het tweede grootste potentieel aan waterkracht in China heeft, na de Jangtse. Het hele bekken van de rivier zou 114 gigawatt kunnen leveren (= 100 grote kernreactoren), waarvan 38 gigawatt door één enkele dam in kloof van de Grote Bocht in Medog, kort voor de Indiase grens. Daarvoor bestaan geen plannen, maar experten hebben in vaktijdschriften wel mogelijke ontwerpen besproken. Naast de ecologische gevolgen van een superdam in deze ongerepte regio zijn er technische problemen wegens de moeilijke bereikbaarheid, plus de impact op de waterhuishouding van India en Bangla Desh stroomafwaarts.
Ook het hoogplateau van Qinghai, met de bovenloop van de Jangtse (Jinsha), de Gele Stroom (Huanghe), de Mekong (Lancang) en de Salween (Nujiang) heeft op termijn veel potentieel.
Alhoewel dikwijls kritiek gegeven wordt op de Chinese stuwdammen, wordt in vergelijking met sommige ontwikkelde landen nog relatief minder van het Chinese potentieel aan waterkracht gebruikt.
Bronnen: China Daily, SCMP