Succes bij aanpak verkrotting in Liaoning

Sloppen in Dalian, gelukkig verdwenen


In Liaoning werden van 2005 tot 2011 maar liefst 429 miljoen m² sloppen opgeruimd en vervangen door 44 miljoen m² moderne flats. Daardoor kregen 2,11 miljoen mensen een nieuwe woning. Praktisch alle krotwoningen in de steden van Liaoning zijn nu opgeruimd.
Een typisch voorbeeld is een gezin in Fushun dat verhuist van een vervallen huis van 25 m² naar een appartement van 45 m² mits bijbetaling van nauwelijks 12.000 yuan ( 1.500 euro).
Tot 2005 was Liaoning koploper wat krotwoningen betreft. Dat hing samen met het verleden van de regio, vroeger bekend als centraal deel van Mantsjoerije. Het was een belangrijke industriebasis sinds het begin van de 20ste eeuw, met onder meer steenkool en zware nijverheid. De ontwikkeling versnelde gedurende de Japanse kolonisatie (1935) en na de bevrijding en er werden grote aantallen voorlopige woningen gebouwd voor de arbeiders. Hun afstammelingen woonden er nog steeds. De zware industrie in Liaoning bleef namelijk achterop tijdens de hervormingen van de voorbije decennia en bij een inhaalbeweging einde jaren 90 werd personeel van de staatsbedrijven massaal ontslagen. Het uitgeput raken van steenkoolmijnen verhoogde nog de werkloosheid. Tijdens het voorbije decennium, nadat begonnen werd met de modernisering van de steden, weken vele werkloze inwoners uit naar de vroegere dorpen die nu deel van de stad werden en ze leefden er in primitieve omstandigheden. Van de 2 miljoen bewoners van sloppenwijken in de provincie leefden 70% van overheidsuitkeringen.
In een stad als Fushun woonde uiteindelijk 320.000 personen, of 20% van de bevolking, in krotten. Sinds 1987 probeerde de stad daar iets aan te doen, maar ze had er niet de middelen voor. In 2003 probeerde men het via privé promotoren, wat op protest van de bewoners stuitte, omdat die vreesden de nieuwe woningen niet te kunnen betalen. Het tij keerde in 2005. De centrale overheid investeerde massaal in de heropbouw van de industrie. De provincie hielp de steden financieel bij de sanering van de krottenwijken. Dank zij de subsidies waren de nieuwe woningen betaalbaar. Ieder gezin kreeg als compensatie even veel m² nieuwe bebouwde oppervlakte als hun oude woning, terwijl per bijkomende m² slechts 1000 yuan (125 euro) moet betaald worden. Er werd voor de bewoners ook een opleiding- en tewerkstellingsprogramma opgezet zodat 80% van de afgedankte personeelsleden een nieuwe job vonden.
Volgens een onderzoek van de Chinese academie voor Sociale wetenschappen vindt meer dan 90% van de vroeger sloppenwijkbewoners dat hun sociale status fel verbeterd is, terwijl 86% een duidelijke verbetering van hun sociale zekerheid ervaart.
De budgetten voor de sociale woningen komen van de stadsoverheid, die daarvoor marktmechanismen gebruikt. De overheid onteigent de krotten immers goedkoop en verkoopt de bouwgrond nadien duur. De winsten daarop komen op speciale, strikt gecontroleerde rekeningen, om fraude en diefstal van fondsen te vermijden. De boekhouding van de provincie en de controles erop door revisoren werden versterkt. In de nieuwe wijken is de sociale zekerheid uitgebouwd op drie niveaus (wijken, straten, woonblokken) en pensioen, werkloosheidsverzekering, ziekteverzekering en levensminimum zijn er veralgemeend. Er zijn drie vormen van eigendomsrecht: volledig, gedeeltelijk, en beperkt mits bijbetalen van een zeer lage huur.
Nationaal is het bouwen van sociale woningen een belangrijke prioriteit. Ook andere regio’s in China hebben daarvoor speciale programma’s opgezet, zoals bijvoorbeeld Chongqing.
(Bron: Beijing Review)

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *