China is begonnen met de bouw van een supercomputer die tien maal sneller werkt dan computers van de vorige generatie. Het land is al wereldleider in supercomputers.
De Tianhe-2 is nu de snelste ter wereld. Het is ook de eerste die volledig gebouwd werd met Chinese componenten. Dat moest toen de VS verbood de meest geavanceerde processoren aan China te leveren.
Het prototype van de Tianhe-3 moet begin 2018 klaar zijn. De commercialisering kan dan in 2020 beginnen. Dat is sneller dan de nieuwste supercomputer waaraan de VS werkt.
De Tianhe-3 wordt de eerste op exaschaal. Dat betekent een capaciteit van een kwintiljoen, tien met 18 nullen of één miljard keer een miljard bewerkingen per seconde. Dat is tien maal sneller dan de vorige kampioen die 125 kwadriljoen bewerkingen per seconde haalde. Momenteel werkt men aan doorbraken in snelle processors en in sleuteltechnologieën. De ontwikkeling gebeurt in het Nationaal Supercomputer Centrum in Tianjin.
De computer zal voor algemeen gebruik dienen. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk het nationale smogpatroon te analyseren, terwijl dat nu nog op het districtsniveau moet gebeuren. De simulatie van aardbevingen en epidemieën wordt beter zodat door het bestuderen hiervan sneller en beter gereageerd kan worden. Op microschaal zullen structuren van proteïne en de volgorde van genen bestudeerd worden. Dat kan leiden tot de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.
Parallel aan het project in Tianjin zou China nog aan een andere supercomputer op exaschaal werken. Er is behoefte aan een grotere rekencapaciteit dan de oudere modellen kunnen bieden. En men wil niet alle eieren in één mand leggen. Een supercomputer gaat gemiddeld zes jaar mee. De Tianhe-1 van 2009, destijds de eerste kwadriljoen computer, is momenteel volledig bezet. Hij verwerkt dagelijks meer dan 1.400 opdrachten, op terreinen van kosmologie tot celbiologie.
De Tianhe-3 zou volgens Liu Guangming, de directeur van het computercentrum in Tianjin, jaarlijks 10 miljard yuan economisch voordeel moeten opleveren. Dat vertelde hij aan The Paper, een nieuwsorganisatie in Shanghai.
Bron: China Economic net
