De PMI voor het maakwerk daalde in mei tot 48,8 en deze in de diensten verminderde tot 54,3 zodat het samengesteld PMI daalt tot 52,9. Als schuldige voor de achteruitgang in het maakwerk wordt gewezen naar de mindere vraag. Het officiële PMI staat echter in contrast met het Caixin PMI dat voor het maakwerk 50,9 aangeeft.
China heeft het in het eerste trimester beter gedaan dan analisten voorspelden. Ondanks de Covid-19 golf in december-januari trok de economie vanaf februari aan en groeide het bbp met 4,5% . Alle indicatoren wijzen erop dat het niet om een kortstondige opflakkering gaat.
Het officieel PMI cijfer voor de diensten liep in maart op tot 58,2 het hoogste cijfer sinds mei 2011. Het cijfer in het maakwerk daalde lichtjes tot 51,9 zodat het gecombineerd PMI 57 bedroeg in maart. Als uitleg wordt gewezen naar een snelle economische heropleving na de pandemie.
De Chinese economie verdubbelde op tien jaar tijd en groeide jaarlijks met 6,6%. China droeg 30% bij tot de globale groei en is daarmee leider. De inkomens van de bevolking groeiden jaarlijks met 6,6% inflatie verrekend. Op de Global Innovation Index rukte China op van de 34ste naar de twaalfde plaats.
Met een officieel PMI cijfer van 50,1 zit het maakwerk na 3 maanden terug in expansie. Het Caixin PMI cijfer voor het maakwerk daalde daarentegen van 49,5 in augustus tot in 48.1 in september
Niettegenstaande ongunstige interne- en buitenlandse omstandigheden wijzen de economische cijfers voor augustus op een lichte verbetering. Vermoed wordt dat de groei zwak blijft zij het dat de regering er alles aan doet om het tij te keren.
Premier Li Keqiang beweert met een iets lagere groei te kunnen leven als de inflatie onder 3,5% blijft en de werkloosheid lager dan 5,5%. Een grootschalige stimulering wordt uitgesloten om de inflatie te vermijden die westerse landen treft.
De bnp-groei tijdens het tweede kwartaal bedroeg nauwelijks 0,4% en dit werd veroorzaakt door de lockdowns in mei. In juni veerde de economie weer op. De buitenlandse handel steeg tijdens het eerste semester met 9,4%. De regering treft allerlei maatregelen om de groei op peil te houden
Voor het eerst sinds februari hijsen de PMI-cijfers zowel van het maakwerk en van de diensten zich boven de 50 grens tussen contractie en expansie. De PMI van het maakwerk komt op 50,2 te staan terwijl de diensten 54,7 halen.
Het Chinese Bnp groeide tijdens het tweede kwartaal met 7,8 % zodat tijdens het eerste semester 12,7 % groei werd bereikt. De driver ligt bij de buitenlandse handel. Hoewel China een groei van 6% nastreeft, behoort 8% volgens de Wereldbank tot de mogelijkheden.
