Taiwan versus China – het verhaal achter het debat

Er is veel geschreven n.a.v. de opvallend lange reis van Ma Ying-jeou door China en zijn ontmoeting met Xi Jinping. De meeste artikels hingen aan de kernvraag of Taiwan nu wel of niet een deel van China is. Het antwoord op die vraag is meestal gebaseerd op de politieke stellingname van de schrijver en niet op inzicht in de historische achtergrond.

Een activiteit van de Vereniging van Taiwanezen in Shanghai; foto Guancha (disclaimer)

Westers standpunt

Bijna alle Westerse politici en journalisten spreken over dit probleem alsof ze alle ins en outs kennen en verdedigen fanatiek het ene of het andere standpunt. In werkelijkheid, echter blijkt hun antwoord op de vraag of Taiwan wel of niet Chinees is afhankelijk te zijn van hun perceptie van China. Op dit moment zijn degenen die China als dreiging zien in de meerderheid. Dit heeft als resultaat dat ook een ruime meerderheid van media-artikels en uitspraken van westerse politici bevestigen dat Taiwan de facto een zelfstandige staat is, die onder steeds sterkere druk van China staat om die zelfstandigheid niet uit te roepen, op straffe van militair ingrijpen.

Chinees standpunt

De Chinese regering heeft haar standpunt over Taiwan vanaf de dag van de oprichting van de Volksrepubliek China nooit gewijzigd. Taiwan is, al vanaf de oudheid, een onlosmakelijk onderdeel van China. De Chinese regering zal dan ook nooit toestaan dat het de hoedanigheid van zelfstandige staat krijgt. China streeft ernaar met de autoriteiten op Taiwan tot overeenstemming te komen over een status van het gebied dat door de meerderheid van de burgers op Taiwan aanvaardbaar is. Zij wil dit middels vreedzame contacten tot stand brengen. Alleen in het geval van een onafhankelijkheidsverklaring zal China overwegen het leger in te zetten.

Taiwanees standpunt

Pre-1949

Het onderwerp dat in de meeste debatten ontbreekt is welke standpunten er onder Taiwanezen zelf leven. Dit kun je alleen beginnen te begrijpen als je weet wat daar na 1949 gebeurd is. Al snel begreep de nationalistische president Chiang Kai-shek dat hij het van de Communisten zou verliezen. Hij had daarom allang Taiwan uitgekozen als locatie waar zijn partij (de Kwo Min Tang (KMT)) en zijn leger zich konden verschansen. Veel autochtone Taiwanezen verzetten zich echter tegen de stroom vastelanders die zich in hun achtertuin kwamen vestigen. In de jaren veertig zijn meerdere opstanden hardhandig door de KMT onderdrukt.

Post-1949

Op Taiwan werden twee regeringen ingesteld: een Taiwanese provinciale regering en een nati                    onale die bestond uit leden die tijdens de laatste verkiezingen gekozen waren. Die laatste regering zou pas vervangen worden nadat de KMT heel China heroverd zou hebben. Dat is nooit gebeurd. Taiwan bleef tot in de jaren 1980 onder een staat van beleg waarin de KMT zich redelijk staande kon houden, maar met het afnemen van het aantal mensen dat op het vasteland geboren was werd verminderde ook de steun aan de KMT en haar idealen.                                                                                                                                                             

Vroegmoderne tijd

Om nieuwe volksopstanden tegen te gaan, gooide de KMT hun beleid totaal om. De ambitie heel China terug te veroveren werd omgezet in het doel de hele Taiwanese bevolking achter zich te scharen. Ze wilden dit bereiken door de geschiedenisboeken voor scholen drastisch te herschrijven. De geschiedenis van China vóór de jaren veertig werd niet langer onderwezen als nationale, maar als Chinese geschiedenis, onderdeel van de geschiedenis van Azië. De eigen geschiedenis heette expliciet Taiwanese geschiedenis. Op dezelfde manier stampte men een Taiwanese cultuur, een Taiwanese cuisine, etc., uit de grond. Wel bleef de nationale taal, die al in het begin van de twintigste eeuw gedefinieerd was, dezelfde als op het vasteland.

Het heden

Dit beleid leek aardig te lukken, totdat China na het einde van de Culturele Revolutie drastische economische hervormingen afkondigde. Nu opende dat enorme gebied van hun eigen moederland, dat zo lang gesloten was geweest, de deuren extra wijd voor handelaars en investeerders uit Taiwan. Bovendien konden Taiwanezen en masse de oude familiebanden weer aantrekken of vroegere studievrienden bezoeken. Dat waren geen reizen naar het buitenland. Mensen daar spraken hun taal, aten hun voedsel, vierden dezelfde feesten, enz.

Jongere Taiwanezen, die niet meer geleerd hadden dat de Chinese geschiedenis van duizenden jaren her ook hun eigen geschiedenis was, zouden hierdoor in de war kunnen raken. Dat viel echter ontzettend mee. Zo werken er momenteel veel Taiwanezen op het vasteland. Een Chinese bron uit 2023 spreekt van 360.000, ruwweg 1,5% van de totale Taiwanese bevolking. Er is geen opsplitsing qua leeftijd, maar op basis van eigen observaties lijkt die gemiddeld vrij jong.

Zelfstandig of niet

Deze ontwikkelingen construeerden het verschil tussen de autochtonen en de (nakomelingen van) vastelanders op Taiwan. De ondernemers die zich op het vasteland oriënteren zijn voor het merendeel vastelanders of hun (klein)kinderen. De autochtonen hadden en hebben geen band met het vasteland. Zij staan een grote zelfstandigheid van Taiwan voor, doch niet per se een separate republiek. De vastelanders willen hun handel niet in gevaar brengen en zien de status quo het liefst zo lang mogelijk voortduren. Cruciaal in dit spel is de houding van de Chinese regering. Het zou goed zijn de dialoog over een vorm van eenwording die voor iedereen acceptabel is open te laten.

Westerse inmenging

Die communicatie wordt echter steeds meer verstoord door inmenging vanuit het westerse blok. De westerse invloed op wat er in de wereld gebeurt is tanende. Politici voelen dit, maar het leidt bij hen niet tot introspectie over het eigen handelen. De overtuiging omtrent de westerse superioriteit  blijft onveranderd groot. Men ziet dat China voor veel niet-westerse landen een voorbeeld is, wat leidt tot de perceptie van China als rivaal of zelfs vijand. Een van de manieren om China dwars te zitten is het aanpakken van die ongemakkelijke dialoog tussen de Chinese regering en de Taiwanese autoriteiten. EU- politici gaan bijvoorbeeld bij geselecteerde Taiwanese collega’s op bezoek om ‘steun te betuigen’ voor hun ‘strijd’ tegen China. Het siert de Chinese regering dat zij zich tot de dag van vandaag niet uit de tent laat lokken.

Westerse media

Een en ander zou nog acceptabel zijn, als in onze media een dialoog over dit vraagstuk mogelijk was. Dan konden andersdenkenden met politici van gedachten wisselen. Helaas blijkt het vrijwel onmogelijk in onze media om neutraal, laat staan positief, over China en haar beleid te rapporteren. Redacties hebben al beslist zich achter de politiek te scharen. China heeft het stempel ‘slecht’ gekregen en journalisten en programmamakers moeten binnen dat kader opereren om hun werk gepubliceerd of uitgezonden te krijgen. Zij interpreteren Taiwan als ‘anti-Chinees’ en dus automatisch als ‘goed’. Extra vilein is dat men dit redactionele beleid nooit expliciet maakt.

Ik zie in sommige media een tendens om in artikelen over Taiwan de woorden ‘China’ en ‘Chinees’ consistent te mijden. Niet alleen journalisten doen dit, maar ook columnisten van dezelfde krant en zelfs een journalist die zich al jaren als ‘Chinaspecialist’ profileert. Dit moet dus een zaak van redactioneel beleid zijn. Hiermee wordt het publiek met opzet op het verkeerde been gezet.

Bron: eigen onderzoek en observaties van de auteur