De voorzitter van de belangrijkste Taiwanese oppositiepartij Democratic Progressive Party (DPP), die opkomt voor de onafhankelijkheid van Taiwan, schuift nu na zes maanden interne discussie een licht gewijzigd concept naar voren: ‘China plus één’. Dit is symptomatisch voor de steeds nauwere de facto integratie van Taiwan en de Volksrepubliek.
De DPP verloor in 2012 de verkiezingen, en haar op onafhankelijkheid toegespitste programma speelde hierbij ongetwijfeld een rol. De partij werd opgericht in 1986, toen de dictatuur van de Guomindang op Taiwan afbrokkelde, ze droeg bij aan de democratisering van het eiland, ondervond een toenemende populariteit en leverde van 2000 tot 2008 de ‘president’.
Door te streven naar onafhankelijkheid maakt ze zich echter onmogelijk als gesprekspartner voor de Volksrepubliek en ging ze volledig in tegen een toenadering en integratie die feitelijk steeds nauwer werd. Haar rivalen van de Guomindang hebben zich ondertussen met Beijing verzoend en werken actief samen met het vasteland. Binnen de DPP staat het concept van onafhankelijkheid dan ook onder druk. Belangrijke partijleden zijn op eigen initiatief naar het vasteland gereisd en sommigen onder hen namen deel aan academische conferenties. Na een interne discussie van zes maanden heeft partijleider Su Tseng-chang nu gezegd dat de ‘Verklaring over de toekomst van Taiwan’, de basistekst van de partij die onafhankelijkheid claimt, een zaak van het verleden is, want Taiwan is de facto een onafhankelijk land. De tekst was volgens hem vroeger belangrijk omdat Taiwan toen door de ‘Chinese’ Guomindang dictatuur geregeerd werd. Een voorstel om het onafhankelijkheidsprincipe te ‘bevriezen’ werd echter door de partij niet aangenomen. Het nieuwe principe omschrijft Su vaagweg als ‘China plus één’. Het is nog lang niet hetzelfde als het door Deng Xiaoping gelanceerde ‘één land, twee systemen’, maar wel een principiële doorbraak.
Guomindang achterna?
De rivaliserende partij Guomindang heeft altijd het principe van één enkel China hoog gehouden. Waarbij ze ervan uitgingen dat zij de wettelijke regering voor heel China vormden en in Beijing de rebellen woonden. Maar met ‘rebellen’ kan je onderhandelen, compromissen vinden en zaken doen. Voor de Guomindang mag de huidige situatie van één land, China, met twee regeringen –één in Beijing en één in Taipei- nog lange tijd statu quo blijven. In 2008 kwam met Ma Ying-jeou een China-vriendelijke president aan de macht. De wettelijke beperkingen op de feitelijke samenwerking – die formeel via Hongkong verliep- zijn één na één opgeheven. Het Economic Cooperation Framework Agreement (ECFA) vormde het kaderakkoord waarbinnen de economische integratie steeds sterker wordt, met grote voordelen voor Taiwan. Ma werd met dat beleid voor een tweede termijn herkozen. De DPP moest wel iets doen wilde ze nog serieus politiek meespelen. Het is duidelijk dat de partij die goede relaties met Beijing onderhoudt vandaag een voorsprong heeft bij de verkiezingen.
De bocht van de DPP zal de samenwerking tussen de Volksrepubliek versterken. In de Taiwanese Yuan, het parlement, zal minder oppositie zijn tegen wetten die de samenwerking moeten bevorderen. De Taiwan Solidarity Union (TSU) is weliswaar nog voorstander van onafhankelijkheid maar heeft minder invloed dan de DPP. Volgens recente polls is nog altijd meer dan de helft van de Taiwanese bevolking eigenlijk voorstander van onafhankelijkheid; maar zij willen daarvoor de voordelen van nauwe samenwerking met de Volksrepubliek niet kwijt spelen.
Ook politieke dooi
Een belangrijke nieuwe stap in de relaties is het voor februari aangekondigde bezoek van Wang Yu-chi, de directeur van het Taiwanese Bureau voor het Vasteland, aan het vasteland. Het is de eerste keer dat de directeur van dit bureau het vasteland bezoekt. Hij zal er de directeur van het Bureau voor Taiwanese Zaken, eigenlijk een minister, ontmoeten. Het is de bedoeling deze bezoeken voortaan op regelmatige basis te organiseren om de verdere institutionalisering van de betrekkingen te bespreken. Voor deze primeur staat een symbolisch belangrijk bezoek aan het mausoleum van Sun Yat-sen in Nanjing op het programma. Sun wordt zowel in Beijing als in Taipei gevierd als één van de grootste nationale helden. Een indicatie van voortschrijdende integratie is dat men buiten het economische domein ook politiek meer op dezelfde lijn komt. Toen einde vorig jaar China zijn Air Defense Identification Zone (ADIZ) afkondigde, reageerden de VS en Japan zeer negatief, Zuid-Korea voorzichtig negatief, maar Taiwan schaarde zich onmiddellijk achter de Volksrepubliek. En hier raken we aan de geopolitiek: de VS staan militair garant voor de verdediging van Taiwan tegen de Volksrepubliek. Verdere integratie van Taiwan met China ondergraaft de invloed van de VS in de regio, maar neemt tegelijk ook een mogelijke bron van militair conflict weg.
Bronnen: The Diplomat, artikel van Shang-su Wu, onderzoeker Military Studies Programme, S. Rajaratnam School of International Studies (RSIS), Nanyang Technological University, Singapore; Xinhua