Het Energiebestuur beoogt tegen 2030 40% van de elektriciteit te laten opwekken door hernieuwbare energie terwijl dit nu 28,2% bedraagt. Het aandeel daarin van andere bronnen dan waterkracht moet omhoog van 10,8% naar 25,9%.
Het Energiebestuur kreeg onlangs kritiek dat het te veel elektriciteit toeliet op basis van fossiele brandstoffen. Vermits president Xi Jinping beloofde dat het aandeel van niet fossiele brandstoffen in het primair energieverbruik tegen 2030 25% moet bedragen, stelt het Energiebestuur zijn politiek bij. Nu wordt 28,2% van de elektriciteit opgewekt door hernieuwbare bronnen en dit moet tegen 2030 omhoog tot 40%, aldus het Energiebestuur. Daarbij moet het aandeel dat niet opgewekt wordt door waterkracht eveneens omhoog, namelijk van 10,8% tot 25,9%.
Het document wordt nu naar de lokale Energiebesturen gestuurd, naar de Ontwikkeling- en hervormingscommissies en naar de netwerk bedrijven. Ze krijgen tijd tot 26 februari om opmerkingen te formuleren. Xi Jinping zei in December nog dat China tegen 2030 1200 Gigawatt aan zonne- en windenergie capaciteit zou hebben. Volgens het VS Rocky Mountain Institute en de te Londen gebaseerde Energy Transitions Commission houdt het verhogen van 26% van het aandeel van niet fossiele brandstoffen in dat de totale capaciteit van zonne-en windenergie tegen 2030 1600 GW zou moeten bedragen, een behoorlijk, stuk meer dan Xi aankondigde. Dit betekent volgens hen een jaarlijkse toename van 110 GW met niet waterkracht energiebronnen.
Analisten zijn verdeeld over de haalbaarheid van de gestelde doelstellingen. In 2020 heeft China al de aanleg van zonne- en windenergiestations verdubbeld door 72 GW op basis van windenergie en 48 GW op basis van zonne-energie naast 13 GW waterkrachtcentrales. Ondertussen is de regering gestopt met het subsidiëren van grote producenten niet hernieuwbare energie en is ook niet van plan om nog windenergieprojecten op het land te subsidiëren. Het is bijgevolg onwaarschijnlijk dat de opgang van vorig jaar weer gehaald zou worden. Overigens vraagt het Energiebestuur ook aan de provincies dat ze hun doelstelling tot 40% hernieuwbare bronnen bijstellen. Dit is voor sommige provincies zoals Henan echter moeilijk te bereiken.
Windenergie
De sector windenergie kende tijdens K4 2020 voor de 47 GW nieuwe installaties een sterkere opmars dan het totaal van 2018 en 2019, aldus Wood Mackenzie. Dat de subsidies na 2020 zouden stoppen, was zeker een stimulerende factor. Feed-in tarieven voor offshore projecten lopen dit jaar af wat ook nog tot een bouwwoede kan leiden. De regering geeft prioriteit aan niet gesubsidieerde projecten die qua energieprijs met fossiele energie kunnen concurreren. De kosten van de bouw van windenergieprojecten is weliswaar sterk gedaald maar nu duikt het probleem op van energieopslag want wind op land is nogal onvoorspelbaar. Ook de uitbouw van het UHV-transmissienet blijft actueel. Smartkarma’s Mio Kato raamt zelfs dat de Chinese windenergiestations in 2019 maar 2,6% draaiden van hun technische capaciteit.
Week in China, SCMP,
