Boeddhistische en taoïstische tempels in China hebben van de overheid waarschuwingen tegen overdreven commercialisering gekregen.
Maar liefst 12 departementen van de regering hebben een richtlijn opgesteld betreffende commerciële activiteiten in de tempels van het boeddhisme en het taoïsme.
Staatstoezicht
De instellingen die zich met de zaak bezighouden zijn onder andere de Staatsdienst voor Religieuze Aangelegenheden (SARA), de Afdeling Publiciteit (vroeger propagandadienst genoemd) van de communistische partij, de Centrale Leidende Groep Cyberspace en het ministerie voor Openbare Veiligheid. In het document staat dat boeddhistische en taoïstische heiligdommen belangeloos werken. Het is aan organisaties en individuen verboden om aan religieuze activiteiten geld te verdienen. Ze mogen wel boeken uitgeven en (kunst)voorwerpen verkopen. Dat zijn wel activiteiten van commerciële aard, maar de winst daarvan moet gaan naar het onderhoud van het gebouw of naar goede doelen.
Verenigingen akkoord
Meester Xuecheng, de voorzitter van de Buddhist Association of China en zijn collega van de China Taoist Association, Li Guangfu, hebben positief gereageerd op het tienpuntenplan. Allebei willen ze een duidelijk onderscheid maken tussen financiële activiteiten om hun leer te promoten en de commercie om winst te maken.
Financiële en inhoudelijke controle
De Staatsdienst voor Religieuze Aangelegenheden (SARA) zal de supervisie verscherpen. De beheerders van de tempels moeten, net zoals niet-godsdienstige instellingen, een correcte boekhouding bijhouden. De belastingdienst zal hun inkomsten en uitgaven inspecteren, zoals de wet het voorschrijft. Een onafhankelijke controleur zal toezicht houden op financiële operaties en het beheer van fondsen en donaties. Daarover zal het publiek informatie krijgen. Religieuze websites moeten aan de overheid toestemming vragen voor het posten van hun content.
Rol van de lokale regeringen
Lokale regeringen hebben de plicht om meer controle uit te oefenen op religie. Zij moeten ervoor zorgen dat er geen hoge entreeprijzen worden gevraagd. Plaatselijke overheden moeten zelf het goede voorbeeld geven. Dat wil zeggen: geen overdreven grote beelden laten plaatsen, geen heiligdommen laten bouwen op plaatsen zonder religieuze betekenis, enkel om toeristen te lokken. ‘De economie en het toerisme moeten met andere middelen worden gestimuleerd’, volgens het document.
Waarom deze ingreep?
Er staan extra maatregelen op de agenda, zoals een beperking op het branden van wierook en het vrijlaten van dieren (zoals de boeddhisten doen). Overdrijvingen hiervan kunnen leiden tot pollutie en andere gevaren voor de volksgezondheid. De verklaring van de 12 departementen is dat ‘sommige tempels te commercieel bezig zijn. Dat is niet goed voor de correcte ontwikkeling van de godsdienst en de ethiek, en het leidt tot corruptie’.
Bronnen: Xinhua, South China Morning Post
Ben mee eens, maar dan moet de overheid hun licentie wel beschermen tegen oplichters. De reden dat Shaolin tempel zo commercieel was geworden was puur de schuld van de rechter. 30 jaar geleden had een medicijnenbedrijf een medicijn verkocht onder hun naam. Wat Shaolin zo kwaad maakt: zonder hun toestemming en gemaakt met dierlijke producten. Had het bedrijf aangeklaagd duurt 7 jaar land en kostte 1 miljoen RMB voordat ze het wonnen. Tibetanen geven soms wel 30% van hun inkomsten aan de tempels. Geen wonder dat ze zo arm zijn. Kerk en Moskee ook zo erg. Soms kan men de donatie niet overmaken en dus gaat ze naar illegale ondergrondse kerk of moskee. Gesponsord door buitenlandse geld van een Saudi prins, met preken over burka’s etc etc… Religie kost geld. Wie niet kan betalen moet er niet aan beginnen.