Aan het station van Urumqi, de hoofdstad van Xinjiang in het noordwesten van China, is een reeks aanslagen gebeurd op woensdag 30 april.
Het was de laatste dag van het bezoek van de Chinese president aan de regio en een tijdstip waarop veel reizigers de trein wilden nemen aan de vooravond van de vrije dagen ter gelegenheid van 1 Mei. Met messen gewapende militanten hakten in op burgers aan de uitgang van het station. Een bom werd tot ontploffing gebracht tussen het stationsgebouw en een bushalte. Drie mensen zijn gedood en er vielen 79 gewonden, onder hen daders. De overheid heeft de wijk een tijdlang afgezet. Na het puinruimen en het transport van de gewonden hebben de veiligheidsdiensten zo snel mogelijk de rust hersteld en gezorgd voor een hervatting van het verkeer en het openbaar vervoer. Er zouden personen zijn gearresteerd. Het onderzoek loopt. Vandaag, 1 mei, is de beveiliging van het station verterkt, met troepen bij de in- en uitgangen. De burgers zijn rustig: Oeigoeren en Han hangen rond in de omgeving, vriendelijk en nieuwsgierig ervaringen uitwisselend, aldus de SCMP. Xi Jinping heeft gereageerd met oproepen om ‘de gewonden alle nodige hulp te verlenen, de schuldigen snel te arresteren en hard te straffen’ en om ‘de strijd tegen het geweld en het terrorisme op geen enkel moment te laten verslappen en om doortastende acties te ondernemen om hun woeste campagne een halt toe te roepen’.
De manier van actie voeren, de beoogde slachtoffers, de plaats en het gekozen tijdstip: alles wijst op een terroristische aanslag van separatisten. Xinjiang is in de Volksrepubliek China een Autonome Oeigoerse Regio, omdat de grootste bevolkingsgroep, bijna de helft van het totaal, die van de Oeigoeren is. De op een na grootste groep is die van de Han en er wonen verder nog een tiental andere minderheden. Er zijn Oeigoeren die ijveren voor een afsplitsing van China, sommigen onder hen omdat ze behoren tot een bepaalde stroming van de islam of uit een volksnationalistische (‘Groot-Turkse’) gedachte of om beide redenen. Een aantal wil dat met geweld bereiken. Het is niet duidelijk met hoeveel ze zijn, hoe stevig hun organisatie (al) is en wat voor steun ze uit het buitenland krijgen. De Chinese overheid spant zich in om de verschillende bevolkingsgroepen vreedzaam te laten samenleven en aan klachten gehoor te geven. De regio heeft grote economische mogelijkheden (grondstoffen, een gunstige ligging) en is een van de westelijke streken die een snelle modernisering en ontwikkeling kent. De staat investeert veel geld en middelen in Xinjiang. Beijing onderdrukt met staatsgeweld het separatisme en de terreur. Dat lijkt echter een opgang te kennen: in juli 2009 droegen separatisten nog bij aan spanningen tussen Oeigoeren en Han die uit de hand liepen en in dodelijke rellen verkeerden. Sindsdien zijn er echter regelrechte, geplande aanslagen geweest, in Xinjiang zelf, maar ook in andere Chinese provincies. Ze zijn duidelijk gericht op het verwekken van sensatie en het maken van burgerslachtoffers. In oktober 2013 reed een auto zelfs in op het publiek op het Tienanmenplein van Beijing en in maart 2014 vielen er 29 burgerdoden en 140 gewonden bij een aanval in Kunming. Ook hier waren de daders met messen gewapend.
Xi Jinping had tijdens zijn bezoek van vier dagen, waarbij hij o.a. naar een moskee ging, de nadruk gelegd op het streven naar welvaart en eenheid onder de bevolking en gezegd dat Xinjiang een belangrijke rol speelt in de beweging voor hervorming, stabiliteit en nationale eenheid van China.
Bronnen: South China Morning Post, Xinhua, WN.com, FT, BBC
Video http://article.wn.com/view/2014/05/01/Explosion_occurs_at_Xinjiang_railway_station/