‘The Handbook of China’s Financial System’, uitgegeven door Princeton University Press, heeft de ambitie een standaard referentieboek te zijn over het Chinese financiële systeem. Mijns inziens slaagt het daarin.
Het boek is tot stand gekomen onder redactie van Marlene Amstad, professor aan de Chinese University of Hongkong, Sun Guofeng, onderdirecteur bij de Bank of China, en Xiong Wei, professor aan Princeton en Shenzhen University. Het excelleert door de brede behandeling van het onderwerp, door de diepgang van de analyses en door de kwaliteit van de auteurs. Het is ook interessant door de manier waarop de strijd tussen de liberale en socialistische visie op de economie impliciet aan bod komt.
Exhaustieve behandeling van het onderwerp
Het boek beschrijft veel meer dan de Chinese banken en beurzen, waaraan we traditioneel denken bij een financieel systeem. In het eerste lang hoofdstuk komt uiteraard het bankenlandschap aan bod. Hier wordt ook meteen al het fenomeen van schaduwbankieren uitvoerig geanalyseerd; dat blijkt minder in de schaduw te gebeuren dan de naam suggereert. Het tweede hoofdstuk betreft de Chinese monetaire politiek en het derde de instrumenten om die uit te voeren. Hier zien we klaar in het jargon waarin de People’s Bank of China de gevoerde politiek verpakt, en leren we welke de doelstellingen zijn. Een vierde hoofdstuk behandelt de strategie voor de rentevoeten.
In een tweede deel komen obligaties in beeld en de grote rol van de interbancaire transacties. Het derde deel onderzoekt de relaties tussen het financiële systeem, met drie hoofdstukken respectievelijk over de macro-economische effecten, de vastgoedmarkt en de financiering van infrastructuur. Hier komen ook aspecten naar voor zoals de rol van vastgoedtransacties voor het budget van lokale overheden, het lage risico dat we naar een subprime crisis gaan in Amerikaanse stijl en de cruciale rol van door de lokale overheden buiten budget opgerichte vehikels voorde financiering van infrastructuurwerken.
Het vierde deel pakt de belangrijke aan gang zijnde hervormingen aan met een hoofdstuk over de moeizame internationalisering van de RMB en een over het stapsgewijs vrijmaken van de kapitaaltransfers in en uit China.
Een deel over de beurzen kon niet ontbreken. Daarin vinden we een hoofdstuk over de evolutie van het beurslandschap in China, een over de manier waarop de overheid dat positief probeert te kanaliseren, en een over de ontwikkeling van boekhoudsystemen die noodzakelijk zijn voor de betrouwbaarheid van beursgenoteerde bedrijven. Een ander belangrijk luik van het financiële systeem wordt belicht in deel zes met een hoofdstuk over investeringsfondsen en een over durfkapitaalfondsen.
Enigszins verrassend maar des te interessanter en verhelderend volgt dan nog een hoofdstuk over het Chinese systeem van pensioenen, de financiering daarvan en de discussie of de pensioenleeftijd omhoog moet, en om af te sluiten een hoofdstuk over de fintech ontwikkelingen.
Na elk hoofdstuk volgen bijkomende referenties en een beperkt aantal voetnoten. Achteraan het boek vindt men een index, wat gezien het sterk technische en specialistische karakter van de materie niet overbodig is.
Gedegen analyse
De verschillende hoofdstukken volgen in grote lijnen hetzelfde schema. We krijgen een overzicht van de evolutie sinds de start van de hervormingen in 1978 (of soms sinds 1949) met aandacht voor de rationaliteit achter de genomen maatregelen. Er is een deel met een kwantitatief en kwalitatief overzicht. Bij het tableau van de huidige situatie hoort een overzicht van de successen, de uitdagingen en de huidige politiek. En dan worden de uitdagingen en verwachtingen voor de toekomst bekeken. De evolutie van de omstandigheden en de logische reactie daarop vormt de rode draad. In een aantal hoofdstukken is er ook een stukje theoretische benadering.
Interessant is het grote aantal tabellen en grafieken die de zaken aanschouwelijker voorstellen dan kan in een droge tekst.
Het samen brengen van de gedetailleerde informatie plus analyse voer één specifiek topic is zeker verdienstelijk. Ik ken geen andere bron waar dit zo systematisch voor een aantal van deze onderwerpen in het Engels beschikbaar is. Om maar enkele voorbeelden te noemen: het pensioensysteem of de financiering van infrastructuur. Wie het hoofdstuk over fintech leest is ook niet meer verbaasd over de recente tribulaties rond de afgelaste beursgang van Ant Group.
Een keur aan goed geïnformeerde auteurs
De kwaliteit van het boek wordt uiteraard bepaald door de auteurs. De redactie door een westerse professor van Hongkong, een Chinese professor van Princeton en Shenzhen en een topkader van een grote Chinese staatsbank is een goede start. Daarnaast zijn er een dertigtal andere auteurs, op één na allen Chinees. Dat zijn niet alleen academici. Ongeveer de helft van hen heeft ervaring als kaderlid bij een bank of een andere belangrijke financiële instelling. Dat heeft gevolgen voor de benadering van het onderwerp. Het boek is doorspekt met feiten uit de geschiedenis, de gevolgde logica bij de beleidsbeslissingen, de moeilijkheden en de uitdagingen die alleen mensen uit de praktijk zo goed kunnen kennen. Dat geeft het boek een enorme meerwaarde
Vrij van ideologie?
Het is interessant te noteren dat over een toch bij uitstek politiek geladen onderwerp als het financieel systeem in het hele boek niet één keer gesproken wordt over socialisme of kapitalisme. Alle maatregelen lijken logisch voort te vloeien uit de omstandigheden waarin China zich op een bepaald moment bevindt en de prioriteit van de communistische partij om China snel te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat de overgrote meerderheid van de bevolking daarvan profiteert.
Zo is het in de hoofdstukken en secties over hervormingen grappig om eerst een theoretisch, liberaal geïnspireerde theoretische benadering te lezen, en dan verderop in datzelfde hoofdstuk te zien hoe China zich uiteindelijk niet aan dat recept houdt, maar toch succes boekt. Het boek lijkt op het eerste gezicht vrij van ideologie, maar de ideologische discussie rond de concrete politiek sijpelt door de poriën.
Twee dingen worden door het hele boek heen duidelijk: ten eerste dat het pragmatisme van Deng (het geeft niet of de kat wit of zwart is, als ze maar muizen vangt)nog steeds de politiek bepaalt, en ten tweede dat er wel degelijk verschil is tussen een kapitalistisch financieel systeem en een socialistisch financieel systeem, weliswaar op zijn chinees.
Leesboek of referentieboek?
Het boek is inhoudelijk zeer goed gestoffeerd en de auteurs doen erg hun best om de soms moeilijke financieel-technische materie verstaanbaar te brengen. Het is eerder een referentiewerk dat hoofdstuk per hoofdstuk te consulteren valt dan een boek om in een keer uit te lezen. Wie concrete vragen heeft rond één van de gecoverde onderwerpen vindt er bijna zeker een antwoord in. Enige voorkennis van economie en liefst ook van financiële terminologie maken de lectuur zeker gemakkelijker.
Amstad Marlene, Sun Guofeng, Xiong Wei (ed.), The Handbook of China’s Financial system, Princeton University Press 2020, 492 blzn, ISBN 9780691205731, hardback 85$, ook te verkrijgen als e-book.