De Chinese traditionele technieken ter vervaardiging van thee werden opgenomen in het UNESCO patrimonium van cultureel erfgoed. Daar blijft China mee op de eerste plaats met 43 onderwerpen.
De UNESCO heeft de technieken ter vervaarding van thee en de erbij horende sociale gewoonten toegevoegd aan de lijst van Intangible Cultural Heritage for Humanity waar China bovenaan de lijst staat met 43 items. Eerste in 2001 was de Kunqu Opera, gevolgd door de Peking Opera, technieken voor papier snijden, het Drakenbotenfestival, Taijiquan en acupunctuur..
De lijst erkent de kennis, vaardigheden en praktijken met betrekking tot het beheer van theeplantages, het plukken van theebladeren, handmatige verwerking en het drinken en delen van thee. Thee is alomtegenwoordig in het dagelijks leven van Chinezen. Doordrenkt of gekookte thee wordt thuis, op het werk, in theehuizen, in restaurants en in tempels geserveerd en vormt een belangrijk communicatiemiddel bij gezelligheid en ceremonies zoals bruiloften en offerplechtigheden. Op basis van natuurlijke omstandigheden en lokale gewoonten hebben de Chinese theeproducenten zes categorieën thee ontwikkeld – groen, geel, donker, wit, oolong en zwart – en er zijn andere variëteiten zoals thee met bloemengeur en meer dan 2.000 theeproducten.
De aanvraag bij de UNESCO was onder meer ingediend door het Cultural Center of Wuyishan dat de technieken toepast voor Wuyi Rock Tea (Dahongpao Tea) en door de Longjing Tea Industry Association van het Xihu district te Hangzhou. ‘De theecultuur in China heeft sociale praktijken, traditionele vaardigheden en handwerk gekoesterd. Het weerspiegelt de waarden van bescheidenheid, harmonie en respect van het Chinese volk’, zo heet het. ‘Het vergemakkelijkt ook uitwisselingen en wederzijds leren tussen beschavingen die verbonden zijn door de Zijderoute, en speelt daarmee een belangrijke rol in sociale ontwikkeling’, aldus nog de aanvraag.
Welstand voor boeren
Dat het verbouwen van thee het inkomen van boeren kan doen stijgen, bewijst het arme arrondissement Pu’an in de provincie Guizhou. Eerst begon het dorp met zaden uit Zhejiang te planten op 133 hectaren later op een viervoud. Pu’an maakte een gedetailleerd plan met betrekking tot bouwnormen, beheer en onderhoud van de plantage en verbeterde ook de infrastructuur zoals watertanks, reservoirs, leidingnetwerken en dammen. Zhejiang Tea Group en de lokale overheid investeerden 280 miljoen yuan om een thee-industriepark in het arrondissement te bouwen. De groep heeft ook haar inspanningen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van theemerken opgevoerd. Het lanceerde het merk Xiecha en werkt nu aan de ontwikkeling van het merk Baiming No 1. Dit verbouwen van thee bezorgde 15.800 boeren een beter inkomen. Pu’an verhief zich uit de armoede voor 2020.
Global Times, China Daily
