Doojee Dorma, studente culturele antropologie uit Tibet
‘Leven in het buitenland heeft mijn horizon verbreed’
Doojee Dorma (25) is geboren en getogen in Lhasa, Tibet. Ze heeft alle kansen benut om buiten Lhasa te gaan wonen en studeren en haar wereld te vergroten. Ze studeert antropologie aan de Princeton University in de Verenigde Staten en verblijft in Peking om aan haar proefschrift te werken. De ervaringen die ze tijdens haar studie op het ‘vasteland’ van China en elders heeft opgedaan, dragen bij aan haar genuanceerd positieve houding tegenover de Chinese overheid. Maar haar afkomst vergeet ze niet: “Ik wil mensen laten begrijpen hoe de situatie in Tibet écht is.”
Tekst: Judith van de Bovenkamp
Als ik Dorma vraag waar ze vindt dat ze vandaan komt, China of Tibet, denkt ze lang na voordat ze antwoordt: “Ik denk dat het voor iemand van buiten China heel gek klinkt als ik zeg dat ik uit China kom, ik ben immers in Lhasa opgegroeid. Ik beschouw Tibet echter als een deel van China en heb ook een Chinees paspoort.” Als ze terugdenkt aan haar jeugd in Lhasa komen er gelukkige herinneringen naar boven: “Tijdens mijn jeugd heb ik niets gemerkt van de invloed van politiek op het dagelijkse leven. De omgeving waar we woonden, was weliswaar niet erg ontwikkeld, zo waren de gebouwen vrij oud en was er niet veel materiaal voorradig, maar toch was het een gelukkige periode.” Vooral herinneringen aan haar schooltijd liggen nog vers in het geheugen: “Iedere vrijdag deden we iets anders, we gingen bijvoorbeeld arme boeren helpen met oogsten. Dit herinner ik me goed omdat ik het belangrijk vond dat we anderen hielpen. Ook zongen en dansten we veel tijdens de gymlessen. Dit waren vrijwel altijd traditionele Tibetaanse dansen en liedjes. Ook het onderwijs zelf werd in het Tibetaans gegeven. Pas in de derde klas begonnen we met het leren van Chinees.”
Komst van Chinese leger
Iets anders dat Dorma bijstaat uit haar vroege jeugd, is de nadruk die haar ouders in haar opvoeding op onderwijs hebben gelegd: “Mijn ouders vonden onderwijs belangrijk omdat ze wisten dat de basis van een goede toekomst in een goede opleiding ligt. Ze hebben mij daarin altijd gestimuleerd, ook om buiten Tibet te studeren. Mijn moeder is docente Tibetaanse geschiedenis en momenteel werkt ze in de Verenigde Staten. Ze wil mensen graag meer bijbrengen over de situatie in ons thuisland en houdt van haar werk. Ik denk niet dat ze hierin ooit hinder ondervonden heeft van de Chinese censuur. Mijn vader is gepensioneerd maar lid van de partij, hij was ambtenaar. Hij werd partijlid omdat hij op die manier meer rechten en mogelijkheden kreeg. De enige belemmering die hij in het dagelijkse leven als Tibetaan ondervindt van zijn lidmaatschap, is dat partijleden niet naar de tempel mogen gaan om te bidden. Dit is geen geschreven wet, maar het is gewoon vreemd als een partijlid gaat bidden. De Communistische Partij keurt het aanhangen van een geloof in principe namelijk af.”
Dorma’s houding tegenover de Chinese overheid is opmerkelijk positief. De houding van haar ouders kan hier invloed op hebben gehad, in ieder geval hebben zij veel met Dorma en haar zus over China gesproken. “Mijn ouders hebben me altijd verteld hoe blij het Tibetaanse volk was met de komst van het Chinese leger in 1959. Voor die tijd had Tibet een feodale regering: 95% van de bevolking werkte zich kapot voor de overige 5%. De Dalai Lama en zijn gevolg hadden het goed maar het werk en leven van de gewone bevolking stond volledig in dienst van de geestelijke leiders. Na de komst van het Chinese leger kreeg het gewone volk eindelijk een eigen stukje land om te bewerken. Het volk kreeg een menselijker behandeling en meer vrijheid. Natuurlijk was de overige 5% van de samenleving hier niet blij mee, zij raakten hun luxepositie kwijt.”
Naar school op het ‘vasteland’
Toen Dorma twaalf was, werd ze uitverkoren om naar een middelbare school in de provincie Shandong te gaan, het zogeheten ‘vasteland’. Hier volgde ze alle lessen samen met andere Tibetaanse kinderen. “Omdat ik in China de middelbare school bezocht hebben we vooral de geschiedenis van het vasteland bestudeerd; aan gebieden als Tibet en Xinjiang werd minder aandacht besteed. Omdat de Tibetaanse taal sterk samenhangt met onze religie en die weer met onze geschiedenis, ging de docente Tibetaans er wel op in. Omdat veel van deze boeddhistische geschiedenis erg ingewikkeld is, hebben we die alleen globaal behandeld.” Omdat de nadruk in haar opleiding vooral op het vasteland van China zelf lag, twijfelt Dorma er niet aan dat Tibet een deel van China is: “Net als Taiwan hoort Tibet bij China. Al tijdens de Qing-dynastie had de toenmalige Dalai Lama een goede band met de Chinese keizer. Daarnaast investeert de Chinese overheid veel in Tibet en daar ben ik dankbaar voor. Zo krijgen boeddhistische projecten steun en wordt onderwijs in de Tibetaanse cultuur gestimuleerd. Ook hoeven wij ons niet aan de wet op de geboortebeperking te houden.”
Over vrijheid van meningsuiting binnen zowel China als Tibet is ze ook duidelijk: “Dat is nu eenmaal zoals het is. In Tibet is die situatie niet anders dan in welke Chinese stad dan ook. Toen ik in de Verenigde Staten was, heb ik televisieprogramma’s gezien waarin mensen Bush bespotten, dat is daar een deel van de cultuur. In China is zoiets ondenkbaar, het systeem is gewoon anders. Ik kan tot op zekere hoogte mijn mening uiten, maar de overheid openlijk bekritiseren geeft problemen. In het vasteland is dat niet anders dan in Tibet.”
Dalai Lama en de rebellen
Tijdens de Tibetaanse rellen in maart 2008 was ze thuis in Lhasa. Omdat de situatie op straat gevaarlijk was, verbood haar familie Dorma de straat op te gaan. Pas drie dagen nadat de rellen afgelopen waren, ging ze voor het eerst naar buiten. Op de ingegooide winkelruiten na heeft ze van de rellen alleen meegekregen wat vrienden en familie haar vertelden. Dorma: “Ik ben het absoluut niet eens met de rebellen die dit alles begonnen zijn. Dat zijn voornamelijk Tibetanen uit India: mensen die voor 1959 het land verlaten hebben. Hun relatie met de Dalai Lama is goed. Een andere groep is onopgeleid of werkloos en reageerde de woede over hun eigen situatie af op de Han-Chinezen. Deze mensen willen dat er een onafhankelijk Tibet zonder Chinese invloed komt, maar het grootste deel van de Tibetaanse bevolking is het daar helemaal niet mee eens.” Over de Dalai Lama heeft Dorma niet veel te zeggen: “Hij is onze hoogste geestelijk leider en daarom dragen veel Tibetanen hem een warm hart toe. Toch willen we hem niet terug als politiek leider, de huidige situatie is zoveel beter. Wij willen het oude theocratische stelsel niet terug, wij willen economische vooruitgang! Met een zelfstandige staat onder leiding van de Dalai Lama komt die er niet. Ik denk zelf dat hij achter de schermen wel iets met de rellen te maken gehad moet hebben. Hij zegt dat hij van Tibet een autonome regio binnen China wil maken. Hij wil wel economische steun van China blijven ontvangen, maar geen Chinese invloed hebben in de politiek en cultuur. In mijn ogen betekent dat gewoon dat hij onafhankelijk wil zijn en alleen Chinees geld wil accepteren.”
Misleidende persberichten
In het verlengde van deze visie ligt dat volgens Dorma veel westerlingen een compleet verkeerd beeld hebben van de situatie in haar thuisland: “Mensen in het Westen denken dat Tibet een rustig, vreedzaam paradijs is waar tot 1959 vredige monniken woonden en dat deze situatie wreed verstoord werd door het Chinese leger. De Tibetanen die voor 1959 weggetrokken zijn, willen het beeld van een ‘bezet’ Tibet in stand houden omdat zij zelf bij de 5% van de bevolking hoorden die het goed hadden. De Tibetanen die nu in Dharamsala wonen zijn voor 1959 weggegaan en weten daarom absoluut niet hoe het land zich sinds toen ontwikkeld heeft. Hun beeld van de werkelijkheid klopt niet meer. In het Westen heeft men daardoor ook een verkeerd beeld van de situatie. Een voorbeeld daarvan is dat tijdens de rellen van vorig jaar maart op televisie een foto werd getoond waarvan gezegd werd dat deze in Tibet was genomen. Het was echter een foto van rellen in Nepal! Ik vind dat journalisten zorgvuldiger moeten zijn met wat ze laten zien. Ook moeten mensen niet domweg afgaan op wat de media hun voorschotelt, maar eerst bij verschillende bronnen nagaan of wat er in het nieuws gezegd wordt wel klopt. Ieder land heeft redenen om nieuws over een bepaald gebied gekleurd weer te geven, of dat nu over de Verenigde Staten gaat of over China. Momenteel hebben veel landen redenen om China negatief af te schilderen. Het Westen vindt dat de economie zo snel opkomt dat China ineens een gevaar geworden is voor de welvarendste landen van deze tijd. Mensen moeten niet alleen afgaan op nieuwsberichten, maar zelf naar een land toe gaan en met de bevolking praten voordat ze zich een oordeel vormen.”
Dat er verhalen over Tibet bestaan zoals het persoonlijke verslag Zeven jaar in Tibet van Heinrich Harrer over de gebeurtenissen voor en tijdens 1959, weet ze. Omdat het boek in China verboden is, heeft Dorma het echter nog nooit gelezen. Wel heeft ze op internet korte stukjes uit de verfilming gezien: “Ik denk dat het hele verhaal nep is. Het is een mysterieus, romantisch en mooi verhaal, maar meer ook niet. Film is een kunstvorm en dat moet je dan ook niet als realiteit zien.”
Studeren buiten Tibet
Als ze aan Tibet denkt komen er mooie beelden naar boven: “Tibet is een prachtig gebied, een vredig land zonder vervuiling met schitterend besneeuwde bergtoppen. De economie ontwikkelt zich langzaam, de levensstandaard in Lhasa wordt steeds beter.” Of ze na haar afstuderen naar haar thuisland wil terugkeren weet Dorma echter nog niet. Ze beseft dat studeren buiten Tibet haar veel voordelen biedt: “Het westen van China is beter ontwikkeld dan het oosten, maar het verschil tussen Peking en Lhasa is in dat opzicht net zo groot als tussen bijvoorbeeld Shanghai en Urumqi.” Daarnaast heeft leven in het buitenland haar horizon verbreed: “Ik denk dat als ik mijn hele leven in Tibet gebleven zou zijn, ik minder goed opgeleid zou zijn en veel eenvoudiger zou denken dan dat ik nu doe. Alle Tibetanen van mijn leeftijd willen naar het buitenland om te studeren of te werken, om zo meer te leren over de rest van de wereld. In dat opzicht is Tibet nog een achtergebleven gebied.” Voorlopig zal ze verder studeren in het buitenland. Of ze ooit voorgoed wil terugkeren naar Lhasa zal de toekomst uitwijzen: “Het is net wat er op mijn pad komt. Ik zou overal kunnen wonen, zolang mijn werk maar met Tibet te maken heeft. Daarom heb ik ook voor een studie antropologie gekozen. Ik wil mensen laten begrijpen hoe de situatie in mijn thuisland écht is.”
Uit: Nederlands kwartaaltijdschrift China Nu zomer 2009