China heeft zijn sinds 1998 tiende Defensie Witboek gepubliceerd. Het stelt dat China noch hegemonie, noch uitbreiding van zijn invloedssfeer zoekt. Het legt de militaire hervorming van november 2015 uit en vindt dat wat China aan zijn defensie uitgeeft proportioneel minder bedraagt dan wat andere landen hier aan besteden.
De titel van het Witboek is ‘China’s National Defense in the New Era’. Vooraleer de basisprincipes en oriëntaties van de nieuwe defensiepolitiek uitgelegd worden geeft het Witboek het algemeen perspectief weer waarin deze passen. Doel van defensie is de verdediging van de nationale soevereiniteit en de territoriale integriteit. Daarbij behoren de eilanden in de Zuid Chinese zee en de Diaoyu eilanden. Voor de eenmaking met Taiwan opteert China voor een vreedzame hereniging op basis van het principe ‘Een land, twee systemen’. Anderzijds wil het land niet afzien van het gebruik van geweld voor het geval de separatistische stendens in Taiwan overheersend zou worden.
Principes
Fundamenteel in de defensiepolitiek is dat China noch hegemonie zoekt, noch streeft naar uitbreiding van zijn invloedssfeer. China hangt het principe aan van een actieve defensie: het land zal nooit als eerste aanvallen, maar als het zelf aangevallen wordt zal het zeker terugslaan. Ook wat het gebruik van kernwapens betreft, zal China zelf nooit als eerste kernwapens inzetten. Van deze laatste houdt het land ‘een minimum’ aan om af te schrikken. De mechanisatie van het leger moet voltooid zijn tegen 2020. Voortaan vormt het informatiseren van de strijdkrachten een prioriteit: bijvoorbeeld het opbouwen van cyberspace mogelijkheden en de ontwikkeling van cyberveiligheid. De Peoples Armed Police heeft als taak terrorisme te bestrijden. China doet ook mee aan diverse internationale opdrachten zoals voor de UNO of het verlenen van humanitaire hulp. Zelf heeft het één buitenlandse basis namelijk in Djibouti.
Hervorming
Sinds 2015 werd de organisatie van het Chinees leger op een geheel nieuwe leest geschoeid. China verwacht dat toekomstige oorlogen waarschijnlijk buiten zijn grenzen uitgevochten worden en dit impliceert een conflict op zee. Wanneer de omvorming volgend jaar voltooid is, zullen de strijdkrachten 300.000 personen minder tellen. De verschillende machten kregen een geïntegreerde structuur zowel op nationaal vlak als in de militaire ‘theaters’ (zones) .
Wat hierbij opvalt, is vooral de grotere armslag die zowel de lucht- als de zeemacht kregen. Terwijl deze laatste vroeger vooral de verdediging van de Chinese kust op het oog had, werd de taak uitgebreider tot en met het bewaken van Chinese transportroutes op volle zee. Het Second Artillery Force veranderde gewoon van naam tot PLA Rocket Force die bevoegd blijft voor de kernwapens. Nieuw echter zijn de Logistieke Macht PLAJLSF en vooral de PLASSF of PLA Strategic Support Force. Deze wil vooral bijdragen tot het winnen van oorlog in het informatietijdperk door verhoogde ruimte-, cyber- en elektronische oorlogsvoering.
De landmacht verandert zijn taak van regionale verdediging tot regio overschrijdende operaties die ook multidimensionaal kunnen zijn, dus ook met inzetten van zee en/of luchtmacht. De zeemacht verlegt de klemtoon van de Chinese kustlijn tot verre zeeën zowel voor afschrikking als voor tegenaanval. De luchtmacht maakt de overgang van een loutere verdediging van het grondgebied tot zowel offensieve en defensieve operaties met betere vroege waarschuwing, luchtaanvallen, lucht- en raketafweer…
Oud wapentuig wordt vervangen door nieuw zoals Type 15 tanks een lichte tank die opereert in de bergen; Type 052D destroyers ook de Chinese ‘Aegis’ genoemd; J-20 stiekemerd gevechtsvliegtuigen en DF-26 ballistische raketten op middellange en lange afstand die varende schepen kunnen vernietigen.
Uitgaven
Volgens het Witboek gaf China tussen 2012 en 2017 1,3% van het bnp uit aan landsverdediging. In de VS bedraagt dit 3,5%; Rusland 4,’%, VK 2% en Frankrijk 2,3%. Bijgevolg noemt het zijn bijdrage eerder gematigd vergeleken met de rest. De voorbije 30 jaar bleef het cijfer onder 2% terwijl dit in 1979 nog 5,43% bedroeg. Onderzoeker Zhang Junshe bij het PLA Naval Military Studies Research Institute ziet geen reden om de fantasmen over het ‘Gele gevaar’ uit de kast te halen. Tot slot nog een Amerikaanse reactie van Anthony H. Cordesman op de site van het Center for Strategic and International Studies. Hij vindt de tekst van het Witboek zeer voorzichtig geformuleerd wat het aanduiden van de VS betreft als strategische concurrent waaruit hij besluit dat China hier de risico’s van inziet. Ook uit de benadering van Taiwan blijkt de wil de zaken niet op de spits te willen drijven. De auteur vindt dat de VS elke gelegenheid om met China samen te werken moeten aangrijpen zodat de militaire en civiele concurrentie beperkt blijft tot vreedzame vormen waar beiden baat aan hebben. .