Het bruto binnenlands product van China groeide in het hele eerste kwartaal van dit jaar met 4,8 %. In verschillende sectoren was er een terugval in maart ten opzichte van januari en februari. De reacties variëren, maar vooralsnog lijkt er geen sprake van een bijstelling van de doelstelling om het bbp voor 2022 met ‘ongeveer 5,5 %’ te laten groeien.
Het bruto binnenlands product van China groeide in het hele eerste kwartaal van dit jaar met 4,8 % op jaarbasis, zo laat het Nationaal Bureau voor de Statistiek (NBS) vandaag weten.
Bedrijvigheid en groei
Tijdens het vorige kwartaal, het vierde van 2021, was de groei 4 %. De Chinese industriële productie met toegevoegde waarde, een belangrijke economische indicator, steeg in het eerste kwartaal van dit jaar met 6,5 % tegenover dezelfde periode vorig jaar. De industrie, de mijnbouw en de nutsbedrijven (producten en diensten van openbaar nut) samen, laten in maart een stijging van hun productie van 5 % op jaarbasis zien. Die groei was in januari en februari opgeteld nog 7,5 %. De bezettingsgraad van de totale productiecapaciteit (de mate waarin de productiemiddelen worden benut) in China bedroeg 75,8 % in het eerste kwartaal van 2022, een daling van 1,4 % ten opzichte van het voorgaande jaar. De bezettingsgraad van de mijnbouwsector bedroeg in het eerste kwartaal 77 %, een stijging van 1,7 % ten opzichte van dezelfde periode in 2021. De bezettingsgraad van de maakindustrie kwam uit op 75,9 %, terwijl die van de nutsbedrijven 73,8 % bedroeg. (Mijnbouw, maakwerk en ondernemingen van openbaar nut zijn de drie voornaamste sectoren). De investeringen in vaste activa – uitgaven voor onder meer infrastructuur, onroerend goed, machines en uitrusting – stegen in de eerste drie maanden van het jaar met 9,3 %, vergeleken met een jaar eerder.
Consumptie en werk
De verkoopcijfers in de kleinhandel van consumptiegoederen zijn in het eerste kwartaal van dit jaar met 3,3 % op jaarbasis gestegen en bedroegen 1,7 biljoen dollar in die periode. De verkoopcijfers in de kleinhandel daalden in maart echter met 3,5 % op jaarbasis. In januari en februari waren ze nog met 6,8 % gestegen. De onderzochte stedelijke werkloosheid in China bedroeg 5,5 procent in het eerste kwartaal (Q1) van dit jaar, zo blijkt uit de officiële gegevens. In totaal zijn er in de periode 2,85 miljoen nieuwe stedelijke banen gecreëerd. Het doel blijft om dit jaar in China meer dan 11 miljoen nieuwe banen in de stad te creëren. (Vorig jaar waren er dat 12,69 miljoen). In maart bedroeg het werkloosheidspercentage in de steden in China 5,8 %, een stijging van 0,3 % ten opzichte van februari, terwijl het percentage onder de 25- tot 59-jarigen, het grootste deel van de arbeidsmarkt, 5,2 % bedroeg. Het onderzochte werkloosheidspercentage in 31 grote steden kwam in maart uit op 6 %, volgens de officieel vastgestelde gegevens.
Gemengde reacties op groei
De regering en de waarnemers in China en in het buitenland hadden uiteraard verwacht dat de economische prestaties voor het eerste kwartaal van 2022 een opdoffer zouden krijgen door de gebeurtenissen in de wereld en rond de nieuwe uitbraken in China zelf. Ook premier Li Keqiang had de afgelopen week de alarmklok geluid. De sterkste achteruitgang is zichtbaar in maart, in de twee maanden die eraan voorafgingen viel alles nog mee. De val in de consumptie is ontrustwekkend en hier is het verband met de uitbraken van de omikronvariant van het coronavirus duidelijk. Uiteindelijk lijkt het resultaat nu voor het hele kwartaal echter niet zo slecht. De South China Morning Post constateert dat de meeste cijfers gunstiger uitvielen dan experts van Bloomberg, Pinpoint Asset Management of Oxford Economics hadden voorspeld. Buitenlandse experts blijven echter pessimistisch, vooral omdat zij de officiële anti-COVID-strategie niet vertrouwen en menen dat de epidemie de economie van China en de wereld verder onzekerheid en zelfs rampspoed zal brengen.
Voorzichtige vooruitzichten
De Wereldbank heeft haar groeiprognoses voor de Chinese economie dit jaar verlaagd tot 5 procent, tegenover een eerdere schatting van 5,4 %. De Asian Development Bank zei deze maand dat de Chinese economie in 2022 ‘nog steeds met 5 procent zal groeien’. Hoewel het om dezelfde prognose gaat is het vanwege de Aziatische bank een teken van vertrouwen. Duidelijk een kwestie van ‘is het glas halfvol of halfleeg?’. Fu Linghui, de woordvoerder van het Nationaal Bureau voor de Statistiek bracht de kwartaalcijfers vandaag naar voren en voorzag ze van commentaar tijdens een persconferentie. Rekening houdend met de zware problemen in de wereldpolitiek en de terugkeer van COVID-19 naar China, is dit voor Beijing een enigszins geruststellend begin van het economische jaar. Fu sprak van stabiliteit en voortgezet herstel. Hij vindt dat de regering erin slaagt de strijd tegen de epidemie en de sociaaleconomische ontwikkeling met elkaar in evenwicht te brengen. Beijing is er dus waarschijnlijk van overtuigd dat de minst ongunstige inschatting, haar zelf gestelde doel van 5,5 % groei haalbaar blijft.
Bronnen: Website Chinese Regering, Xinhua, South China Morning Post, De Financiële Begrippenlijst Online,
