China zal de loonregeling veranderen van de managers in de staatsbedrijven die direct onder de centrale regering vallen. Meer details over de beperkingen zouden begin september komen. De maatregel is een onderdeel van een grote hervorming van de staatsbedrijven (waarover de discussie lopende is) en van de strijd tegen corruptie.
Op de vergadering van de Stuurgroep voor Hervormingen, afgelopen maandag, zijn er niet alleen besluiten genomen over de media en het zevenjarenplan. Het wordt duidelijk dat er ook knopen zijn doorgehakt betreffende een oud zeer: de topsalarissen en bonussen van de topmanagers bij de belangrijkste staatsbedrijven. Xi Jinping, de voorzitter van de overkoepelende structuur voor de werkgroepen die hervormingen uitwerken, heeft verklaard: ‘China zal geleidelijk de inkomensverdeling in de staatsbedrijven bijstellen om te komen tot correcte salarisniveaus en redelijke salarisstructuren en om het systeem behoorlijk te besturen en te controleren.’ Volgens de officiële media heeft Xi ook benadrukt dat managers in staatsbedrijven verantwoordelijkheidszin en toewijding moeten tonen omdat zij de publieke sector goed moeten leiden en de staatseconomie tot ontwikkeling moeten brengen. Zij zullen dus geen persoonlijke voordelen meer krijgen naast hun loon en de strikt noodzakelijke onkostenvergoedingen.
De ene ambtenaar is de andere niet
China heeft duizenden staatsbedrijven, waarvan er 113 direct door de centrale overheid worden bestuurd. Hun beheerders behoren tot de ongeveer 5.000 Chinese ambtenaren met de status van minister of onderminister. Naast hun regulier inkomen genieten zij vaak bijverdiensten en voorrechten. Statistici hebben uitgerekend dat deze mensen in 2011 jaarlijks gemiddeld 700.000 yuan (ongeveer 85.700 euro) verdienden, meer dan drie keer zoveel als andere ambtenaren. Bovendien waren er ook nog uitschieters tot een miljoen yuan, vooral bij de banken en financiële instellingen van de overheid. Zo is er een kloof ontstaan tussen hun inkomen en dat van andere werknemers van de staat en van gewone burgers. De staatsbedrijven vormen de ruggengraat van de Chinese economie. Het gaat om zeer grote ondernemingen die per definitie kunnen rekenen op staatssteun en die in bepaalde sectoren een monopolie hebben. De staatsondernemingen hebben zich, na een grondige sanering in de jaren negentig, ontpopt tot sterke ondernemingen van wereldniveau en doen het de afgelopen decennia niet slecht. Hun winsten zijn ook in 2014 sneller toegenomen dan verwacht. Toch moeten ze beter gaan presteren, zodat de winsten sneller stijgen dan de werkingskosten. Van sommige managers is gebleken dat zij hun onderneming hebben bestuurd als een ‘eigen koninkrijk’ en dat ze zich niet hoefden in te spannen voor een efficiënt beheer. Vaak was er te weinig toezicht op hun uitgaven en 32 topmanagers zijn recent zelfs schuldig bevonden aan corruptie (wat sensationeel genoeg is, maar uiteindelijk niet meer dan een half procent van het totale aantal).
‘Pas op, er kan nog een debat komen!’
Die situatie heeft veel kwaad bloed gezet bij de bevolking en het is een van de voornaamste punten op de agenda van de CPC en de regering om corruptie te bestrijden en de werkstijl van de kaderleden grondig te verbeteren. Er zijn al eerder voornemens en pogingen geweest om de topsalarissen en bonussen aan te pakken, onder andere door Wen Jiabao die premier was van 2003 tot 2013. Machtige figuren met gevestigde belangen hebben dat altijd kunnen afremmen. Er kan echter een andere reden zijn waarom deze hervorming tot nog toe zo traag ging en waarom misschien ook nu de nodige voorzichtigheid geboden blijft. In de maatschappij en in de partij gaan stemmen op om, onder het voorwendsel van de noodzakelijke stroomlijning van de staatsbedrijven, de inbreng van het particulier kapitaal in de staatsbedrijven nog groter te maken dan al de bedoeling was na het Derde Plenum. De South China Morning Post uit Hongkong heeft uit bepaalde bronnen vernomen dat de volgende stap een andere managementstructuur zou zijn, met regeringsambtenaren in de directie en managers ‘van buiten’ die instaan voor het dagelijkse beleid. De China Daily schreef vorige maand dat twee staatsbedrijven op proef meer vrijheid krijgen om zelf hun managers aan te stellen. Een debat over de controle die de overheid uitoefent op zijn eigen bedrijven zal wellicht hoog oplopen. Voorlopig is nog maar één ding zeker: de ploeg van Xi heeft blijkbaar een manier gevonden om een doorbraak te forceren op het punt van de topsalarissen en de bonussen, in het kader van de strijd tegen de corruptie en voor correcte gedragsregels.
Bronnen: Xinhua, China Daily, South China Morning Post, www.brookings.edu (website Brookings Institute), www.nrcq.nl (zakenwebsite NRC)