Tragere Chinese groei geen ramp voor multinationals


De Financial Times publiceert een artikel over invloed van de Chinese groeivertraging op de multinationals uit verschillende sectoren. China draagt ondanks de groeivertraging nog altijd meer bij aan de totale groei van de wereldvraag dan enig ander land. Maar natuurlijk betekent het zoeken van een nieuw evenwicht dat er naast winnaars ook verliezers zullen zijn.

China groeit nog steeds aan ongeveer 7,5% per jaar. Dat kan alleen te weinig lijken voor iemand die gewoon is aan de 10% van de voorbije jaren in China en denkt dat het zo kan blijven voortduren. Helaas zijn er economische sectoren die dat gedacht hebben. Van Australische mijnbedrijven (ijzererts of steenkool) tot Duitse machinebouwers komt men nu tot de ontdekking dat een fikse jaarlijkse toename van de omzet naar China niet gegarandeerd is. En niet alleen zij, maar ook hun onderaannemers voelen de pijn. Toch had dit geen verrassing mogen zijn. De Chinese leiders verkondigen al jaren dat de economie een nieuw evenwicht moet zoeken met minder investeringen, minder afhankelijkheid van uitvoer en minder bouwprojecten. Daar is tot nu toe te weinig aandacht aan geschonken, want zodra de groei vertraagde werd wel een relanceplan opgestart ten voordele van investeringen en bouw. Maar nu is het anders: de vraag naar nieuwe wegen, spoorwegen en huizen neemt af, en de uitvoer stagneert. Zoeken naar een nieuw evenwicht kan niet meer uitgesteld worden.
Indien daardoor de groei daalt tot 7,5%, dan zijn de gevolgen op de wereld echter nog niet dramatisch. In het begin van de jaren 80 groeide de Chinese economie 10% per jaar, maar was haar invloed op de wereldeconomie verwaarloosbaar. Een groei van slechts 1% van de VS had meer invloed. Maar nu heeft het ongeveer de helft van het gewicht van de VS. Zelfs met een groei van ‘slechts’ 7,5% draagt China meer bij dan de VS aan de groei van de wereldvraag.
Zou het kunnen dat de Chinese investeringen sterk dalen vooraleer het binnenlands verbruik voldoende stijgt? In dat geval wordt het crisis in China, en verliest men overal in de wereld. Maar bijna alle experten zijn het erover eens dat de Chinese regering het roer stevig in handen heeft en dit scenario onwaarschijnlijk is. (Een dissident in dit koor is Jonathan Holslag die in een interview in Het Belang van Limburg – overigens zonder overtuigende argumenten- boudweg stelt dat China zal ineenstuiken en China muurvast zit)

In de veronderstelling van een blijvende, maar tragere groei legt de Financial Times enkele sectoren onder de loep: grondstoffen, auto’s, machinebouw en luxegoederen.

Grondstoffen

Afbeelding1

 
 
 
 
Het Chinese aandeel in het wereldwijd staalverbruik steeg van 16% in 2000 naar 44% in 2012. Voor nikkel ging het van 6 naar 45%. De prijzen swingden de pan uit.Ondanks de vertraagde groei blijft het verbruik van China nog steeds toenemen en voor de meeste grondstoffen blijft het Chinese wereldaandeel nog stijgen. Het belangrijkste gevolg van tragere groei is een scherpe prijsdaling: de prijs van koper, ijzererts en steenkool daalde 30 à 50% tegenover hun piekprijs in 2011. Niet te verwonderen dat de producenten van grondstoffen moord en brand schreeuwen over de ‘crisis’ in China. Er zijn echter ook uitzonderingen: de vraag naar brandstof voor auto’s blijft snel stijgen. Idem voor palladium voor katalysatoren. Ook de invoer van vlees en graan zou sterk kunnen stijgen naargelang de eetgewoonten veranderen.

Auto’s

Afbeelding2

De multinationals uit de autosector blijven massaal in China investeren en nieuwe fabrieken openen. China is hun redding uit de crisis van de VS en de EU. De Chinese markt groeide 14% in het eerste semester. In Europa was er een inkrimping met 7%. Door de toenemende koopkracht lijkt de Chinese markt onverzadigbaar en de belangrijkste vrees is dat de overheid van steeds meer steden het aantal voertuigen gaat beperken. Er zijn in China nu 60 auto’s voor 1.000 personen, in de EU 500. En nog slechts 15% van de nieuwe wagens wordt op krediet gekocht.

Machinebouw

Afbeelding3

De Duitse machinebouwers hebben vorig jaar voor 67 miljard euro naar China uitgevoerd. Toch voelen zij onmiddellijk de vertraging van de Chinese groei. Er worden minder machines aangekocht. In het eerste semester kocht het 7% minder Duitse machines. Dat betekent een verlies van 0,5% op het bnp van Duitsland. De algemene overtuiging van de Duitse machinebouwers wordt goed weergegeven door Siegfried Russwurm van Siemens: Die stelt dat de volgende trimesters waarschijnlijk niet de beste zullen zijn, maar dat op langere termijn China ‘the place to be’ is.

Luxegoederen

Afbeelding4

In China werden vorig jaar voor 23 miljard euro luxeproducten ingevoerd. Daarmee stak het Europa in crisis voorbij als tweede markt na de VS. Toch hangen er enkele wolken boven de markt: de nieuwe partijleiding heeft televisie advertenties voor dure uurwerken verboden en ook het geven van luxegoederen als cadeau aan kaders. De uitvoer van Zwitserse uurwerken daalde meteen 25%, en ook de handtassen van LV en de cognac van Rémy kregen een zware slag. Maar dat is niet algemeen. Bain consultants registreerde vorig jaar een groei in de verkoop van luxegoederen met 20% en verwacht dit jaar een groei van 6 tot 8%. Nog steeds hoog vergeleken met de wereldwijde voorspellingen van 4 à 5% groei. China blijft dus een ver boven het gemiddelde presterende markt, ook al gaat het trager dan vroeger.

Bronnen: Financial Times, Het Belang van Limburg

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *