De ministers van Buitenlandse Zaken van China, Zuid-Korea en Japan hebben in Tokio op 23 augustus een ‘trilaterale’ bespreking gevoerd. Die heeft een en ander opgeleverd.
Wang Yi, de Chinese minister hoopt dat de drie landen zowel goed naar de geschiedenis als naar de toekomst zullen kijken. Met zijn collega’s, de Koreaan Yun Byung-se en de Japanner Fumio Kishida stond hij de pers te woord. Wang wil dat de drie landen een serieuze inspanning doen om de problemen die ze met elkaar hebben op te lossen. Ze moeten de beroering in hun regio tot bedaren brengen en streven naar een consensus en naar een beter samenspel.
De drie ministers lieten in elk geval een vorm van eenheid zien bij de veroordeling van de recente raketlancering van Noord-Korea. Pyongyang had woensdag een raket 300 mijl in de richting van Japan afgevuurd, de verste afstand die een van hun projectielen al was gekomen. Japan, China en Zuid-Korea vroegen Noord-Korea met klem om af te zien van dit soort ‘onacceptabele provocaties’. Wang herhaalde klaar en duidelijk: ‘China is tegen de nucleaire ontwikkelingen en het raketprogramma van Noord-Korea die de oorzaak zijn van spanningen op het Koreaanse schiereiland’.
Voor G20 en Oost-Aziatische top
Een jaar geleden was er ook al een trilaterale bespreking tussen de drie en sindsdien zijn er volgens China meer pragmatische vormen van samenwerking en communicatie, iets om tevreden over te zijn. Op de bijeenkomst hebben de ministers ook voorbereidend werk geleverd voor de top van de G20 die begin september wordt gehouden in het Chinese Hangzhou en voor de top van de Oost-Aziatische leiders die daarna plaatsvindt in Vientiane, Laos.
China, Zuid-Korea en Japan zijn het erover eens dat ze een belangrijke bijdrage moeten leveren tot de economische ontwikkeling in de regio en in heel Azië, wat de vrede in de regio en in de hele wereld kan ten goede komen. De vier belangrijkste terreinen waarop de landen hun krachten zullen bundelen zijn politiek, economie en handel, contacten tussen hun bevolking en duurzame economie. En er is nog meer.
Het debat met Zuid-Korea
Wang en zijn collega’s hebben echter niet alleen tevreden en vriendelijke taal gesproken. China heeft bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken herhaald dat het hevig gekant is tegen de plaatsing van het Terminal High Altitude Area Defense (THAAD)-systeem in Zuid-Korea, een ingreep die de VS bij de regering in Seoul heeft bedongen. China vindt de plaatsing een ondermijning van zijn strategische belangen en een bedreiging voor zijn veiligheid. Het vraagt aan Seoul om de voor- en nadelen goed te overwegen en samen tot een oplossing te komen die acceptabel is voor China en Zuid-Korea, die al 24 jaar lang diplomatieke betrekkingen onderhouden. Dat heeft veel goeds opgeleverd voor de bevolking van beide landen en de stabiliteit in de regio.
Het was ongeveer dezelfde boodschap die de Chinese gezant bij de VN had voor de vergadering van de Veiligheidsraad over het tegengaan van de proliferatie van kernwapens. We zullen die proliferatie niet tegenhouden door de plaatsing van wapensystemen, een verhoogde militaire aanwezigheid en een uitbreiding van militaire oefeningen, heeft Liu Jieyi, China’s permanent vertegenwoordiger bij de VN duidelijk gemaakt. ‘De onzekere veiligheidssituatie waarin ze verkeren zorgt ervoor dat landen zich bedreigd voelen, wat het risico op verspreiding van kernwapens en massavernietigingswapens juist verhoogt’, volgens Liu. Wat moet er dan wel gebeuren? ‘De Koude Oorlogsmentaliteit laten varen en een eerlijk en rechtvaardig systeem opbouwen, onder VN-leiding, waaraan alle landen kunnen bijdragen zodat iedereen van de voordelen geniet’. Zuid-Korea en China veroordelen weliswaar allebei de Noord-Koreaanse raketlanceringen, maar blijven verschillen over de manier waarop hierop moet worden gereageerd. De plaatsing van THAAD is voor Beijing een daad die eerder China viseert dan Noord-Korea.
Het debat met Japan
Voor de bilaterale verhoudingen tussen China en Japan ziet Wang uitdagingen en kansen. China wil vooral verder bouwen op de ‘vier documenten’ die China en Japan tussen 1972 en 2008 samen hebben onderschreven. Beijing biedt Tokio aan om te zoeken naar hoe ze elkaar kunnen ondersteunen en hun houding op elkaar kunnen afstemmen met het oog op multilaterale forums, zoals bijvoorbeeld de komende G20-top. China zal premier Shinzo Abe graag verwelkomen in Hangzhou en erkent dat Japan een belangrijk lid is van de G20. Collega Kishida stemde daar mee in en sprak zich uit voor de samenwerking tussen China en Japan. De beide ministers zijn overeengekomen om de spanningen in Oost-Chinese Zee te laten afnemen en ‘hun best te doen om hun maritieme geschillen op te lossen’. Ze willen bijvoorbeeld zo snel mogelijk werk maken van een eerder besproken mechanisme om incidenten op zee en in het luchtruim te voorkomen. Kishida liet wel een waarschuwing horen over Chinese schepen die betwiste gebieden in de Oost-Chinese Zee waren binnengedrongen, onder meer 200 vissersschepen. Wang deed de kwestie af met een opmerking over het visseizoen en een mediahype.
Het hoofd van het secretariaat van de Japanse Veiligheidsraad, Shotaro Yachi, zal deze week een bezoek aan Beijing brengen en praten met Yang Jiechi, het Chinese kabinetslid bevoegd voor BuZa, om te kijken of er een mogelijkheid is dat premier Abe en president Xi Jinping elkaar in de marge van de G20 ontmoeten. Ook dat was een resultaat van de trilaterale vergadering van de ministers.
De drie landen werken ten slotte toe naar een trilaterale top van de regeringen om te kijken hoe ze de scherpe kanten van hun meningsverschillen kunnen verzachten en een vrijhandelsakkoord tussen de drie landen dichterbij brengen.
China Daily Asia, The Diplomat, South China Morning Post,Wikipedia, Morning Star
Veel diplomatiek geblaat maar weinig wol. De VS dwingen Zuid-Korea met THAAD en grootscheepse militaire manoeuvres in de rol van militair bolwerk tegen China. Diezelfde VS steunt volop de agressieve politiek van Abe met herbewapening van Japan. Chinese diplomatieke goodwill zal daar weinig aan veranderen, vrees ik. Het blijft verder uitkijken of de nieuwe leiders van Myanmar en de Filipijnen voldoende vrijheid van de VS kunnen afdwingen om hun relaties met Beijing wel te verbeteren.