Als lid van de Chinese Staatsraad was Yang Jiechi op uitnodiging van de regering Trump twee dagen in Washington voor besprekingen met het team van de president. Hij ontmoette ook kort Trump zelf. Het bezoek toont vooral dat de partijen op korte termijn liever communicatie dan confrontatie zoeken.
Staatsraadslid en topdiplomaat Wang Jiechi is de hoogste Chinese verantwoordelijke voor buitenlandse zaken. Hij is ook de eerste Chinese leider die president Trump ontmoet. De vice-president Mike Pence en Jared Kushner, de topadviseur van de president, waren eveneens aanwezig. Volgens de Chinese pers gaf president Trump aan dat hij meer bilaterale ontmoetingen op hoog niveau wil en meer samenwerking op alle gebieden. De woordvoerder van het Witte Huis verklaarde dat Yang gesprekken had met nauwe medewerkers van de president en tot besluit de kans kreeg om ‘hi’ te zeggen tegen Trump zelf.
Het bezoek kwam tot stand nadat de beide presidenten twee weken terug een telefonisch gesprek hadden dat beleefd en positief verliep. Trump beloofde er – in tegenstelling tot zijn eerdere verklaringen – de één-China politiek betreffende Taiwan niet in vraag te stellen. Yang Jiechi had zelf vorige week een telefoongesprek over de situatie in Korea en andere punten van gemeenschappelijke interesse met staatssecretaris Tillerson.
Resultaat vooral psychologisch
Maandag had Yang nog aparte gesprekken met Kushner, met de hoofdstrateeg van het Witte huis Bannon, en met de Nationale Veiligheidsadviseur Mc Master.
Het belangrijkste concrete punt van gesprek was blijkbaar de situatie op het Koreaanse schiereiland. De regering Trump dringt aan dat China Noord-Korea dwingt tot ontwapening. China stelt dat het echte conflict tussen de VS en Noord-Korea gaat en opgelost moet worden door te praten. Het verzet zich tegen de installatie van het Amerikaanse raketschild THAAD in Zuid-Korea, omdat dit ook tegen China gericht is.
Beide partijen zien de gesprekken als een uiting van goede wil. Het volgende thema is de organisatie van een top met Trump en Xi, waarop een algemene lijn voor de verdere relaties uitgezet zou kunnen worden. Toch komt die top er volgens waarnemers waarschijnlijk niet vóór de volgende bijeenkomst met de regeringsleiders van de G20 landen in juli.
Soep wordt minder heet gedronken dan opgediend
De relaties van de regering Trump met China begonnen onder een slecht gesternte na een reeks scherpe verbale aanvallen door de president elect en zijn medewerkers. Maar na meer dan een maand presidentschap wordt de soep toch niet zo heet gedronken als ze geserveerd wordt.
Trump had China beschuldigd van muntmanipulatie en van oneerlijke handelspraktijken die Amerikaanse banen kosten. Hij had gedreigd met sancties waaronder 45% invoerheffingen op alles uit China. Hij was ook van plan het voor China onaantastbare statuut van Taiwan als Chinees territorium te gebruiken als onderhandelingskaart over handelsvoordelen. Medewerkers van de president hadden gedreigd China militair te verjagen van door China geclaimde eilanden in de Zuid-Chinese zee. En hij eiste een groter engagement van China in de Koreakwestie.
Meer dan een maand later is een directe confrontatie vermeden en liggen er een aantal ideeën voor mogelijke compromissen open.
Compromissen?
Tijdens een beleefd telefoongesprek met president Xi bevestigde Trump dat Taiwan wel degelijk bij China hoort. Daarmee was het meest explosieve conflictelement opgeruimd. Volgens zijn woordvoerder heeft hij in ruil daarvoor ‘iets’ van Xi verkregen.
Op economisch gebied lijkt Trump te luisteren naar zijn raadgevers. Die wijzen hem op de feiten: het is onmogelijk solide argumenten te vinden om China vandaag tot muntmanipulator uit te roepen. En het uitlokken van een handelsconflict zou meer nadelen dan voordelen bieden voor de Amerikaanse tewerkstelling. Producten die niet meer uit China zouden komen, zouden immers gewoon uit andere ontwikkelingslanden komen; het is een illusie te hopen dat de productie weer in de VS zou gebeuren. Maar de prijzen voor de Amerikaanse consument zouden wel stijgen. En de Chinese tegenmaatregelen zouden grote jongens zoals Boeing en de Amerikaanse landbouwsector zwaar kunnen treffen.
Er is dus nog geen nieuw handelsconflict tussen de VS en China sinds Trump. Wel erft hij het dispuut over het statuut van China als markteconomie van zijn voorganger Obama. Die had in december 2016 geweigerd het Amerikaanse engagement van 2001 daarover uit te voeren. China heeft daarover procedures bij de Wereldhandelsorganisatie aangespannen. Het blijft afwachten hoe de partijen met deze conflictstof verder zullen omgaan.
Op politiek gebied heeft China een hand uitgestoken door de steenkoolinvoer uit Noord-Korea stil te leggen. China blijft aandringen op gesprekken tussen de VS en Noord-Korea. Negatief is de last minute annulering van geplande informele gesprekken deze week in Washington. Deze week is voor het eerst sinds vorige zomer een hooggeplaatst Noord-Koreaans diplomaat in Beijing voor overleg.
Conflictgebied Zuid-Chinese zee
Een gevaarlijk dossier blijft de Zuid-Chinese zee. Een belangrijk medewerker van Trump heeft er vorige maand al mee gedreigd de Chinezen de toegang te ontzeggen tot door hen geclaimde eilanden. Die dreiging is echter niet door de president overgenomen. Wel is de verhoging van het Amerikaanse defensiebudget met 10% onder meer gerechtvaardigd met een verwijzing naar de noodzakelijke Amerikaanse aanwezigheid in de Zuid-Chinese zee.
China van zijn kant is bezig met snel de laatste hand te leggen aan de infrastructuur op zeven van de eilandjes. Die is volgens Washington militair, volgens Beijing civiel. Beijing zal het waarschijnlijk bij deze zeven eilandjes laten. Daarmee staat het sterk genoeg tegenover Vietnam (dat er tien bezet) en de Filipijnen (die er ook verschillende bezetten). Deze landen hebben er ook allebei landingspistes aangelegd, maar de Chinese infrastructuur is uitgebreider en meer gesofistikeerd.
De VS zullen ongetwijfeld meer gaan patrouilleren in de Zuid-Chinese zee. De vraag is hoever ze zullen gaan in het provoceren van China door bijvoorbeeld de confrontatie met Chinese militaire schepen of vliegtuigen te zoeken, of door de 12-mijlszone rond de Chinese eilandjes binnen te dringen.
Bronnen: Xinhua, People’s Daily, South China Morning Post, Reuters