Op 30 november waren er in Nanjing, de hoofdstad van de kustprovincie Jiangsu, twee topconferenties voor China en de EU. Het was de 12e keer dat politieke leiders van beide partijen elkaar in dit verband, het hoogste niveau van hun overleg met elkaar, ontmoeten. Het was voorts de 5e keer dat er een handelsconferentie op hoog niveau was. China en de EU onderhouden al 35 jaar lang diplomatieke verhoudingen. Het trio dat de conferentie voorzat, bestond uit Chinees premier Wen Jiabao, Jose Manuel Barroso, de president van de Europese commissie, en Fredrik Reinfeldt, de premier van huidig EU-voorzitter Zweden.
Er zijn overeenkomsten afgesloten en ondertekend over technologische samenwerking, een project om steenkool te gebruiken met een lage uitstoot van broeikasgassen, energie-efficiëntie en kwaliteit van gebouwen, de duurzame ontwikkeling van handel en investeringen en milieubeheer. De beide partijen hebben ook eensgezind verklaard dat het moment nog niet gekomen is om de anticrisispaketten van de respectievelijke regeringen op te heffen. En beiden hopen dat de Doha-handelsbesprekingen in 2010 met succes kunnen afgerond worden zodat meer handelsbelemmeringen sneuvelen.
Er blijven echter belangrijke meningsverschillen bestaan, vooral de waarde van de Chinese munt, de Yuan Renminbi (RMB), en de bijdragen die elk gaat leveren in de strijd tegen de opwarming van het klimaat.
De EU zet China onder druk om de Chinese munt op te waarderen en daardoor minder uit te voeren naar Europa. Europa heeft immers een groot handelstekort met China. De reactie van China, onder meer bij monde van Wen Jiabao, kwam neer op: wij moeten zorgen voor de Chinese economie, dat is onze beste bijdrage aan een wereldwijd herstel. Wen zei dat dringende verzoeken om de RMB op te waarderen, neerkomen op protectionisme en een tactiek om de Chinese economie af te remmen. Eerder had de minister van Financiën duidelijk gemaakt dat China van plan was de koers van de Chinese munt stabiel te houden. Hij had ook het historische voorbeeld van Japan aangehaald, dat in een neergaande economische spiraal terechtkwam toen het onder druk van de Verenigde Staten zijn munt had opgewaardeerd, .
China stelt voor de invoer uit Europa op te drijven en zal onder meer bijkomende aankoopdelegaties sturen en zo het EU-handelstekort te verminderen. De EU-politiek ruikt echter naar protectionisme: de EU-Commissie heeft juist nu besloten de extra-invoerrechten op schoenen uit China nog eens met 15 maand te verlengen, en dat terwijl een meerderheid van de Europese regeringen die heffingen wilden afschaffen. In hetzelfde domein vordert de erkenning van China als markteconomie door de EU geen millimeter: deze erkenning, die er in 2016 hoe dan ook komt, zou China nu al veel beter kunnen beschermen tegen protectionistische maatregelen.
Tijdens een inspectieronde in de provincie Jiangsu en het nabijgelegen Shanghai had Wen ook al duidelijk gemaakt dat China in de eerste plaats orde op zaken wil stellen in de binnenlandse economie: een economie die evenwichtiger moet gemaakt worden, minder afhankelijk van export en investeringen en sterker gericht op binnenlandse vraag.
Wat de inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen betreft, drongen zowel de EU als China erop aan dat de ander meer zou doen. Ook verschenen er in de Chinese media opiniestukken waarin erop werd gewezen dat China niet de naam van grootste vervuiler verdient omdat, als je rekening houdt met de omvang van de bevolking, de uitstoot per hoofd veel lager is dan in de rijke landen. Andere argumenten die de media belicht hebben in de aanloop van de top: China en andere ontwikkelingslanden zijn niet verplicht de doelen te stellen die de Volksrepubliek vorige week naar voren heeft gebracht, de regering doet dat uit eigen beweging. De rijke landen, die een grote verantwoordelijkheid dragen voor de vervuiling (vroeger en nu), moeten hun toezeggingen waarmaken en het verzoek in overweging nemen van bepaalde derdewereldlanden om met 0,5 tot 1 % van hun BBP te helpen bij het aanpakken van de vervuiling.
Het was allicht niet toevallig dat de Chinese leiders hun collega’s van de EU ontvingen in Jiangsu, een provincie waar de productiewaarde van hoogtechnologische sectoren met 60 % gestegen is het afgelopen jaar en waar de meeste met zonnepanelen opgewekte energie vandaan komt.
Het Europese wapenembargo tegen China, waarvan de opheffing in 2004 door Schroeder en Chirac beloofd werd, loopt op bevel van Washington intussen nog altijd, wat de Chinezen vernederend vinden; ook deze keer kwam het dossier niet vooruit. De Verenigde Staten gaan pas akkoord met de opheffing nadat een nieuwe code van kracht wordt die de uitvoer van alle militair bruikbare spitstechnologie naar China zou verbieden.
Tussen China en EU: brede en diepe wateren (update)
Zie ook CCTV over de resultaten van de top
Ook CCTV over de EU-China Business top