De Financial Times herneemt een interessant artikel met de interpretatie door Bloomberg van wat het de ‘tweede ronde van de privatiseringen ‘ noemt
De eerste ronde, dat was bijna twintig jaar geleden. Onder het motto “De grote goed vasthouden, de kleine lozen”werden toen duizenden nationale en provinciale staatsbedrijven geprivatiseerd of gesloten. Sterkere staatsbedrijven werden gereorganiseerd en trokken via beperkte aandelenverkopen op de beurs voor honderden miljarden yuan nieuw kapitaal aan.
Tegen 2003 was dat proces voltooid. Staatsbedrijven – slechts 3% van alle bedrijven- controleren nog ongeveer 30% van de activa in de niet-landbouwsectoren. Sinds de crisis van 2008 verslechtert echter de winstvoet van de overgebleven staatsbedrijven. De overheid heeft hen immers goedkoop krediet en politieke richtlijnen gegeven om de economie te ondersteunen met investeringen, ook al waren het niet de meest rendabele.
De nieuwe ronde privatiseringen gebeurt vooral onder druk van de schulden van lokale overheden, liefst 2.900 miljard yuan of 58% van het bnp. Sommigen hebben het zelfs moeilijk om de interest op hun schulden te betalen. Die lokale overheden willen geld halen uit hun staatsbedrijven. Aandelen verkopen lijkt een interessante optie.
Daarnaast hopen de nationale beleidsmakers ook dat het verminderen van de staatsbelangen in de niet-strategische sectoren de efficiency kan verbeteren. Volgens een schatting van onderzoeksfirma Gavekal Dragonomics halen staatsbedrijven tegenwoordig een winst van 4,6% op het kapitaal, tegen 9,1% voor privébedrijven. Er wordt ook een verband verondersteld tussen het quasimonopolie van staatsbedrijven in de financiële-, energie- en telecomsectoren en een cultuur van verspilling en corruptie.
Vorige maand is een pilotprogramma gestart om privékapitaal aan te trekken in twee van de zowat 120 nationale staatsbedrijven. De lokale overheden, die zowat 150.000 staatsbedrijven controleren, zijn al verder. Shanghai, Beijing, Guangdong en Chongqing hebben al gedeeltelijke privatiseringen van een aantal staatsbedrijven aangekondigd. In Shanghai gaat het om 60% van de bedrijven.
Daar waar de nationale bedrijven echt in strategische sectoren zitten, vinden we nog lokale staatsbedrijven in zowat alle sectoren. De rendementen liggen er de helft lager dan bij de nationale bedrijven. Lage winstvoeten, hoge schulden, weinig efficiënte werking en overcapaciteit in de sector trekken niet meteen privé-investeerders aan. Lokale overheden kunnen bij gedeeltelijke privatiseringen bovendien garanties eisen voor de tewerkstelling. Het is nog niet duidelijk of en in welke gevallen de lokale overheden bereid gaan zijn de meerderheid van de aandelen uit handen te geven.
Onlangs werd het grote staatsbedrijf CITIC Group ‘geprivatiseerd’ en verhuisd naar Hongkong maar de facto blijft de controle in handen van aandeelhouders die zelf door de staat gecontroleerd zijn. Kan dat model werken? Liberaal gezinde experts denken van niet. De controle moet in privé-handen komen en het management moet op basis van commerciële criteria aangesteld worden, zeggen ze. Chinese beleidsmakers zien dat nog altijd anders. Zij geloven in gedeeltelijke privatisering met behoud van de controle, maar doorvoeren van ‘corporate governance’ hervormingen, zeg maar een efficiënte zakelijk gerichte raad van bestuur. Afwachten of privé-investeerders in dat lokaas bijten.
Bronnen: Financial Times, Bloomberg
Het originele artikel van Financial Times vind je hier
Over de CITIC privatisering, lees meer hier