Baron Guy Ullens trekt zich terug uit het Ullens Center for Contemporary Art in Beijing. UCCA is het grooste privé-musuem in Beijing. Ullens verkoopt ook de 106 belangrijkste werken uit zijn collectie hedendaagse Chinese kunst bij Sotheby in Londen.
Ullens is 76 en gaat op pensioen. Het centrum werd pas in 2007 geopend en is het pronkstuk van het intussen erg commercieel geworden kunstencentrum in de het vroegere 798 fabriekscomplex. Er is dus meer aan de hand dan pensioen. Ullens wilde oorspronkelijk zijn volledige collectie van 1300 werken tonen, maar dat bleek niet mogelijk ; al heel snel moesten we overschakelen op tijdelijke of thematische tentoonstellingen, aldus Ullens in The Art Newspaper. In het begin waren er ook problemen om een geschikte leiding voor het centrum te vinden, maar sinds maart 2008 wordt het geleid door de vroegere directeur van het Palais de Tokyo in Parijs, bijgestaan door een Chinese ploeg. Vandaag zouden er ook nog financiële aspecten en meningsverschillen een rol spelen in de beslissing van Ullens. Zo verklaarde hij onlangs dat de samenwerking met de Minsheng Kunstmuseum ( opgezet door de Minsheng Bank) dood is.
Ullens is een grote fan van Ai Weiwei. Die is behalve een vooral in het Westen erg succesvolle avantgarde artiest, ook een zeer luidruchtige tegenstander van de Chinese regering. Het was de bedoeling dat het UCCA in maart een grote tentoonstelling van Ai Weiwei zou organiseren, maar die is afgelast. Volgens de PR verantwoordelijke om geen problemen te scheppen voor de nieuwe leiding van het Centrum.
Ullens is weliswaar een bekende, maar niet de enige buitenlander die Chinese avantgarde kunstenaars promoot. Een groot deel van de galerijen die dit soort werk in Beijing en Shanghai brengen is in handen van buitenlanders. Avantgarde kunst wordt door koopkrachtige Chinezen hoofdzakelijk bekeken als speculatief beleggingsobject en is bij de gewone man grotendeels onbekend.
Zie ook CNTV