De hoofdstad van Xinjiang, Urumqi, maakt zich op om in de toekomst het centrale verbindingsknooppunt te worden van de zijderoute. Zo komt het over bij een bezoek ter plaatse aan het station voor de supersnelle trein, de software zone en windmolenproducent Goldwind.
Iemand van ChinaSquare was door de informatiedienst van de regering samen met nog 4 Europese journalisten uitgenodigd voor een trip door Xinjiang met meer dan 30 collega’s. De andere publicisten komen hoofdzakelijk uit de buurlanden van China. Hierbij een verslag van het bezoek op 26 mei met een onuitgesproken, maar duidelijk lijkende boodschap. De hoofdstad van de Autonome Oeigoerenregio Xinjiang is Urumqi dat met zijn 2 miljoen inwoners hetzelfde aanzicht biedt als een gemiddelde Chinese provinciehoofdstad: ontzettend veel torengebouwen (twee keer zoveel als in Londen schat een Australische collega), geen laagbouw en ook geen krotten. De bussen zijn er modern en niet vervuilend, veel autoverkeer loopt door bovengrondse viaducten die niet onderdoen voor die van Shanghai. Een verschil met andere steden: geen horden e-scooters op de kruispunten.
Op 26 mei bezoekt de groep een viertal initiatieven. Als eerste de zone rond het nieuwe station voor de supersnelle trein.
Het gebouw is nu af, de voorzieningen zijn in orde en op 3 juni beginnen de testen. De hoofdingenieur van de werken legt uit dat, zoals in een luchthaven, het verkeer van de reizigers die vertrekken er gescheiden wordt van zij die arriveren. Naast het nieuwe station komt er ook een toeristisch centrum en een dienstencentrum, maar de zone eromheen is 4 km2 groot en ligt op zowat 20 km van het stadscentrum. De centra zijn verbonden door de metro. Uit de grafieken blijkt duidelijk dat Urumqi zichzelf ziet als het centrale knooppunt van de verbindingen langs de zijderoute over land: met Beijing en de oostkust op een paar duizend kilometer in het oosten en de Centraal-Aziatische en Europese landen in het westen.
De connectie blijkt ook tijdens ons bezoek aan de software zone van Urumqi. Die bestaat al 6 jaar. De initiatiefnemers zijn erin geslaagd 200 kleine bedrijfjes en start-ups aan te trekken. De bedoeling is eigenlijk om uit te groeien tot een dienstencentrum voor ICT-ondernemingen met een klemtoon op meertaligheid. De zone lonkt dus naar Russische of Centraal-Aziatische starters in meertalige computersoftware. Ze trekt minder aan door belastingvoordelen dan wel door het ter beschikking stellen van servers en ander duur materiaal dat gehuurd kan worden. Ook cloud computing is een belangrijk en aantrekkelijk instrument. De zone telt 49 eigen personeelsleden, maar besteedt verder taken uit aan de bedrijfjes in de zone.
Dan naar de fabriek van windmolenproducent Goldwind dat naar eigen zeggen al de grootste is ter wereld. Dit komt vooral door de bloeiende binnenlandse markt want slechts een beperkt gedeelte van de productie wordt geëxporteerd. Goldwind telt 6000 personeelsleden – waarvan 800 ingenieurs – maar heeft ook een paar filialen in het buitenland waarbij een in Duitsland. In totaal heeft Goldwind in de wereld voor 20 GW en 15.000 windmolens geïnstalleerd. In Urumqi waar Goldwind werd opgericht en zijn eerste activiteiten ontplooide, wordt nog steeds de turbine gebouwd voor de windmolens van 1,5 MW, maar de meer geavanceerde module van 6 MW wordt intussen in Jiangsu vervaardigd. Zo’n turbine weegt meer dan 10 ton. Het mag duidelijk zijn dat China ook qua milieutechnologie zijn mannetje staat op internationaal vlak.
Een mens leeft niet van windmolens en computers alleen: we gaan eten in een fastfoodtent waar ze halal eten serveren. Het restaurant behoort tot fastfoodketen van islamitische keuken Albaik, dat 20 van dit soort tentjes heeft in Xinjiang, wil er nog 20 bijbouwen. We bezochten ook de fabriek en het logistiek centrum van de producent van islamitisch voedsel Arman. Het bedrijf telt in totaal 4 fabrieken, 20 fastfoodrestaurants, 16 eigen winkels en het levert aan 4000 supermarkten. Het personeel bestaat voor 95 % uit moslims en voor 70 % uit vrouwen. De omzet bedraagt 350 miljoen yuan en daarmee is Arman de grootste in het land. In het verleden bestond het personeel voornamelijk uit personen met een middelbare schoolopleiding maar vanwege hogere eisen aan de voedselveiligheid werken er nu ook meer hoger opgeleiden. Overigens stelt Arman ook mee de productienormen (kwaliteit, gezondheid, halal) op voor dit soort voeding waarvan een gedeelte uitgevoerd wordt. Dus is ook hier de link met de buurlanden van Centraal-Azië merkbaar. Urumqi lijkt wel degelijk klaar om zijn rol van knooppunt in de zijderoute op te nemen op de diverse vlakken.
Toch moet ook vermeld dat Urumqi de meest beveiligde stad in China is. In de bazaar rukken om het kwartier politiesquads aan, bij elke grote school, ziekenhuis of instelling is er een politiepost en zelfs de fastfoodtent beschikt over een eigen veiligheidsdienst aan de ingang. Blijkbaar werkt dit wel want na de dodelijke rellen twee jaar geleden waren er geen noemenswaardige incidenten meer.