Tiananmen 1989 kan je niet los zien van de verhouding tussen het socialistische China en het Westen.
Een opiniestuk van Dirk Nimmegeers, eigen mening dus.
Amerika en West-Europa streven al sinds de oprichting van een socialistische staat in China op verschillende manieren naar ‘regime change’ in dat land. De VS, optredend als dominerende wereldmacht en gewapend met een breed gedragen ideologie van bekeringsijver, heeft daarbij de leiding.
1989 eindpunt van de Koude Oorlog
Tijdens de Koude Oorlog wilde het Westen China isoleren en ondermijnen, onder andere door militaire steun aan het separatisme in de provincies Tibet en Taiwan. Vervolgens was het de tactiek om China geopolitiek uit te spelen tegen die andere socialistische staat, de Sovjet-Unie, door Washington indertijd gezien als de hoofdvijand. Rond 1989 zagen westerse staten samen met de anticommunistische stromingen in de socialistische staten kans om het socialisme bijna overal te laten ineenstorten. In China werd dat ook geprobeerd, maar daar mislukte het. Na de jaren van boycot die op de ‘val van de muur’ volgden, zagen meer en meer ondernemers en politici in het Westen welke kansen de reusachtige Chinese markt bood. Ze knoopten steeds enthousiaster economische betrekkingen aan met de Volksrepubliek. Tegelijkertijd ging de gedachte postvatten dat er ook wel op een vreedzame wijze voor ‘regime change’ kon worden gezorgd.
Het onverwachte succes
De hervormingen en de openstelling van China onder de stevige leiding van de communistische partij en de socialistische overheid werd echter een enorm succes op het gebied van economische en technologische ontwikkeling en armoedebestrijding. Het werd ook duidelijk dat China wel wilde leren van het Westen, maar niet ‘zoals het Westen’ zou worden. Op sommige gebieden bleef het land onverzettelijk vasthouden aan zijn eigen grotendeels succesvolle weg en methodes zoals staatssteun aan de economie, democratie via volkscongressen en raadpleging, of zoals de bevoorrechting van economische en collectieve mensenrechten tegenover burgerlijke en individuele rechten.
Regime Change revisited
Nu zijn we op een punt gekomen dat Washington alweer het voortouw neemt om het politieke bestel in China te ondermijnen. De Verenigde Staten zijn daarbij sterk gemotiveerd door de eigen achteruitgang en de vrees om hun wereldheerschappij kwijt te spelen. Politici zoals de haviken rond Trump menen opnieuw dat het ‘regime change’ in China is die hen in staat zal stellen om de Amerikaanse neergang te stoppen. Ze pakken eerst de economie, de handel en de financiën van China aan om de groei in economie en welvaart te stuiten. Ze pakken de technologiebedrijven aan om te beletten dat China op die gebieden nog verder tot ontwikkeling komt.
1989 – 2019
Bij dit alles is de hoop van Washington dat de bevolking, en daarin vooral de middenklasse, zich tegen de CPC en de socialistische staat zal keren. Intussen gaan op het diplomatieke en militaire vlak de provocaties door en onderneemt de VS pogingen om Chinese initiatieven zoals het project van de nieuwe Zijderoutes te saboteren of bondgenootschappen tegen China te sluiten met landen in de regio. Een herdenking van Tiananmen 1989 in de westerse media met daarin schijnheilige oproepen aan de Chinese leiders om ‘eindelijk een debat over Tiananmen te accepteren, schuld te bekennen en zelfkritiek te maken’ moet in die context worden gezien.
Tiananmen zelf
Want hoe is het tot Tiananmen gekomen? Vanaf 1978 hadden de Chinese communisten besloten om een stagnerende economie en lage welvaartsgroei aan te pakken. Dit was altijd al een van de grootste problemen van het socialisme. In China kon men, na de atypische onderbreking door een extreem maoïsme, voortbouwen op een eeuwenlange traditie waarbij de markt gecombineerd werd met overheidscontrole en -planning. Stap voor stap organiseerden partij en overheid diepgaande hervormingen in die zin. Het Westen zag hierin een kans om het socialisme in een van zijn grootste thuislanden de doodsteek te geven. Dit alles gebeurde in een wereld waarin alle socialistische staten een existentiële crisis doormaakten.
Mondiale context
Net zoals in de Sovjet-Unie en de Oost-Europese landen ontstond er ook in China een bondgenootschap tussen de westerse regeringen en media en een aantal intellectuelen, waaronder zelfs hooggeplaatste kaderleden van de partij en van de overheid zelf. In China misbruikten opstandelingen het ongenoegen onder arbeiders en studenten over concrete problemen bij de transitie van een extreme planeconomie naar een gemengde, ‘socialistische markteconomie’. De anticommunistische bondgenootschap lokte de onrust uit die zijn hoogtepunt kende in een reeks van rellen en opstanden op vele plaatsen in China. Het Tiananmenplein, centrum van de Chinese staat zelf, fungeerde daarbij als hoofdkwartier.
Socialism on my mind?
Vele leiders van de opstand beweerden dat zij het socialisme wilden verbeteren. Achteraf zou uit hun houding en hun geschriften blijken dat dit voor de meesten van hen, figuren zoals de naar Taiwan uitgeweken Wu’erkaixi, slechts een misleidende tactiek was geweest. Enkele kopstukken, of personen die min of meer neutraal bleven (zoals de latere premier Wen Jiaobang) hadden oprechte bedoelingen gehad.
Het vruchteloze debat
De opstand werd neergeslagen. Er vielen doden onder de opstandelingen en onder de soldaten die de orde moesten herstellen. Vanzelfsprekend was dit een betreurd dieptepunt in de hedendaagse geschiedenis van China en die van het socialisme. De discussies over het aantal slachtoffers en de debatten over wat er wel of niet vermeden had kunnen worden zijn echter vruchteloos gebleken. Dat is in niet geringe mate te wijten aan westerse propagandisten in de media en in bepaalde academische kringen. Zij hebben zich immers ingespannen, niet om klaarheid te scheppen, maar om de gebeurtenissen rond Tiananmen 1989 uit te buiten voor eisen dat de communistische partij de leiding van China uit handen zou geven en dat het land het specifieke socialistische model zou verlaten.
Deng & Co
Nadat China zijn wonden min of meer had gelikt hervatten partij en staat echter het werk aan de hervormingen. China werd opengesteld voor de wereldeconomie, eerst voorzichtig, daarna voortdurend stoutmoediger. Onder Deng Xiaoping en zijn opvolgers en aanhangers is China gestart met het nooit eerder voorgekomen en grotendeels geslaagde experiment van de socialistische markteconomie.
Twee visies
China is op weg om een redelijk welvarende socialistische samenleving met eigen karakteristieken te worden. Een tweede Tiananmen moet het kunnen voorkomen. In 2019 staan er twee wereldvisies tegenover elkaar. De ene vertrekt van het individualisme, het eigenbelang, de confrontatie en het conflict en leidt tot militaire botsingen. De andere vertrekt van uitwisseling (van ideeën, visies, technieken, goederen, rijkdommen) tot wederzijds voordeel en leidt tot samenwerking, overleg en vrede. In de eerste wereldvisie is de concurrentie ongebreideld en leidt ze tot een zero-sum resultaat. In de tweede visie houden de staat (binnenlands) en internationale instellingen zoals WTO (mondiaal) toezicht op de concurrentie die daardoor dynamiserend werkt en leidt tot een positive-sum resultaat. Als die visie het wint moet de wereld een nieuwe koude oorlog, met daarbij het risico van een wereldoorlog, kunnen vermijden.
Chinese overheid met zelfkritiek? Laat me niet lachen waar zijn de studentenleiders nu met hun zelfkritiek. Ze hebben behoorlijk naive mensen de dood ingejaagd. Nu slapen ze in een gouden bed in het westen. De huidige generatie en zelf de mensen die hebben meegedaan zijn behoorlijk teleurgesteld in deze leiders. Hoe ze onbewapende soldaten verbranden.