Vereniging België-China 60 jaar

De Vereniging België-China (VBC) bestaat 60 jaar. Daarmee is het een van de oudste organisaties in Europa die ijveren voor vriendschap met China. Ter vergelijking, de Vereniging Nederland-China (VNC) bestaat 40 jaar. We werpen een blik op een rijke en bewogen geschiedenis.

De auteur was voorzitter van VBC van 1993 tot 2002.
De Vereniging België-China bestaat 60 jaar. Dat werd al op een feestzitting in april gevierd. Op 16 november organiseerde ook de Chinese ambassade in Brussel een receptie in aanwezigheid van de Chinese Vereniging voor Vriendschap met het Buitenland, die al die tijd de Chinese partner van VBC was.
De VBC is als vzw officieel gesticht op 18 april 1957. Feitelijk was ze actief sinds 1956. De stichting kwam niet uit de lucht vallen.

Voorgeschiedenis

China en België waren in 1957 geen volslagen vreemden voor elkaar. Al in de 17de eeuw verbleven Vlaamse Jezuïeten in China en in de 19de eeuw werden ze opgevolgd door nieuwe missionarissen, onder meer Scheutisten. Koning Leopold II toonde veel belangstelling voor China. In 1897 ontving hij in België een minister van de keizerlijke regering om over samenwerking te spreken. Hij had ook koloniale ambities in China. Die krompen uiteindelijk tot een kleine Belgische concessie in Tianjin die ongeveer dertig jaar bestond.
Maar ook het Belgische zakenleven was er actief aanwezig. Eén van de eerste Chinese spoorwegen, de lijn Beijing-Hankou (vandaag Wuhan) werd door een Belgische maatschappij aangelegd.
De eerste trams in Shanghai waren Belgisch. China was een goede klant voor de toen nog bloeiende Waalse industrie. Schepen van en naar China legen aan in de Antwerpse haven.
Ook Belgische bankiers waren present. Chinese arbeiders bouwden aan het Westfront militaire infrastructuur tijdens de eerste Wereldoorlog en ruimden diezelfde infrastructuur nadien op. ‘De Blauwe lotus’, misschien de beroemdste Kuifje-strip van de Belgische tekenaar Hergé speelt zich af in Shanghai in de aanloop naar de tweede wereldoorlog.
In 1949 werd de Volksrepubliek opgericht. De koude oorlog woedde al, en het nieuwe bewind werd door het Westen vanaf 1950 politiek en economisch geïsoleerd. Zoals bijna alle andere Westerse landen erkende België de Volksrepubliek niet en bleef het volhouden dat het gevluchte Guomindang regime op Taiwan de wettige Chinese regering was. België paste de economische boycot van China toe.
Niet iedereen hier te lande was gelukkig met deze politiek. Er was de communistische partij van België. Maar ook een aantal socialistische en liberale politici waren het niet eens met de gevolgde lijn. Er waren bedrijven die zakelijke mogelijkheden zagen verloren gaan. En er waren academici en kunstenaars die op een of andere manier in samenwerking met China interesse hadden.
Een aantal mensen met vroegere contacten in China vonden ondanks de moeilijkheden toch nog de weg. Documenten betreffende het initiatief tot oprichting van de VBC verwijzen naar een aantal delegaties die aan de oprichting voorafgingen.
Zeer belangrijk was de reis van mevrouw Elisabeth Grisar in 1953. Zij was een dame uit Antwerpse zakenkringen en werd door de Chinezen op een handelscongres in Moskou in 1952 uitgenodigd om ook China te bezoeken. Ze schreef twee boeken, over haar reis en over de emancipatie van de Chinese vrouw.
Zeker is dat de Chinezen vragende partij waren voor meer contacten met Europa, voor concrete samenwerking, maar ook in de hoop het politieke isolement te doorbreken.
In verschillende landen waaronder het Verenigd koninkrijk en Frankrijk werden in de jaren 50 vriendschapsverenigingen opgericht.

Het begin

In november 1956 hebben een aantal Belgische geïnteresseerden besloten dat de tijd ook bij ons rijp was. Er werd een eerste bijeenkomst van het voorbereidend comité voor de oprichting van een vereniging gehouden.
De omstandigheden waren gunstig, want nog vooraleer de vereniging bestond, kon het comité al een aantal ophefmakende dingen realiseren.
In december 56 was het Circus van Peking te gast in Brussel.
In maart 1957 bezocht een groep Belgische economisten onder leiding van professor Roger China.
Reizen naar China gebeurde destijds via Moskou, hetzij per trein, hetzij per vliegtuig, met een aantal tussenlandingen.
De VBC werd formeel opgericht in april 1957.
In de statuten lezen we als doelstelling: “ met alle middelen die in haar macht zullen liggen en buiten elk politiek oogmerk om de culturele, wetenschappelijke en economische betrekkingen… te ontwikkelen en te begunstigen”
Helemaal correct is deze omschrijving niet: Uit de verslagen blijkt dat het belangrijkste doel op korte termijn de diplomatieke erkenning van de Volksrepubliek door België was. Dat is echter niet onlogisch, aangezien dit conditio sine qua non was voor de ontwikkeling van andere betrekkingen.
Wie zijn de stichters en de eerste leden? Het gaat om mensen met een zichtbare rol in de maatschappij.
Er zijn 11 stichtende leden, waaronder vijf kaderleden van belangrijke bedrijven, twee professoren, een ex-diplomaat, twee advocaten en Marthe Huysmans, de dochter van Kamiel.
Kamiel Huysmans, oud voorzitter van de socialistische internationale, wordt erevoorzitter, Georges Smets, oud rector van de Vrije Universiteit Brussel is de eerste voorzitter, advocaat Hamaide ondervoorzitter, Marthe Huysmans secretaris. Charles Roger, voorzitter van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en professor in Antwerpen wordt verantwoordelijk voor de commissie economische betrekkingen, professor René Dekkers is verantwoordelijk voor de commissie universitaire samenwerking. De schatbewaarder is een kaderlid van ACEC, een toenmalig kroonjuweel van de Waalse industrie.
Op de algemene vergadering van 1958 telt de Vereniging een vijftigtal stemgerechtigde leden: mensen uit de zakenwereld , professoren van de universiteiten in Gent, Brussel, Antwerpen, en kunstscholen, een kunstcriticus, bankiers, bedrijfskaders en socialistische en liberale senatoren.
Enkele opvallende namen: de eerder genoemde Elisabeth Grisar, de communist Jacques Grippa die later een pro-Chinese partij zal stichten, de vooraanstaande socialiste en later communiste Isabelle Blume, de voorzitter van de Raad van State Jules Chomé, de zakenman Xavier Relecom die zich specialiseert in handel met communistische landen.
Er wordt ook een comité van ereleden opgericht. Dat telt begin 1958 al een twintigtal leden, waaronder professoren van Gent en Brussel, kunstenaars ( Frans Masereel, architect Leon Stynen, schrijver Gerard Walschap…), Nobelprijswinnaar geneeskunde Jules Bordet, volksvertegenwoordigers en ex-ministers van socialistische, communistische en liberale signatuur.
Het eerste werkjaar telt de Vereniging 110 gewone leden aan 30 frank, 230 all-in leden aan 100 frank, en 13 steunende leden (individuen maar vooral bedrijven) die elk de toen aanzienlijke som van 2.000 frank op tafel leggen.
Daarnaast zijn er sponsors. Erevoorzitter Kamiel Huysmans schenkt 5.000 frank. De anderen zijn vooraanstaande bedrijven, zoals ACEC, het handelsbedrijf Tracosa, de scheepswerven Boel, Gevaert, het Antwerps transportbedrijf PSAL, … en het Circus van Peking.

De dolle jaren 50

Frans Masereel bij de opening van zijn tentoonstelling in Beijing

De Vereniging wordt oorspronkelijk gevestigd in de exclusieve Louizalaan 201 te Brussel en verhuist al vrij snel naar een herenhuis in de Bisschofsheimlaan.
Het jaar 1957 was meteen zeer goed gevuld.
Na de delegatie van economisten, vertrok in augustus een culturele delegatie onder leiding van professor Arthur Wauters. In december deed een economische Chinese delegatie België aan. De Vereniging organiseerde voor hen contacten met 600 personen, vooral in het bedrijfsleven. Ze werden tot in het parlement ontvangen.
Op 1 oktober werd de werking van de Vereniging naar buiten toe officieel onder grote belangstelling gestart met een Chinees filmgala in het Paleis voor Schone Kunsten.
Dit soort viering zou jarenlang – tot de Chinese ambassade zelf op die dag recepties organiseerde – een traditie blijven, en een gelegenheid om voor de diplomatieke erkenning te pleiten.
1957 kende nog twee andere opmerkelijke gebeurtenissen.
De socialistische metaalvakbond stuurde een delegatie naar China en heeft het jaar daarop een Chinese vakbondsdelegatie in België ontvangen. Er zat van in het begin ook een sociale component in de Vereniging.
Het belangrijkste succes van 1957 was de campagne naar de politici voor de afschaffing van Chincom, een speciaal embargo op handel met China, dat verder ging dan de beperkingen op handel met communistische landen van Oost-Europa. België volgde het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk en schafte Chincom af.
In 1958 zien we belangrijke wetenschappelijke uitwisselingen
Een Chinese dokter komt stage lopen aan de universiteit van Gent en de Université Libre de Bruxelles (ULB). De rector van de ULB gaat drie maanden les geven in Tianjin. Twee Chinese cardiologen komen naar een congres.
Nog in 1958 passeren een vijftal economische en technische Chinese delegaties in België.
Een cultureel hoogtepunt wordt de reis van grafisch artiest Frans Masereel in september. Zijn werk wordt in China getoond in een reizende tentoonstelling. Achteraf zal hij werken die op China geïnspireerd zijn tonen op een reizende tentoonstelling in België en dan in China.
De opera van Peking komt naar België en Luxemburg in de zomer van 1958.
Stilaan begint de Vereniging ook een permanente werking te organiseren: aanvankelijk is er slechts één betaalde kracht. De Vereniging steunde toen en nu nog steeds sterk op vrijwilligers.
Op 1 oktober 1958 wordt op de feestviering Chinees artisanale producten verkocht. Dat zal in de jaren 80 tot begin 90 uitmonden in een echte winkel.
Er wordt een start genomen met lezingen en filmvertoningen. Deze activiteit loopt tot heden door op zaterdagnamiddag.
Naast Belgische hebben ook een aantal internationale experts lezingen gegeven, zoals de Franse historicus Jean Chesnaux. De Zwitsers-Belgische schrijfster Han Suyin kwam zelfs verschillende keren.
In de loop der jaren bouwt de Vereniging een rijk archief van dikwijls zeldzame Chinese films uit; dat kwetsbare archief is sinds de jaren 90 ondergebracht in Cinematek, het officiële filmmuseum in Brussel.
Nog in 1958 start een werking filatelie die actief zal blijven tot rond de eeuwwisseling.
In 1959 begint de Vereniging met een trimestrieel informatieblad voor de leden, aanvankelijk alleen in het Frans. Dat blad en zijn Nederlandstalige evenknie is in verschillende vormen tot heden blijven voortleven.
In 1959 toont de Vereniging Chinese schilderijen in het Paleis voor Schone Kunsten.
Een tentoonstelling van Chinese foto’s reist van Brussel naar zes andere steden in België en trekt 30.000 bezoekers. China was toen echt nog erg exotisch voor het Belgische publiek.
In september 1959 vertrekt een culturele delegatie onder leiding van toondichter Jean Absil. Ook schrijver Gerard Walschap reist dat jaar naar China
De receptie voor tien jaar Volksrepubliek op 1 oktober trekt 400 aanwezigen waaronder heel wat personaliteiten.
Nog in dat jaar opent de Vereniging het publieke debat over een brochure van de uit China verdreven broeders Maristen – nog een orde van missionarissen-  die pleit tegen diplomatieke erkenning.
In 1960 volgt een belangrijk initiatief voor de diplomatieke betrekkingen. De Vereniging schrijft een open brief aan Buitenlandse Zaken en socialistische, communistische en liberale parlementsleden bespreken dit in het parlement.
Nog in 1960 begint het systematisch verspreiden van Chinese tijdschriften in het Frans en het Engels. Men telt het eerste jaar al 127 abonnees.
Men werft ook met succes ruilabonnementen voor Scientia Sinica en China Medical Journal bij wetenschappelijke instellingen.
Een documentatiedienst begint boeken over China, foto’s en persberichten van het Chinese persagentschap te verzamelen en verspreidt die aan Belgische persagentschappen en media die er interesse in hebben. De Vereniging opent een bibliotheek die twee dagen per week open is. Die bibliotheek bestaat nog steeds en bevat vandaag naast historisch materiaal ook veel boeken in de Chinese taal.

Successen en tegenslagen in de jaren 60

Elisabeth en Mao

In 1961 boekt de Vereniging een eclatant succes wanneer koningin Elisabeth ingaat op een uitnodiging van de Chinese Vrouwenfederatie om China te bezoeken en er de 1 oktober viering meemaakt. Haar persoonlijke raadgever, baron Allard, is lid van de Algemene Vergadering van de Vereniging, en secretaris Marthe Huysmans reist ook mee. Koningin Elisabeth was de grootmoeder van de toenmalige koning Boudewijn, en ging naar China tegen het advies van toenmalig minister van Buitenlandse zaken Spaak. Met haar reis was ze de eerste vooraanstaande Europese personaliteit die het uitsluitingsfront tegen China doorbrak.
600 mensen komen achteraf de film over haar reis bekijken.
Nochtans vertraagt de werking begin jaren 60. De problemen door de Grote Sprong Voorwaarts vertalen zich gedurende enkele jaren in minder internationale inspanningen van de Chinezen zelf. In 1960 is er geen enkele delegatie.
In België lijkt er geen beweging mogelijk in het politieke standpunt tegenover China.
Jaar na jaar moet de Vereniging vaststellen dat haar oproepen aan de politici in dovemansoren vallen.
Een belangrijke evolutie vind plaats in 1963: er wordt beslist dat een ‘Economische Commissie’ een autonome structuur krijgt binnen de VBC. Daardoor kan deze commissie door China formeel erkend worden als partner voor de bevordering van de wederzijdse handel.
De commissie wordt het begin van wat vandaag de Belgium China Economic and Commercial Council is (BCECC).
Henri Lederhandler, die intussen het Belgisch-Chinees handelsbedrijf Sodexim opgericht heeft, wordt de verbindingsman tussen de Vereniging en de ‘Economische Commissie’. Hij blijft actief als ondervoorzitter van de BCECC tot aan zijn dood enkele jaren geleden.
Op 1 oktober 1964 wordt de 15de verjaardag van de Volksrepubliek gevierd. Voorzitter Hamaide en zijn latere opvolger professor Dekkers nemen samen met de voorzitter van de Economische Commissie Relecom deel aan de viering in Beijing. In België verklaart ondervoorzitter Roger dat de Grote Sprong Voorwaarts problematisch was.
Vanaf 1965 wordt ook meer op een gedecentraliseerde werking gemikt, met regionale comités van sympathisanten en medewerkers. Dit systeem zal blijven, met sterk wisselende samenstelling in de loop der jaren.
In 1966 komen 600 mensen af op de 1 oktober viering. In dat jaar wordt in Beijing een grote Belgische industriële tentoonstelling opgezet.
Het uitbreken van de Culturele Revolutie in China in 1966 en de radicalisering van de jongeren in Europa vanaf 1967 is een scharnierpunt. Het einde van de jaren 60 ziet een golf jonge leden toetreden. Ze hebben deelgenomen aan protestbewegingen en hebben sympathie voor het maoïsme. Serge Pairoux, die in China gestudeerd heeft, komt op het secretariaat werken.
De late jaren 60 zijn door de Culturele Revolutie een zwakke periode voor de economische betrekkingen. Er is slechts één delegatie van de Economische Commissie, in 1971. In hun verslag schrijven ze voorzichtig positief over de situatie.
Ook cultureel is er weinig direct contact. Enkel in 1967 kan er samen met de Fransen een delegatie gestuurd worden.
Sommigen binnen de Vereniging gaan een meer politieke toer op. Van het ondersteunen van de betrekkingen en de samenwerking evolueren ze naar het verdedigen van de maoïstische stellingen.
Dat de vereniging in die periode als subversief beschouwd werd blijkt uit het ontdekken van afluisterapparatuur in de lokalen in 1967.
Intern leidt de meer politieke opstelling tot spanningen. In 1969 wordt Jacques Grippa, stichter van een pro-Chinese communistische partij als lid uitgesloten.
Vanaf 1968 breiden de gedecentraliseerde activiteiten uit. De Vereniging wordt ook meer en meer om hulp gevraagd door diverse kringen die interesse in China hebben.

Van Culturele Revolutie tot hervormingen door Deng Xiaoping

Jongerendelegatie 1970

In 1970 zijn er liefst 120 activiteiten. Professor Dekkers volgt advocaat Hamaide, die een belangrijke gerechtelijke functie krijgt, op als voorzitter.
Han Suyin komt in Brussel een conferentie geven en verdedigt de Culturele Revolutie.
Een delegatie , de eerste van de Vereniging sinds 1966, vertrekt. Het gaat deze keer niet om zakenlieden of voorname personages maar om geëngageerde jongeren.
Nog in 1970 verschijnt de eerste uitgave van China Vandaag. Het blad zal later een tijdje verdwijnen en in 1982 heropgestart worden. Het verschijnt nu nog steeds vijf maal per jaar, in vierkleurendruk. Er zijn pogingen om opnieuw een Franstalige tegenhanger op te starten, en dit zal leiden tot het uitgeven van Chine Actuelle, met een eigen Franstalige redactieploeg.
Beide tijdschriften worden ook vandaag nog gerund door vrijwilligers en zijn grotendeels financieel zelfbedruipend.
1970 kent nog een belangrijke gebeurtenis. De Vereniging start met lessen Chinees. Deze lessen worden lange tijd georganiseerd door de Vereniging alleen. Vandaag gebeurt het in samenwerking met het Confucius instituut Brussel, waarvan de VBC medeoprichter is.
In 1971 zijn er naast een economische delegatie nog twee anderen: één van ‘personaliteiten’ en één voor ‘marxistische jongeren’.
Het jaar 1971 wordt echter gedomineerd door de diplomatie. De Volksrepubliek China wordt erkend als lid van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad.
België met minister van Buitenlandse Zaken Harmel, probeert tot het einde vast te houden aan de erkenning van zowel de Volksrepubliek als de Republiek Taiwan. De Vereniging komt op diverse vlakken tussen om deze politiek te bekritiseren. Maar de internationale diplomatie kantelt in dat jaar in het voordeel van de Volksrepubliek, en België erkent uiteindelijk exclusief de Volksrepubliek waarvan Taiwan deel uitmaakt.
In 1974 verhuist de Vereniging naar de Middaglijnstraat.
De ‘Economische Commissie’ profiteert van het aanknopen van diplomatieke betrekkingen om stilaan in de richting van een kamer van koophandel te evolueren.
Doch het politieke klimaat in China – de Culturele Revolutie- is niet gunstig.
De economische betrekkingen zullen pas een explosieve toename kennen wanneer Deng Xiaoping in 1978 de deuren open gooit.
Binnen de Vereniging blijven spanningen bestaan over de mate waarin ze de actuele politieke lijn van China moet verdedigen.
Door de diplomatieke betrekkingen ontstaan ook allerlei nieuwe kanalen voor rechtstreeks contact en uitwisseling met China. De Vereniging verliest haar exclusiviteit en moet zich afvragen in welke niches ze verder zal werken.

De bewogen jaren 80

Tian An Men 1989

Na de start van de hervormingen van Deng Xiaoping neemt de belangstelling voor China enorm toe. Er komen veel nieuwe leden.
De ‘Economische commissie’ wint leden en invloed. Ze maakt zich in 1982 los van VBC, naar aanleiding van persoonlijke en politieke meningsverschillen.
De ‘Economische Commissie’ evolueert uiteindelijk tot de huidige BCECC. Maar niet rechtlijnig. Nu China het economische eldorado lijkt, is ook onder de zakenmensen de eenheid zoek. Er komt een concurrerende Belgisch-Chinese Kamer van Koophandel in 1986.
Op aandringen van de Chinezen en met een nieuwe generatie bestuurders komt het in de jaren 90 tot een fusie. Intussen heeft de Belgische politiek ervoor gezorgd dat er sinds 2005 opnieuw twee organisaties zijn: De Belgische BCECC en een Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel.
De hervormingen in China nopen de Vereniging tot het aan de orde stellen van de te grote volgzaamheid tegenover de vorige Chinese politiek.
Men keert terug naar het originele opzet van de Vereniging: het bevorderen van uitwisseling en van meer begrip tussen de volkeren, zonder daarbij de actuele politiek door dik en dun te verdedigen.
Professor Vermandel volgt professor Vandendriessche op als voorzitter.
Mede door het verdwijnen van de financiële steun door de ‘Economische commissie’ ontwikkelde de Vereniging op een professionele manier een aantal renderende activiteiten. Dat verloopt succesvol dankzij de sterk toegenomen belangstelling in China.
De lessen Chinees ontwikkelen zich tot een echte school voor Chinese cultuur: de China Academie. Zelfs Chinees koken staat op de agenda.
De boekenwinkel en de winkel van artisanale producten worden geprofessionaliseerd .
De (betalende) dienstverlening aan derden wordt uitgebreid
Er wordt een eigen dienst reizen opgericht, later omgevormd tot zelfstandige vennootschap. Deze heeft tot bij de liquidatie in 2002 de Vereniging financieel ondersteund.
Jumelages van Belgische steden en provincies met hun Chinese tegenhangers worden gepromoot.
Dit alles heeft gevolgen voor de organisatie. Het personeelsbestand stijgt tot een piek van tien personen, waarvan een viertal gesubsidieerd.
De toenemende interesse voor China en de vele mogelijkheden tot samenwerking met China leidt tot een sterke uitbreiding van de regionale actiegroepen. Dit schiet echter uiteindelijk door in het oprichten van onafhankelijke provinciale verenigingen ten koste van de nationale organisatie.
De spanningen hierover brengen in 1985 een voorzitterswissel mee. Professor Vermandel wordt vervangen door Marcel Deprez, een gepensioneerd kaderlid bij de overheid en de eerste niet-professor.
De meest dramatische episode van de jaren 80 komt met de gebeurtenissen van juni 1989 op het Tian An Men plein. De terugslag daarvan veroorzaakt het verdwijnen van vele vriendschapsverenigingen in Europa en ook van de regionale verenigingen in België.
De VBC neemt een genuanceerd standpunt in. Wij zijn vrienden van China. Ook al zijn we niet akkoord met wat er op dat ogenblik gebeurt, toch blijven we vertrouwen in de kracht van het Chinese volk om de juiste weg naar ontwikkeling te vinden. Daarom zetten we onze werking verder.

Heropbouw en heroriëntatie in jaren 90

De jaren 90 zijn gekenmerkt door het geleidelijk terug opbouwen van de werking na de crisis van 1989. Reizen België-China, later uitgebreid tot Wereldreizen, en de China Academie ontwikkelen zich verder. De winkel van artisanale producten wordt uiteindelijk gesloten en de boekhandel gaat zijn eigen weg.
In het voor China ongunstig mediaklimaat ligt meer dan vroeger de nadruk op het verspreiden van informatie , door onze Nederlandse en Franstalige tijdschriften, via conferenties en deelname aan activiteiten buitenaf.
De Vereniging probeert de snelle veranderingen in China zo goed mogelijk te duiden. Dit zonder zoals in de jaren 70 onvoorwaardelijk partij te kiezen, noch zoals sommige andere vroegere verenigingen, de dissidente beweging te steunen.
Het algemene embargo dat in 1989 tegen China is ingesteld, houdt twee jaar stand. In 1991 normaliseert de toestand zich. Nieuwe communicatiekanalen tussen België en China worden geopend, het wordt steeds gemakkelijker rechtstreeks met China samen te werken.
De Vereniging moet nichedomeinen opzoeken en zichzelf telkens opnieuw uitvinden.
Financieel overbrugt de VBC de moeilijke periode dank zij een legaat van de heer Ghislain, een sympathisant die het grootste deel van zijn vermogen achterlaat voor het bevorderen van Esperanto in China. Halfweg de jaren 90 verhuist de VBC van de Middaglijnstraat naar de Koningsstraat.
In 1993 kom ikzelf op de voorzittersstoel .
De Vereniging komt plots in zwaar weer terecht in 1994.
De traditionele Belgische partijen, de socialistische SP en PS, de christelijke CVP en de liberale VLD zijn bijna gelijktijdig betrokken in financiële schandalen. In die situatie pakt de conservatieve krant La Libre Belgique uit met twee suggestieve voorpagina-artikelen over mogelijke partijfinanciering van de communistische PVDA/PTB door China, met de Vereniging als doorgeefluik. Gelukkig is het verhaal te ver gezocht om reputatieschade te kunnen aanrichten; de mediastorm gaat even snel liggen als hij opgestoken was.

De jaren 2000: Continuïteit en nieuwe uitdagingen

Na de eeuwwisseling neemt de aanwezigheid en invloed van China op het wereldtoneel spectaculair toe. Ook de relaties en samenwerking op alle mogelijke gebieden kennen een hoge vlucht.
De Vereniging maakt het verschil door meer kwaliteitsvolle diensten aan te bieden.
Dat betekent op de eerste plaats de China Academie, die versterkt wordt door sinds 2005 samen te werken met het Confucius Instituut, een officiële arm van het Chinese ministerie van Onderwijs. Die samenwerking versterkt ook de bibliotheek.
Nieuw in dit verband is ook de nauwere samenwerking met scholen die leerlingen de kans willen geven de Chinese taal te leren en kennis te maken met de Chinese cultuur. De Broederschool in Sint-Niklaas speelt hier een voortrekkersrol en stuurt jaarlijks een groep jongeren op zomerkamp naar China.
De tijdschriften China Vandaag en Chine Actuelle zijn zowel vormelijk als inhoudelijk verbeterd. We worden overspoeld door mediaberichten over China. Die zijn te dikwijls geïnspireerd door oude vooroordelen of nieuwe angsten over het ontwikkelingsmodel van de Volksrepubliek. Correcte evenwichtige informatie brengen blijft één van de hoofdtaken van de VBC.
In dat kader heeft de Vereniging sinds 2009 een dagelijkse niet-commerciële nieuwssite in het Nederlands, ChinaSquare.be. De site richt zich op het Vlaamse en het Nederlandse publiek. Hij wordt volledig gerund door vrijwilligers.
Ook met conferenties en filmvoorstellingen in de lokalen of buitenaf brengt de Vereniging meer evenwichtige berichtgeving over de meest diverse aspecten van het Chinese leven.
De boekhandel ‘Lange Muur’ is sinds 2014 opnieuw geïntegreerd in de organisatie.
Het reisbureau Wereldreizen is in 2002 op non-actief geplaatst. Chinareizigers kunnen wel nog voor kwaliteitsvolle informatie terecht bij de reisspecialisten van VBC. Daarnaast was er in 2009-10-11 en in 2017 een speciale themareis voor de leden.
De Vereniging organiseert jaarlijks een groot evenement rond het Chinees Nieuwjaar.
De heroriëntering van de activiteiten en het wegvallen van sommige commerciële activiteiten heeft het aantal betaalde personeelsleden doen verminderen. Acties gebeuren zoveel mogelijk met vrijwilligers en zijn zoveel mogelijk kostendekkend. Dat is een sterk punt van de Vereniging. Sponsoring door bedrijven is een steunpilaar.
In 2003 nam ondernemer Hans Van Duysen de voorzittersverantwoordelijkheid over.
Na enkele jaren in een gewezen school in de Capucijnenstraat is de Vereniging vandaag met de steun van de voorzitter gevestigd in een stijlvol pand in de Deschanellaan.

Wat brengt de toekomst?

Heeft de Vereniging België-China nog een rol te vervullen nu China groot en sterk genoeg is om voor zijn eigen belangen op te komen?
China heeft meer en meer vrienden. Toch zien in de huidige geopolitiek velen de opkomst van China nog als een concurrent of zelfs als een vijand. Voor de vrienden van China blijft daarom eigenlijk nog dezelfde taak weg gelegd als 60 jaar geleden: met alle middelen ijveren voor een betere kennis van en een beter begrip voor China bij onze bevolking en bij onze leiders.
Wat de beste middelen zijn is telkens opnieuw te bekijken.De sterkte van de samenwerking met het Confucius Instituut, de tijdschriften en de website, de dienstverlening die aan basisorganisaties zoals scholen en lokale verenigingen aangeboden wordt zijn troeven.  Zo organiseerde de VBC recentelijk mee een festival van Chinese films in Brussel.
Alhoewel er zoveel andere contacten op alle niveaus zijn blijft de VBC dé onafhankelijke basisorganisatie bij uitstek, waar iedereen terecht kan voor informatie, activiteiten of om zich zelf in te zetten voor de vriendschap.

2 comments for “Vereniging België-China 60 jaar

  1. 60 jaar VBC is natuurlijk geen sinecure. Heel veel dankbaarheid voor de volgehouden vriendschap. Proficiat met de verjaardag!
    VBC moet zichzelf telkens opnieuw uitvinden, ook in de toekomst. Hierbij twee voorstellen van een buitenstaander:
    Een schat aan kennis heeft zich opgestapeld. Waarom het documentatiecentrum niet één week per jaar gratis openstellen voor het grote publiek bijv.? Of aan een lage forfaitaire kost het centrum toegankelijk maken voor thesisstudenten en andere specifieke doelgroepen (zonder formeel lid te worden)?
    Chinese cursussen. Misschien evolueren naar een instituut waarbij het niveau vergelijkbaar is met deze van leeftijdsgenoten in China. Of zelfs op termijn naar een Chinese school (voor kinderen met een Chinese achtergrond).

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *