In 2025 vangt China aan met het verhogen van de pensioenleeftijd. Die was ongewijzigd sinds 1950 en internationaal vergeleken erg laag.
De Chinese bevolking veroudert als één van de snelste ter wereld. De totale beroepsbevolking vermindert en sinds vorig jaar daalt zelfs de totale bevolking.
Chinezen gaan erg vroeg met pensioen, de vrouwen op 55 jaar, de mannen op 60. Mensen met zware beroepen kunnen nog 5 jaar vroeger op rust gaan.
De noodzaak van een verhoging van de pensioenleeftijd werd al in 2013 gelanceerd door academici. Al geruime tijd sprak de regering over later met pensioen te gaan, maar bij de bevolking was er weinig animo. Men nam het principiële besluit uiteindelijk toch op in het vijfjarenplan 2021-2025. In juli dit jaar besloot het jaarlijkse plenum van het Centraal Comité het plan concreet te maken.
Kleine stapjes, soepele toepassing, nationale planning
Vorige maand heeft de Vaste Commissie van het Nationaal Volkscongres (het Chinese parlement) details bekend gemaakt over de geplande hervorming.
De wijziging zal volgens drie principes verlopen: aanpassing in kleine stapjes, soepele toepassing en nationale planning.
Over een periode van 15 jaar zal de pensioenleeftijd voor mannen naar 63 jaar gaan. Voor arbeidsters wordt deze 55 jaar en voor vrouwelijke kaderleden 58. Het minimum aantal jaren dat men moet bijdragen aan het pensioenfonds stijgt stapsgewijs van 15 naar 20. Maximum drie jaar eerder met vervroegd pensioen gaan blijft mogelijk op voorwaarde dat men voldoende jaren aan het pensioenfonds heeft bijgedragen.
De maatregel komt er om de daling van de beroepsbevolking op te vangen en opdat de pensioenfondsen voldoende middelen zouden bekomen. De overheid beklemtoonde dat er rekening is gehouden met de levensverwachting, het gezondheidsniveau, de bevolkingspiramide, het niveau van opleiding en de omvang van de beroepsbevolking.
In 2023 bedroeg de gemiddelde levensverwachting 78,6 jaar en 60-plussers maakten meer dan een vijfde van de totale bevolking uit. Het gemiddeld opleidingsniveau is dat van de toplaag van landen met een middelmatig inkomen.
Recent pensioenstelsel
Het Chinees pensioenstelsel is nog vrij recent. Dit werd rond de eeuwwisseling lokaal opgestart toen steeds meer mensen in privébedrijven gingen werken; deze zorgden niet voor het pensioen van hun personeel zoals de staatsbedrijven tot dan toe deden. Er zijn twee stelsels, een verplicht systeem voor werknemers in de stad – maar migranten en nieuwe vormen van tewerkstelling bevinden zich in een grijze zone – en een vrijwillig stelsel voor het platteland (waar ongeveer twee derde van de bevolking al is aangesloten). Het systeem bestaat uit drie pijlers: een laag minimumpensioen dat deels uit de belastingen betaald wordt, een individueel pensioen dat wordt berekend volgens de wettelijke bijdragen van werknemers en werkgevers, en een derde pijler gebaseerd op vrijwillige extra bijdragen. In de praktijk krijgen veel migranten en mensen op het platteland een laag pensioen. Een hogere pensioenleeftijd moet ook meer financiële marge scheppen om hier iets aan te doen.
Bron: China Daily, Sixthtone