Tien jaar na de lancering van de politiek ter bevordering van de westerse provincies is een herziening in de maak. Deze legt minder de klemtoon op investeringen, meer op stimulering van privésector en milieu en probeert ongezonde concurrentie tussen steden in het westen te vermijden.
Ondanks de politiek van 10 jaar geleden om het westen te ontwikkelen vergroot de kloof nog tussen het oosten en het westen van het land. Nochtans groeiden de 12 provincies in het westen met 11,6 % in de voorbije 10 jaar.
Volgens onderzoekers werd in 2008 van overheidswege 9640 miljard yuan geïnvesteerd in het oosten en maar 3590 miljard yuan in het westen. Een rapport heeft het zelfs over een investeringskloof die groeide van 1120 miljard in 1990 tot 6050 miljard in 2008. Liu Shiqing, een onderzoeker uit Sichuan, wijst erop dat het BNP/hoofd in het westen maar 45 % bedraagt van dit in het ontwikkelde oosten, de belastingontvangsten per persoon 43 %, en het spaargeld 45%. Ook vanuit de privésector wordt te weinig in het westen geïnvesteerd. Overigens wedijveren diverse steden onderling te sterk voor de aanleg van bijvoorbeeld IT-parken waar de grond in bepaalde gevallen zelfs gratis wordt aangeboden. Vooral de concurrentie tussen de steden Chengdu en Chongqing, steden op nauwelijks 300 km van elkaar, valt op.
Verwacht wordt dat de vernieuwde politiek die momenteel uitgewerkt wordt financiële en fiscale stimuli zal bevatten om de investeringen van de privésector aan te moedigen, onder meer in milieubehoud. Overheidsofficials zullen verantwoordelijk gesteld worden voor hun beslissingen inzake het goedkeuren van investeringen.
