Op 1 mei werden nieuwe strengere regels geldig die het roken binnen in publieke plaatsen moeten verbieden. Toch is de publieke opinie ervan overtuigd dat het met deze verbodsregels- zoals met de overige- allemaal niet zo een vaart zal lopen. We halen enkele aspecten uit een interessante opniebijdrage van een academicus uit Beijing, die verscheen in Global Times.
Zolang er geen zware straffen op overtredingen voorzien worden, zal dit rookverbod evenmin werken als de vorige. Het huidige rookverbod komt er nadat China het volgens zijn verplichtingen in de Wereldgezondheidsorganisatie al sinds 9 januari had moeten invoeren. Het is uitgevaardigd door het Ministerie van Volksgezondheid, dat hier als een Don Quichote de tabaksmolens te lijf gaat. Maar de Chinese tabakslobby is zeer machtig en rijk. Met 360 miljoen klanten en een productie die in volume het totaal van de EU, Rusland, de VS, Japan, Brazilie en Indië samen overtreft, kan dat niet anders. 60 miljoen mensen verdienen hun kost met tabak, waarvan de totale omzet 500 miljard yuan per jaar bedraagt. Tabak levert bijna 10% van alle belastingsopbrengsten, en in de tabaksproducerende arme provincies van het zuidwesten kan de overheid niet zonder de belastingsopbrengsten van tabak.
Verder is er het afdwingen van het rookverbod: daarvoor is het Ministerie van Industrie en Informatica verantwoordelijkheid. Datzelfde ministerie is echter ook verantwoordelijk voor de tabaksindustrie. Men ziet hier meteen een belangenconflict tussen verschillende departementen in hetzelfde ministerie. Zo is er het Bureau voor het Staatsmonopolie op Tabak. Dat voorziet in het vijfjarenplan in een reorganisatie tot 12 grote merken met een omzet die toeneemt tot 700 miljard yuan .
Realistisch gesproken lijkt een abrupt doorvoeren van een rookverbod in alle openbare gesloten ruimten niet haalbaar. Men zou moeten beginnen met de druk op de rokers op te voeren, hen een schuldgevoel bij te brengen voor de schadelijke gevolgen van secundair roken, hen te tonen dat hun gedrag zelfzuchtig, gemeen en onethisch is. Tegelijk zou er dan ook meer reactie komen van niet-rokers. De media zoals de nationale televisie zouden in een dergelijke campagne een centrale rol kunnen spleen.
Bron: Global Times