Vlaamse neogotiek uitvoeren naar China

In het tijdschrift Relicta (Tijdschrift voor Archeologie, Monumenten- & Landschapsonderzoek in Vlaanderen; 9/2012, p 219-262) verscheen een Engelstalig artikel van professor Thomas Coomans en Wei Luo over Vlaamse gotiek in China. We vatten het hierbij samen.

Kathedraal van Shebiya

Vlaamse gotiek is niet het enige overblijfsel van Belgische architectuur in China. De RTB maakte dit jaar een reportage over de ‘nieuwe’ Belgische legatie in Beijing, gebouwd na de Bokseropstand van 1900 en volgens Marguerite Yourcenar die familie was van de ontwerper, geïnspireerd op het kasteel van Marchienne-au-Pont; het gebouw is vandaag in gebruik door de Chinese regering en niet toegankelijk voor het publiek. Professor Coomans doet ook research naar dit gebouw. En ook in de stad Tianjin zijn nog architecturale overblijfsels van de Belgische koloniale concessie die daar in de eerste decennia van de 20ste eeuw gevestigd was.

Het artikel bestudeert in detail twee relatief goedbewaarde kerken die gebouwd werden door de Scheutist Alphonse De Moerloose in 1903-1906: Shebiya in Binnen-Mongolië en Xuanhua in Hebei

Scheut werd opgericht in 1862 en kreeg van het Vaticaan de opdracht het Noorden van China te evangeliseren. De Scheutisten waren er actief van 1865 tot 1955. De Moerloose (Gentbrugge 1856-Schilde 1932) was een missionaris met architectenopleiding die veel kerken bouwde nadat er tijdens de Bokseropstand grote vernielingen waren aangericht. De meeste daarvan zijn alleen nog op oude foto’s te zien, want de burgeroorlog en de Culturele Revolutie eisten hun tol. De Moerloose kreeg een architectuuropleiding aan Sint-Lukas: katholiek, gotisch en nationalistisch. In 1881 trad hij toe tot Scheut. In China zou hij kerken in baksteen gaan bouwen die bijna kopieën waren van de 19e eeuwse neogotiek bij ons. Met deze bouw in Westerse traditionele katholieke stijl drukte hij sterk de eurocentrische wereldvisie van de Scheutisten uit. Als de meeste missionarissen was hij overtuigd dat de Westerse cultuur superieur was aan alle andere; bovendien was hij ultramontaan en overtuigd dat de neogotiek die aan Sint-Lukas ontwikkeld werd de enige goede architectuur was voor kerken in de hele wereld. Behalve zijn twee best bewaarde kerken – de dorpskerk in Shebiya en de kathedraal van Xuanhua – bouwde hij er nog vele andere, als bouwheer en/of als architect, tot zijn terugkeer naar België in 1929. Bij de meest belangrijke behoren de Trappistenkerk van Yangjiaping, de groot seminaries van Xiwanzi en van Datong (beiden in ‘Brugse’ stijl) , de kathedraal van Yongpingfu, en de pelgrimsbasiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Leshan in Shanghai. De Moerloose had ook nog een aantal epigonen die zijn stijl nabootsten. Na de eerste wereldoorlog kreeg zijn werk veel kritiek te verduren. De gebouwen waren helemaal niet geschikt voor het barre klimaat van Noord-China: bezoekers bevroren er in de winter en stikten van de warmte in de zomer. Een meer ideologische kritiek kwam er vanuit Rome, onder meer onder invloed van de jongere Scheutist Lebbe: een pauselijke encycliek van 1919 veroordeelde het koloniale gedrag en het opleggen van een Westers model door missionarissen. Op de synode van Shanghai in 1924 werd de nieuwe politiek doorgedrukt. Voortaan moest ook de kerkarchitectuur Chinees zijn. De Moerloose keerde in 1929 terug naar België.

Het volledige artikel is te vinden op dit adres:https://oar.onroerenderfgoed.be

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *