In het rapport van de VN over Ontwikkeling stond dit jaar dat de landen in het Zuiden goed vooruitgaan. Enkele prestaties van China vielen daarbij extra op.
Een topman van de VN adviseert het land om zijn ervaringen en successen met partners te delen en om zo door te gaan en nog meer nadruk te leggen op sociale ontwikkeling.
Khalid Malik is zeven jaar lang directeur van het bureau voor Human Development Report van de United Nations Development Programme (UNDP) in China geweest. Als enige buitenlander kreeg hij er een eretitel van ‘voorvechter van het milieu in China’. Hij heeft nu de leiding van het team dat het jaarlijkse rapport van de UNDP voor de hele wereld opstelt en in die hoedanigheid staat hij de China Daily een interview toe.
Malik wijst er nog eens op dat meer dan veertig derdewereldlanden, de BRICs en vooral China meer vooruitgang hebben geboekt dan verwacht op het vlak van de ‘menselijke ontwikkeling’. Dat geldt vooral de vermindering van de armoede en de modernisering van de infrastructuur. China heeft meer dan 510 miljoen mensen uit de armoede gehaald sinds 1990. Zo heeft het ervoor gezorgd dat de millenniumdoelstelling om de armoede in de wereld ten opzichte van 1990 tegen 2015 te halveren drie jaar eerder is gehaald. De Human Development Index van de Volksrepubliek is hoger dan het gemiddelde van de BRICs en van de hele regio Zuidoost-Azië. Daarmee is het land koploper in een ontwikkeling waarover de VN in zijn rapport zegt: ‘nooit eerder in de geschiedenis zijn de levensomstandigheden en de vooruitzichten van zoveel mensen zo drastisch en zo snel veranderd’ en ‘daardoor is de ongelijkheid op wereldschaal verminderd.’ Malik heeft uiteraard ook oog voor de uitdaging om economische groei te verzoenen met zorg voor het milieu en sociale ontwikkeling. Hij zegt verder dat de verhouding tussen staat en burgers zal veranderen, want ‘beter opgeleide mensen verwachten meer van hun regering’.
Helen Clark, de bestuurder van het hele United Nations Development Programme schrijft in de inleiding op het rapport 2013 dat de ‘opkomende landen’ al komen met innovatief sociaal en economisch beleid en dat er veel Zuid-Zuid samenwerking is. Malik sluit daarbij aan met de uitspraken ‘landen in ontwikkeling moeten een grotere rol spelen bij internationale kwesties’ en ‘landen in het Zuiden moeten hun partners laten meedelen in hun vooruitgang’. De enigszins kritische repliek hierop van een professor Internationale Zaken aan de Peking University, Zhu Feng, luidt: “het Noorden domineert nog steeds de wereldeconomie. Om zijn stem te laten horen zal het Zuiden niet alleen vooruitgang in ‘menselijke ontwikkeling’ moeten boeken, maar verder zijn economische vermogen moeten verhogen.”
Bron: China Daily
Klik op de link en lees de samenvatting of het hele Rapport.
