Voor een pragmatische relatie van Groot-Brittannië met China

Keith Bennett OPINIE

In The Morning Star verscheen dit opiniestuk. Het is typisch Brits van stijl en verwijst naar toestanden in Groot-Brittannië. Voor lezers in andere Europese landen is het beslist toch nuttig vanwege de waarschuwing voor een beleid dat daar ook op de agenda staat van regeringen die willen samenwerken met China maar tegelijk het land bestrijden.

Reeves en Han Zheng disclaimer foto Xinhua / Yan Yan

Rachel Reeves, vicepremier van Groot-Brittannië was van 10 tot 13 januari in China, waar ze Chinese politici ontmoette in Beijing en Shanghai. Dit was het eerste bezoek van een Britse minister van Financiën aan de Aziatische economische reus in meer dan vijf jaar. Het bracht de Economische en Financiële Dialoog (EFD) tussen de twee landen weer op gang, leverde beperkte maar duidelijke voordelen op voor de Britse economie en het kreeg in het Verenigd Koninkrijk controversiële politieke reacties. Protocollair gezien was het hoogtepunt van Reeves’ bezoek de ontmoeting met de Chinese vicepresident Han Zheng.

Chinese voorstellen, Britse stiff upper lip

Volgens het Persbureau Xinhua heeft Han gezegd dat China en Groot-Brittannië ‘allebei grote economieën en financiële zwaargewichten in de wereld zijn’, en dat ‘het versterken van de economische en financiële samenwerking in de geest van een strategisch partnerschap van groot belang is voor het bevorderen van economische groei, het verbeteren van het leven van de bevolking en voor de groene ontwikkeling in de twee landen’.

China, zo zei Han, ‘is bereid om bij te dragen aan de openheid van het land voor Britse partners en het wil streven naar meer uitwisseling met Groot-Brittannië’. Verder wil China ‘het wederzijds begrip en vertrouwen verbeteren en de samenwerking tot ieders voordeel verdiepen: dat zal gunstig zijn voor de twee landen en voor de wereld in het algemeen’. Uit het antwoord dat Reeves gaf citeerde Xinhua dat ‘de Britten belang hechten aan de ontwikkeling van hun betrekkingen met China en bereid zijn om de openhartige dialoog en wederzijds voordelige samenwerking te versterken teneinde de economische ontwikkeling van beide landen te bevorderen’.

‘Beperkte, maar duidelijke voordelen’

Reeves en haar ambtgenoot vicepremier He Lifeng zaten gezamenlijk de bijeenkomst voor in het kader van de Economische en Financiële Dialoog. Volgens de Britten komt de totale waarde voor de Britse economie van wat er daar is overeengekomen neer op £600 miljoen (n.v.d.r. € 709 miljoen). In een briefingdocument van het Britse ministerie van Financiën staat: ‘Over het geheel genomen zet de hernieuwde betrokkenheid van deze regering bij China ons al op koers om £1 miljard aan waarde voor de Britse economie op te leveren’. Details over hoe met name dit laatste cijfer tot stand is gekomen, blijven echter schaars of zelfs onbekend. Met betrekking tot het eerste cijfer werd in een factsheet van het ministerie van Financiën sterk de aandacht gevestigd op financiële diensten. Daarbij werd gesteld dat financiële markten een belangrijke rol spelen ‘bij het aanpakken van gemeenschappelijke mondiale problemen – of het nu gaat om klimaatverandering, verlies van biodiversiteit of vergrijzing – en bij het realiseren van groei en welvaart’. Londen reageert verder met instemming op het besluit van China om nieuwe commerciële licenties en quota toe te kennen aan Britse bedrijven, op de toezegging van China om in 2025 in Groot-Brittannië voor het eerst een offshore groene staatsobligatie uit te geven en het voornemen van de Bank of China in Londen om in 2025 in Groot-Brittannië nieuwe ‘duurzaamheidsgerelateerde’ obligaties in twee valuta uit te geven.

Belofte van ‘respectvolle en consistente betrekkingen met China’

Nog meer overeenkomsten werden vermeld op het gebied van handel, investeringen en landbouw. ‘Het VK en China kwamen overeen dat ze verder zullen samenwerken op het gebied van klimaat en energie, inclusief de versterking van het bestaande partnerschap tussen het VK en China op het gebied van schone energie. Ze zullen daarbij een nieuw MoU [memorandum of understanding] opstellen en de klimaat – en milieudialoog tussen het VK en China hernemen die was toegezegd bij de totstandkoming van het Verdrag inzake biologische diversiteit in 2024.’ Reeves zei: ‘De overeenkomsten die we hebben bereikt laten zien dat pragmatische samenwerking tussen de grootste economieën van de wereld ons kan helpen de economische groei te stimuleren ten gunste van werkende mensen – een prioriteit van ons Plan for Change. Meer in het algemeen werken we vanaf vandaag aan respectvolle en consistente betrekkingen met China.’

Bijdrage en motivatie van het bedrijfsleven

Sir Mark Tucker de voorzitter van de HSBC Group voorzitter, leidde de ondernemersdelegatie die de minister vergezelde. Hij bracht een pertinente toevoeging naar voren. Tucker zei dat China de op één na grootste economie van de wereld is, de grootste exporteur van goederen, de op één na grootste bron van goederenimport en de op drie na grootste handelspartner van het VK. Dat het VK en China (onder andere) op het gebied van handel, investeringen, financiën, gezondheid, onderwijs en klimaatverandering hun partnerschap gaan verdiepen is van vitaal belang voor de groei, de creatie van investeringen en banen van hoge kwaliteit. En dat geldt zowel voor China als voor het VK.’

Reeves’ reis naar China vond plaats in de context van een litanie van slecht nieuws voor de Britse economie – een uitverkoop van obligaties vlak voor haar vertrek naar Beijing stuwde het 30-jaars rendement naar het hoogste niveau sinds 1998. Dit slechte nieuws was voor de Conservatieve en Liberaal-Democratische partijen, evenals voor sommige Labour-parlementsleden, aanleiding om te eisen dat Reeves haar reis zou annuleren. De Tory’s kwamen zelfs met de belachelijke beschuldiging dat de minister naar China ‘ging vluchten’.

Motivatie van Reeves

In een artikel in de Times van 11 januari verdedigde Reeves haar reis en het besluit van de regering om de banden met China aan te halen. Volgens haar was ‘de regering van plan om groei te creëren die de levensstandaard van werkende mensen in heel Groot-Brittannië verhoogt door te zorgen dat er geld in de portemonnee komt, door rijkdom en kansen te creëren en goed gefinancierde openbare diensten te leveren … We kunnen het feit niet negeren dat China de op een na grootste economie ter wereld is en onze op drie na grootste handelspartner, met export die bijna een half miljoen banen in het Verenigd Koninkrijk voortbrengt. De aanwezigheid van Britse cultuur in China – film, mode, muziek en sport – is goed voor de Britse economie en voor ons aanzien. Verwacht wordt dat de Chinese economie dit decennium de grootste drijvende kracht achter de wereldwijde groei zal zijn. Ervoor kiezen om niet met China in zee te gaan is dus helemaal geen optie.’

IJzeren vuist in fluwelen handschoen?

Al die positieve uitspraken van de minister werden echter in vele andere van haar verklaringen ontsierd door een herhaling van de amechtige oude mantra dat ‘wij streven naar een relatie, die wel het belang erkent van samenwerking bij het aanpakken van de mondiale problemen waarmee we worden geconfronteerd, maar dat we de concurrentie zullen aangaan wanneer onze belangen verschillen en China met kracht ter verantwoording zullen roepen wanneer dat moet’. In lijn hiermee stond alle officiële Britse berichtgeving over het bezoek vol met laster. Journalisten en politici proberen zich verder te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van China over een reeks kwesties zoals Hongkong, Xinjiang en de reactie op de oorlog in Oekraïne. Er werden weer wilde beschuldigingen geuit over vermeende dwangarbeid, cyberactiviteiten en politieke inmenging. Een dergelijke imperialistische arrogantie en pretentie, is een enorme overschatting van de werkelijke status en het gewicht van Groot-Brittannië in de wereld en het belang dat het land voor China heeft. Bovendien vormt dit alles duidelijk een echte belemmering voor Groot-Brittannië om het niveau van investeringen, markttoegang en handel met China te bereiken dat hard nodig is. Die veelgeprezen £600 miljoen over vijf jaar is welkom, maar relatief onbeduidend als je deze som afzet tegen de werkelijke behoeften van de Britse economie en het potentieel voor verdere samenwerking. In een poging om te dansen op het slappe koord tussen samenwerking en confrontatie, schreef Reeves in de Times: ‘Onze inlichtingendiensten werken rond de klok om het Verenigd Koninkrijk te beschermen tegen vijandige activiteiten.’

De ijver van de Koude Oorlogsstrijders

Zeker, in de inlichtingendiensten zijn er altijd elementen die de klok rond werken … om een Labourregering te destabiliseren. Wij kunnen niet weten of Reeves dat wel beseft, maar zoals Trotski zou hebben gezegd: ‘Jij bent misschien niet geïnteresseerd in de klassenstrijd, maar de klassenstrijd is geïnteresseerd in jou’. We kunnen alleen hopen dat Reeves de tijd heeft gevonden om nog eens een blik te werpen op The Times op de dag dat ze terugkeerde uit Beijing. Precies op tijd gaf de krant het voormalige hoofd van MI6, de Britse buitenlandse inlichtingendienst, Sir Richard Dearlove, het woord om te waarschuwen voor China. ‘We moeten de energie-infrastructuur van Groot-Brittannië niet aan dat land toevertrouwen.’ Dearlove beweerde dat Ed Miliband, de minister van energie, het advies van de veiligheidsdiensten zou negeren ten gunste van een ‘ideologisch gedreven’ push om net zero te bereiken. Dearlove, een onverbeterlijke Koude Oorlogsstrijder laat regelmatig van zich horen in de rechtse media. Hij speelde een belangrijke rol in de campagne om Jeremy Corbyn te ondermijnen toen die Labour-leider was. Dearlove was een van de figuren die de absurde beschuldiging ventileerden dat Corbyn had gespioneerd voor het vroeger socialistische Tsjecho-Slowakije. (Reeves was overigens zelf ook een prominente tegenstander van Corbyn, dus: ‘ons kent ons’). De Times citeerde Dearlove ‘dat het een strategische fout zou zijn als, door Chinese bedrijven te vragen om ons te helpen, ons energiesysteem in wanorde zou vervallen‘. Verder zou China volgens Dearlove de mogelijkheid hebben om het energienetwerk ’te herprogrammeren buiten onze controle om’. De vroegere MI6 baas voegde eraan toe: ‘Ik weet zeker dat de Chinezen absoluut opgetogen zijn dat ze kunnen bijdragen aan de verzwakking van onze industriële basis. We haasten ons om een koolstofvrije economie te creëren die afhankelijk is van hernieuwbare energiebronnen, wat uiteindelijk onze economische positie zal verzwakken’. En ‘…het standpunt van Miliband is “ideologisch gedreven”… ‘De inlichtingendiensten kunnen adviseren over onveiligheid als het beleid daartoe aanleiding geeft, maar het lijkt mij in dit specifieke geval dat Ed Miliband dat volledig zou negeren en overrulen.’ Dat kan Ed in zijn zak steken.

2024 was het heetste jaar ooit en het eerste kalenderjaar waarin de temperatuur wereldwijd meer dan 1,5°C boven het pre-industriële niveau lag. Bosbranden verwoestten Los Angeles. Maar voor Koude Oorlogsstrijders zoals Dearlove is de afkeer – van een volledig ‘niet-ideologische’ aard, zoals hij ons wil laten geloven – voor China zelfs belangrijker dan het overleven van de mensheid op de lange termijn.

De stappen van de Labourregering om weer een positieve houding ten opzichte van China aan te nemen, hoe beperkt en partijdig ze ook zijn, moeten worden toegejuicht. Maar de arbeiders- en vakbeweging moet erop aandringen dat ze veel verder gaan als Groot-Brittannië de banen en investeringen wil veiligstellen die we nodig hebben en als we constructief willen werken aan het aanpakken van wereldwijde uitdagingen. Dit vereist op zijn beurt dat we ons verzetten tegen de meest reactionaire delen van de heersende klasse en ongetwijfeld ook tegen de komende regering-Trump aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.

Vertaling: Dirk Nimmegeers

Opiniestukken geven niet noodzakelijk de visie weer van de redactie. Wij publiceren ze om de lezer de kans te geven zijn eigen mening te vormen met gebruik van uiteenlopende bronnen.
Het bovenstaande artikel verscheen in The Morning Star op 16 januari 2025.

Het is van Keith Bennett, redacteur en mede-oprichter van Friends of Socialist China.