Het Hoogste Volksgerechtshof van China klaagt een voormalig toppoliticus aan voor omkoperij, machtsmisbruik en opzettelijke onthulling van staatsgeheimen. De tenlastelegging tegen Zhou Yongkang is vandaag ingediend bij het Openbaar Ministerie in de stad Tianjin.
Zhou Yongkang, 73, ging eind 2012 met pensioen, geheel volgens de partijstatuten, na een op het oog schitterende carrière.
Loopbaan met hoogtepunten
Zhou is onderdirecteur geweest van de China National Petroleum Corporation (CNPC), leider van de communistische partij in de provincie Sichuan, lid van het Politiek Bureau van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China (CPC) en tegelijk minister van Openbare Veiligheid en lid van het kabinet in China, de Staatsraad. Hij zetelde in het Permanent Comité van het Politiek Bureau, de hoogste officiële leiding binnen de CPC. In die periode stond hij aan het hoofd van de Commissie voor Politieke en Gerechtelijke Zaken van het Centraal Comité.
Zware aanklachten
De aanklachten tegen Zhou luiden dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn ambten om anderen te bevoordelen en dat hij op illegale wijze enorme hoeveelheden geld en eigendommen heeft aangenomen. Zijn machtsmisbruik heeft volgens de beschuldigingen geleid tot zware verliezen van openbaar goed en het heeft grote schade toegebracht aan de belangen van het land en het volk. De maatschappelijke impact was ‘erg’ en zijn daden ‘bijzonder ernstig’ volgens de bewoordingen in de dagvaarding. Ook ‘bijzonder ernstig’ was het feit dat hij met opzet staatsgeheimen heeft onthuld. De verklaring van het Hoogste Volksgerechtshof van China (Supreme People’s Procuratorate, SPP) vermeldt dat de Openbare Aanklagers ‘de beklaagde Zhou Yongkang op de hoogte hebben gebracht van zijn rechten bij het proces’ en dat ‘ze hem hebben ondervraagd en de mening van zijn advocaten gehoord’.
Het Openbaar Ministerie van de stad Tianjin (officiële benaming: Volksprocuratoraat Nr. 1, een afdeling van het Gemeentelijk MiddelsteVolksgerechtshof van Tianjin) heeft de gerechtelijke vervolging ingesteld, volgens de wet, na de voltooiing van het onderzoek.
Een ’tijger’
Zhou is zonder meer de meest hooggeplaatste functionaris tegen wie sinds 1978, beginjaar van het hervormingsbeleid, een onderzoek is ingesteld wegens corruptie. Zijn positie aan het hoofd van de binnenlandse veiligheid en het nationale gerecht, de partijcommissie voor politieke en gerechtelijke zaken, heeft Zhou bekleed van 2007 tot 2013, dus nog maanden nadat hij met pensioen was gegaan als lid van de hoogste partijleiding. Voor 2007 had hij de openbare veiligheid als minister geleid, vanaf 2002. Voor die tijd was hij drie jaar lang partijleider geweest in de provincie Sichuan, na een succesvolle carrière in de petroleumindustrie, die was begonnen in 1967.
Pas in juli 2014 werd het officieel dat er een onderzoek was begonnen door de interne toezichthouder van de CPC, de Centrale Commissie voor de Discipline-inspectie (Central Commission for Discipline Inspection, CCDI). In december 2014 werd Zhou dan gearresteerd en als lid van de partij geschrapt. Vervolgens begon het Openbaar Ministerie een onderzoek naar een reeks misdrijven waarvan Zhou werd beschuldigd. De zwaarste delicten zijn het aannemen van steekpenningen en het lekken van staatsgeheimen.
Media in China over deze zaak
De grote Engelstalige officiële krant China Daily geeft nog een voorbeeld, gehaald bij Caixin, een gereputeerd commercieel magazine in China. De Chinese zakenkrant beweert dat Zhou Bin, de zoon van Zhou Yongkang, door de invloed van de toppoliticus aan te wenden, een fortuin heeft vergaard in de oliesector. Zo zou Zhou jr. van de CNPC onder andere voor minder dan 20 miljoen yuan (bijna 3 miljoen euro) een olieveld hebben kunnen kopen, dat hij later had doorverkocht voor 550 miljoen yuan (meer dan 81 miljoen euro).
De Global Times, een andere Engelstalige officiële krant, toont een diagram met kaderleden en ambtenaren die in de verschillende stadia van Zhou’s loopbaan met hem hebben samengewerkt of door hem de hand boven het hoofd zijn gehouden en tegen wie intussen een onderzoek voor corruptie loopt.
De South China Morning Post (SCMP) uit Hongkong, had de eerste en lange tijd onbevestigde, geruchten over de zaak uit bronnen die telkens anoniem wilden blijven. Dat kan een bepaalde invloed hebben gehad op het onderzoek tegen het partijlid dat, conform de politieke principes in China, eerst binnen de partij wordt gevoerd en vervolgens overgedragen aan gerecht, als daar reden toe is (zoals in dit geval). De staatsmedia en ook andere kanalen, zoals Caixin, bleven discreet zwijgen tot midden 2014.
De South China Morning Post neemt vandaag de informatie over van het Chineestalige partijblad Renmin Ribao (People’s Daily) en van Xinhua. De SCMP merkt verder op dat er vooralsnog geen preciseringen zijn gegeven van de staatsgeheimen die Zhou volgens de aanklacht naar buiten heeft gebracht. De krant herinnert ook aan eerder verspreide beschuldigingen (‘seksueel machtsmisbruik’, ‘ondermijnende activiteiten binnen de partij’) die vooralsnog niet worden herhaald in de tenlastelegging. De krant uit Hongkong wijst er ten slotte op dat Zhou Qiang, de opperrechter van China, vorige maand heeft verklaard dat Zhou en 27 anderen van corruptie beschuldigde hoge ambtenaren een openbaar proces krijgen, volgens de wet.
Xinhua,
People’s Daily
China Daily,Global Times
South China Morning Post