Arnaud Bertrand (opinie)
Opinie van Arnaud Bertrand, vertaald bij DeWereldMorgen. Wij nemen hun artikel met toestemming over.
Janet Yellen, beheerder van de Amerikaanse schatkist, drukte bij recente gesprekken in China haar bezorgdheid uit over wat zij Chinese economische ‘overcapaciteit’ noemt. Wat zij echt bedoelt is dat China niet het recht heeft om volgens de regels van de vrije markt door competitie de grootste economie ter wereld te worden.
Het is interessant om eens na te denken over wat Yellen eigenlijk bedoelt als ze China vraagt om zijn ‘industriële overcapaciteit’ aan te pakken, in het bijzonder op het gebied van zonnepanelen en elektrische voertuigen. Om te beginnen, wat is ‘industriële overcapaciteit’ precies?
De officiële definitie
De officiële definitie hiervoor is: “als de productiemogelijkheden van een industrie de vraag naar zijn producten overschrijden, wat leidt tot onvolkomenheden en een verminderde winst”. Wat zijn de sleutelstatistieken om te bepalen of een land ‘industriële overcapaciteit’ heeft. Er zijn er drie:
- Verbruikscijfers van capaciteit: deze tonen het percentage van de industriële capaciteit van een land die effectief gebruikt wordt. Als je er niet veel van verbruikt, heb je te veel capaciteit.
- Inventariële niveaus: hoge aantallen onverkochte goederen kunnen een aanwijzing zijn dat de productie de vraag overschrijdt, wat op overcapaciteit wijst.
- Winstmarges: dalende winstmarges in de maakindustrie kunnen wijzen op overcapaciteit; omdat bedrijven de prijzen verlagen om de verkoop te stimuleren.
Laat ons dus naar alle drie kijken wat China betreft. Laten we beginnen met de verbruikscijfers van de capaciteit. Kijk naar de grafieken: het is kristalhelder dat deze tamelijk constant gebleven zijn in China over de laatste 10 jaar; ze staan momenteel op grof geschat 76%. Dat is ongeveer gelijk met die van de Verenigde Staten met hun 78%. Dus hier: geen probleem.
Laat ons dan nu kijken naar de inventariële niveaus. Aan het begin van 2024 stond de Chinese inkopersindex van afgewerkte goederen op ongeveer 49 versus de Verenigde Staten op 48 voor de maakindustrie. Een index hoger dan 50 is een indicatie voor groeiende stocks; dit is hier voor geen van beide landen het geval. Laat ons dan ten laatste de winstmarges bekijken. China’s industriële winsten stegen met 10,2% in de eerste twee maanden van het jaar, wat een continu stijgende winstmarge geeft sinds augustus verleden jaar. Dus ook hier geen probleem.
Wat wil dat nu zeggen? Dumping?
Op welke manier je er ook naar kijkt, er is geen enkel spoor van industriële overcapaciteit in China. Zouden de Verenigde Staten, door het beschuldigen van China van “industriële overcapaciteit” misschien bedoelen dat China de WTO regels overtreedt door aan “dumping” te doen; waarmee de praktijk waar firma’s producten uitvoeren aan lagere prijzen dan die ze in hun thuisland aanrekenen of onder de productiekost bedoeld wordt?
Nee, dat is niet waar China hier van beschuldigd wordt: ondanks de zeer lage prijzen voor zijn elektrische voertuigen of zonnepanelen maken de hierbij betrokken bedrijven nog steeds winst (meer zelfs; zoals we daarjuist zagen zijn de industriële winsten aan het stijgen met een groei met dubbele cijfers) en ze rekenen in het buitenland wel degelijk hogere prijzen aan dan in hun thuisland.
Eerder een probleem van competitiviteit
Nee, het echte probleem hier is er eigenlijk geen van industriële capaciteit maar één van competitiviteit. Het is zo klaar als een klontje dat de competitiviteit van Chinese bedrijven overweldigend is: er is vandaag de dag; in de scores van industrieën als zonnepanelen of elektrische voertuigen geen enkele manier voor Amerikaanse of Europese bedrijven om met de Chinese bedrijven te wedijveren.
Dit is het echte probleem: Yellen en de westerse leiders zijn bang dat als de dingen zo blijven doorgaan, China boven iedereen zal uittorenen. In tegenstelling tot wat meestal aangenomen wordt; is deze competitiviteit niet het gevolg van Chinese “goedkope arbeidskrachten”.
Geen goedkope arbeidskrachten, maar veeleer …
Iemand die dit extreem goed heeft uitgelegd is Tim Cook van Apple:
“Er is verwarring over China. Het populaire geloof is dat bedrijven naar China gaan omwille van de lage werkkosten. Ik weet niet naar welk deel van China ze gaan, maar China is er al vele jaren geleden mee opgehouden een lagewerkkostenland te zijn. En het is ook geen reden om naar China te komen omwille van de aanvoer van grondstoffen. De reden is de aanwezigheid van de kunde, en de hoeveelheid van kunde op één locatie en welk type van kunde het is.”
Hij looft hiervoor het Chinese onderwijssysteem: “Ik geeft het Chinese onderwijssysteem veel krediet voor het blijven drukken hierop waar anderen minder nadruk legden op toewijding…China heeft dat van in het begin goed begrepen.”
Een hoog niveau aan kunde hebben is één ding, maar er is ook de controle over de hele aanvoerketen, aangezien China het enige land ter wereld is dat alle categorieën van goederen produceert die geclassificeerd worden door de World Customs Organization (WCO).
Dit geeft het een sleutelvoordeel wanneer het op eindprijzen aankomt: als je iets wil maken in China vind je letterlijk de hele aanvoerketen in het land zelf.
Energieprijzen zijn een andere zaak: het International Energy Agency wijst er bijvoorbeeld op dat “elektriciteit aan een lage kost de sleutel is voor de competitiviteit van de belangrijkste pijlers van de aanvoerketen voor zonnepanelen” en dat ongeveer 80% van de elektriciteit die gebruikt wordt voor het produceren van polysiliconen vandaag geconsumeerd wordt in Chinese provincies tegen een gemiddelde elektriciteitsprijs van ongeveer 75 USD per megawattuur (MWh)”.
Ter vergelijking: in 2023 lagen de energieprijzen voor industriële klanten in Duitsland op ongeveer 251,21 USD per megawattuur (MWh) dat is een ongelooflijke 234,94% duurder!
Ten laatste: China heeft zich ontwikkeld tot een krachtige innovator. In 2023 vroeg het ruw geschat evenveel patenten aan als de rest van de wereld samen en het wordt nu geschat dat het de leiderspositie zal innemen voor 37 van de in totaal 44 kritieke technologieën voor de toekomst.
Dit alles heeft ook invloed waar het op de eindprijzen van zijn producten aankomt. Om het voorbeeld van de zonnepanelen weer te nemen: de IEA noteert dat “de voortdurende innovatie geleid door China de intensiteit van de uitstoot van het maken van zonnepanelen sinds 2011 heeft gehalveerd” wat betekent dat China niet alleen ruwe elektriciteitsprijzen heeft die immens veel goedkoper zijn dan die in het Westen, maar dat het op zo’n manier geïnnoveerd heeft dat het veel minder elektriciteit verbruikt bij de productie van zonnepanelen.
VS vreest de competitiviteit van China
Dus, de ‘dreiging van China’s industriële overcapaciteit’ is een buzzword dat eigenlijk betekent dat China te competitief is, en door het vragen om dit aan te pakken, is wat Yellen eigenlijk vraagt van China vergelijkbaar met een medesprinter die aan Usain Bolt zou vragen om minder snel te lopen omdat hij hem niet kan volgen.
Ik wil niet beweren dat er geen enkele waarde in deze vraag ligt. Het is uiteindelijk zeer begrijpelijk dat als je een concurrent voortdurend aan kracht ziet toenemen, dat je bevreesd wordt om je eigen toekomst en dat van je volk.
Maar het moet op de juiste manier gekaderd worden: het voorstellen alsof China iets snoods aan het doen is met opzettelijke ‘overcapaciteit’ is alleen maar unfair. China speelde het spel correct: zoals Tim Cook uitlegde investeerde het eerst en verreweg het meest in zijn eigen volk, in hun opleiding.
Enige zelfkritiek zou westerse leiders sieren
Ze investeerden ook heel veel in innovatie en schoten zichzelf niet in de voet wat energieprijzen betreft, zoals Europa deed, zoals bij zovele andere beslissingen. Dit demoniseren is simpelweg niet correct en het is zeker niet de correcte manier om China te vragen naar wat in wezen iemand een groot plezier doen is: minder snel lopen zodat het Westen kan volgen…
En al helemaal als het trage rennen van het Westen aan het catastrofale leiderschap van de afgelopen decennia ligt: eerst en vooral het verspillen van biljoenen dollars aan het doden van mensen in het buitenland in plaats van te investeren in zijn eigen vooruitgang…
Ik vrees dat dit ‘overcapaciteitskader’ slechts een bijkomende illustratie is van het zwakke leiderschap: als je verkiest anderen de schuld te geven voor je eigen falen in plaats van de realiteit onder ogen te zien.
Deze tekst verscheen op X. Vertaling: Bart Dewil.
Bekijk ook CGTN