VS-conflicten van Vietnam tot oorlog tegen China (deel 1)

Megan Russell *

Deze analyse verscheen eerder op Counterpunch. De vertaling werd gepubliceerd door VREDE. Wij nemen ze over als OPINIE. (Opinies vallen onder de verantwoordelijkheid van hun auteur en komen niet noodzakelijk overeen met die van de redactie van ChinaSquare.) Het eerste deel is een waarschuwing voor de tactiek van de VS om op oorlog aan te sturen en legt uit hoe we ons kunnen wapenen voor het verzet hiertegen. Je kan later vandaag alleen het tweede deel lezen als je enkel op China wil focussen, maar dan mis je in essentie de boodschap van de auteur.

Fotocollage © Megan Russell disclaimer

Words, words, words

Op 4 augustus 1964 stond president Lyndon B. Johnson voor het VS-publiek en verklaarde: “Wij Amerikanen kennen, net als anderen – hoewel sommigen dat misschien vergeten -, het risico van het uitbreiden van conflict. […] Ik zal het Congres onmiddellijk verzoeken een resolutie aan te nemen om duidelijk te maken dat onze regering eensgezind is in haar vastberadenheid om alle noodzakelijke maatregelen te nemen ter ondersteuning van de vrijheid en ter verdediging van de vrede in Zuidoost-Azië.”

Op 7 oktober 2001, aan de vooravond van de VS-invasie in Afghanistan, sprak president George Bush de natie toe: “We hebben niet om deze missie gevraagd, maar we zullen hem volbrengen. De naam van de huidige militaire operatie is ‘Enduring Freedom’. We verdedigen niet alleen onze kostbare vrijheden, maar ook de vrijheid van mensen overal”. 

Op 19 maart 2003 sprak hij de natie opnieuw toe: “Op dit moment bevinden Amerikaanse en coalitietroepen zich in het beginstadium van een militaire operatie om Irak te ontwapenen, zijn volk te bevrijden en de wereld te verdedigen tegen ernstig gevaar”.

Op 28 maart 2011 zei president Barack Obama over de VS-interventie in Libië: “Sommige landen knijpen misschien een oogje dicht voor wreedheden in andere landen, maar de Verenigde Staten van Amerika is anders”.

Op 20 oktober 2023 zei president Joe Biden in een reactie op de Hamas-aanval tegen Israël en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne: “Ik stuur een dringend budgetverzoek om de nationale veiligheidsbelangen van Amerika te financieren … Het is een slimme investering die generaties lang zijn vruchten zal afwerpen voor de Amerikaanse veiligheid, de Amerikaanse troepen buiten schot zal houden en ons zal helpen een wereld op te bouwen die veiliger, vreedzamer en welvarender is.”

Al deze toespraken en gesluierde oorlogsverklaringen schetsen een vergelijkbaar beeld: de VS als held van de wereld, verdediger van de vrijheid en een beschermer van het volk.  

In het heldere, klare licht van de geschiedenis, zien wij het anders. Een draad van grimmige consistentie verbindt elk confllict – elk van deze beslissingen was een regelrechte ramp. Je hoeft geen expert op het gebied van buitenlands beleid te zijn om dat te erkennen. Niet alleen hebben deze conflicten geleid tot duizenden – zelfs miljoenen – doden, ze hebben ook regio’s in periodes van duisternis gedompeld, en massale armoede, mensenrechtenschendingen en politieke instorting veroorzaakt.

De daad bij het woord

Gedurende twee decennia in Vietnam keerden bijna 60.000 VS-soldaten in lijkzakken terug naar huis. Aan de kust van Vietnam zijn er meer dan 2 miljoen doden begraven. VS-aanvallen veroorzaakten meer dan 50.000 doden in Laos en meer dan 150.000 in Cambodja. In Afghanistan werden naar schatting 70.000 strijders en militairen, en 46.000 burgers gedood – algemeen wordt aangenomen dat dit een enorme onderschatting van de cijfers is. In Irak stierven naar schatting 300.000 mensen door direct geweld. In Palestina zijn er ondertussen al 40.000 doden gevallen en het is nog niet voorbij. De meeste dodelijke slachtoffers in Gaza zijn burgers – vrouwen en kinderen.

Maar het geweld is niet beperkt tot directe oorlogsvoering. Een uitgebreide studie over de ‘Oorlog tegen terreur’ van de VS, schat dat er ongeveer 4,5 miljoen mensen gestorven zijn aan de nagalmende effecten ervan, zoals ziektes en economische ontberingen. Dat is de realiteit van oorlog: het laat overal een blijvende erfenis van dood en verwoesting na.

Het is makkelijk om naar een getal te kijken en alleen maar een getal te zien. Namen, gezichten en identiteiten – half geleefde levens en verhalen over liefde, pijn en ontbering – worden zo gemakkelijk herleid tot een cijfer. Dat is wat onze politici doen. Ze ontmenselijken mensen in naam van “goede bedoelingen”, in naam van het beschermen van de VS-belangen. In de VS, een prachtige samensmelting van multiculturele identiteiten, zouden we zeker moeten begrijpen wat het betekent om tot de mensheid te behoren in plaats van tot een samengestelde identiteit van geloof en geboortecoördinaten.

Het is zo duidelijk dat tragedie overgaat in satire. Wanneer is ons buitenlands beleid verworden tot iets uit een beroerd geschreven film, waarin de slechterik verklaart dat hij miljoenen mensen moet doden om de wereld te redden? Voor het geval je dit overdreven vindt: “Het is nodig geworden om de stad te vernietigen om ze te redden”, verklaarde een VS-majoor de beslissing om de stad Ben Tre te bombarderen nadat de Noord-Vietnamese krachten ze terug ingenomen hadden tijdens het Tet-offensief in 1968.

Gelukkig is onze politieke feilbaarheid niet onopgemerkt gebleven. De parallellen zijn opmerkelijk, zoals blijkt uit deze protestslogans: 
1969: “Hey, hey LBJ– how many kids did you kill today?”
2024: “Genocide Joe has got to go!”

Bewustwording?

En voormalige presidenten hebben inderdaad spijt en berouw getoond over hun beslissingen. In 2016 verklaarde Obama dat Libië de “grootste fout van zijn presidentschap” was. Alan Kuperman, professor aan de Lyndon B. Johnson School of Public Affairs schreef: “Beoordeeld naar de eigen maatstaven was Obama’s interventie in Libië achteraf gezien een verwerpelijke mislukking. Libië is er niet alleen niet in geslaagd zich te ontwikkelen tot een democratie, het is zelfs afgegleden tot een mislukte staat. Overlijdens door geweld en andere mensenrechtenschendingen zijn verzevenvoudigd.”

Men is het er naderhand over eens dat de VS-invasies geen goed hebben gedaan, zelfs heel wat kwaad. En toch gaan onze regeringen door met het herhalen van dezelfde verhalen alsof ze nog nooit een geschiedenisboek opengeslagen en gelezen hebben over de consequente mislukking van de buitenlandse interventies van de VS. Sommigen zullen dit onwetendheid noemen, anderen hebzucht. De waarheid is dat onze politici deel uitmaken van de oorlogsmachine en dat geen enkele daad van geweld onbedoeld is. Ze rekenen erop dat wij de patronen niet zouden herkennen, zodat ze die kunnen blijven uitbuiten. Het is duidelijk dat we er niet op kunnen vertrouwen dat onze politici leiderschap tonen met een sterk karakter of begrip van moraliteit.

We kunnen echter wel bewustwording over deze grimmige trends creëren. De cyclus blijft dezelfde, zelfs na bijna een eeuw. Ons buitenlands beleid – anachronistisch als het is – is redelijk voorspelbaar.

Stap een: informatie-oorlog

In de VS is publieke steun cruciaal, niet alleen omwille van de politieke en sociale stabiliteit, maar ook om je kansen op herverkiezing te behouden. Je kunt er zeker van zijn dat elk potentieel conflict wordt voorafgegaan door de creatie van een vijand. Dit proces omvat een dubbele strategie van angstzaaierij en het doelbewust aanwakkeren van verdeeldheid.

Voorbeeld: in de aanloop van de VS-invasies in het Midden-Oosten, heeft men de regio op grote schaal gedemoniseerd; daarbij werd de nadruk gelegd op religie. Prominente beleidsadviseurs als Samuel Huntington voerden religieuze en culturele verschillen aan als de belangrijkste motivator voor oorlogen in de 21ste eeuw. Dit leidde o.a. tot extreme islamofobie en een sterke toename van haatmisdrijven in de VS. 

Stap twee: militarisering

Vervolgens gaat onze regering met deze verhalen aan de slag. Militarisering gebeurt meestal onder het mom van afschrikking. Beschuldigingen over de intentie van de vijand om wereldwijde verwoesting te veroorzaken, zullen de zittingen van het Congres teisteren. Denktanks zullen terugvallen op de bekende afschrikkingsstrategieën uit het tijdperk van de Koude Oorlog – niemand lijkt ondertussen een beter idee te hebben ontwikkeld. De VS zal er dan voor kiezen om de militaire aanwezigheid in de betrokken regio te vergroten – “voor het geval dat”. 

Voorbeeld: de militaire aanwezigheid van de VS rond Vietnam nam dramatisch toe als reactie op de angst voor het communisme. Alle acties ter militarisering van de regio – buiten de oorlog – werden met ondubbelzinnige steun uitgevoerd. 

Stap drie: wachten tot de vonk aanslaat

De VS is er beducht voor om de eerste stap te zetten. Geen enkele politieke leider wil immers besch ouwd worden als degene die een oorlog is begonnen. In plaats daarvan stelt men alle triggers in werking en wachten we tot er eentje ontploft. Dan kunnen we ten strijde trekken en doen alsof ons geen schuld treft.

Voorbeeld: in augustus 1964, werden twee VS-destroyers (oorlogsschepen) naar de Golf van Tonkin gestuurd om de Noord-Vietnamese communicatie te onderscheppen, ter ondersteuning van het zuiden. Deze schepen werden beschoten, wat de VS de mogelijkheid gaf om aan te kondigen dat er met geweld gereageerd moest worden. 

Stap vier: oorlog

De president zal dan een plechtige, geresigneerde oorlogsverklaring afleggen. We moeten troepen sturen om de wereldvrede te verdedigen, zal er worden gezegd. Het is voor het grotere goed. We zijn in een hoek gedreven en hebben geen andere opties.

Voorbeeld: president George Bush bestempelde de invasie van Irak in 2003 als een “preventieve oorlog” en beweerde dat men troepen moest sturen om een erger alternatief te voorkomen. De geruchten over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak werden later ontkracht.

Stap vijf: mislukking

Het conflict zal waarschijnlijk slepend zijn en lang duren. Als we afgaan op de geschiedenis, zullen er duizenden doden vallen – velen van hen onschuldige burgers die in het spervuur terechtkomen. Massaal geweld zal waarschijnlijk leiden tot chronische instabiliteit, economische verwoesting en de verzwakking van de staat.

Voorbeeld: sinds de VS-invasie in Irak geraakten meer dan een miljoen burgers ontheemd en hebben drie miljoen mensen humanitaire hulp nodig. De VS liet een machtsvacuüm achter, waardoor gewapende militante groeperingen verschillende regio’s van het land konden overnemen. Politieke stabiliteit is tot op de dag van vandaag ver weg.

Stap zes: spijt

Het kan even duren, maar uiteindelijk werpt de geschiedenis een andere blik op de feiten. Oorlog wordt naderhand zelden als succesvol beschouwd en bijna nooit in een positief licht gezien. Dit is niet iets waar hard moet over worden nagedacht – dit is omdat oorlog nefast is.

Voorbeeld: een meerderheid van de Irak- en Afghanistan-veteranen in de VS is het erover eens dat de oorlogen het niet waard waren. Een meerderheid van de Amerikanen heeft ook spijt van de oorlog in Vietnam.

Stap zeven: geheugenverlies

Velen van ons hebben deze eerdere oorlogen meegemaakt en gezien welke schade ze hebben aangericht, niet alleen in het buitenland, maar ook in onze eigen gemeenschappen. En toch lijkt onze regering te kampen met chronisch en ernstig geheugenverlies, wat een weerslag heeft in de media en in onze eigen gedachten. Om echt op te komen voor vrede, moeten we ons de tragediën herinneren en de lessen die daaruit te trekken vallen, meedragen.

Laten we de stappen van deze cyclus bekijken in de context van China, waarvan wordt aangenomen dat het onze ‘volgende oorlog’ wordt. (zie deel 2) 

* Megan Russell is campagnecoördinator van ‘China is not out enemy’, bij de VS-vredesorganisatie CODEPINK