Op het eerste zicht draait het dispuut tussen de VS en China om oneerlijke concurrentie en diefstal van intellectuele eigendommen. Bij nader toezien gaat het om iets veel fundamenteler, namelijk verwoede pogingen van Washington voor het behoud van de alleenheerschappij over deze planeet.
Komt het tot een clash tussen de twee titanen? Tekst en uitleg door China-watcher Marc Vandepitte*. Dit stuk is ook verschenen in De Wereld Morgen.
Voor opiniestukken zijn alleen de auteurs verantwoordelijk.
We publiceren het artikel in twee delen. Deel 2 staat verder op de website.
De alleenheerschappij voorgoed
De VS komt als grote overwinnaar uit de Tweede Wereldoorlog. Alle oude en opkomende grootmachten zitten compleet aan de grond. In Washington dromen ze van een nieuwe wereldorde waarin alleen zij het voor zeggen hebben. Helaas dwarsbomen de snelle heropbouw van de Sovjet-Unie en het doorbreken van het nucleaire monopolie die plannen.
Een halve eeuw later wordt die droom dan toch waar met de val van de Berlijnse Muur en de implosie van de Sovjet-Unie. Voortaan zijn er geen belemmeringen meer voor de alleenheerschappij. De VS wordt eindelijk de onbetwiste leider van de wereldpolitiek en wil dat ook zo houden. Het Pentagon in 1992: “Ons eerste objectief is het verhinderen dat er een nieuwe rivaal op het wereldtoneel verschijnt. We moeten de potentiële concurrenten er van afhouden om zelfs maar te streven naar een grotere rol op regionaal of wereldvlak.” (onze cursivering)
Op dat moment vormt China (nog) geen bedreiging. De economie is onderontwikkeld en het bnp is maar een derde van dat van de VS. Militair stelt het land niets voor. China wordt vooral gezien als een interessant economisch wingewest: het heeft een reusachtig contingent van goedkope, gedisciplineerde arbeidskrachten en op termijn vormt het met een vijfde van de wereldbevolking een aantrekkelijke afzetmarkt voor westerse producten. Omgekeerd mikt China op buitenlandse investeringen en op de wereldmarkt om zich snel te kunnen ontwikkelen.
In het Westen koestert men de illusie dat met de economische ‘opening’ in China het kapitalisme onomkeerbaar zal binnensijpelen en het op termijn zal overnemen van het communistische regime. Twee vliegen in een klap dus: economisch gunstige perspectieven voor de multinationals enerzijds en de uitschakeling van een ideologische rivaal anderzijds. Dat is de reden waarom China in 2001 wordt toegelaten tot de Wereldhandelsorganisatie.
De toetreding tot de WTO is in elk geval een ware boost voor de Chinese economie. In 1995 stond het land nog op de elfde plaats in de lijst van uitvoerders van goederen. Twintig jaar later voert het de lijst aan. Sinds de toetreding tot de WTO is de economie viermaal zo groot geworden. Ook voor de VS is het een winrelatie. Amerikaanse multinationals doen gouden zaken in China. Vorig jaar bedroeg hun verkoopcijfer bijna 500 miljard dollar, dat is 100 miljard meer dan het handelsdeficit tussen de VS en China. Door de import van spotgoedkope Chinese goederen stijgt de koopkracht van de bevolking in de VS. Er zijn ook belangrijke monetaire voordelen. Om de yuan gekoppeld te houden aan de dollar koopt China massaal dollars op en helpt de VS daarmee aan zeer goedkope kredieten, waardoor de rentevoeten laag kunnen gehouden worden.
De illusie voorbij
Maar, en het is een grote maar, van een interne kapitalistische overname of verzwakking van de communistische partij komt zo goed als niets in huis. “De Communistische Partij van China is niet getemd door de buitenlandse handel. De partijstaat heeft nog steeds vaste controle over de commandoposten van de Chinese economie, zowel direct als indirect, door zijn invloed op grote privébedrijven, die alleen met de steun van de Partij succesvol en privé kunnen blijven.” Aldus de econoom Brad W. Setser.
In de leidende kringen van de VS dringt dat besef ook door. In een fel opgemerkte speech windt vice president Pence er geen doekjes rond: “Na de val van de Sovjet-Unie gingen we ervan uit dat een vrij China onvermijdelijk was. Amerika, dat aan het begin van de 21e eeuw optimistisch was, stemde ermee in om Beijing open toegang te geven tot onze economie, en we hebben China opgenomen in de Wereldhandelsorganisatie. … Maar die hoop is onvervuld gebleven.”
Kapitalistische reuzen, of het nu gaat om financiële, industriële of digitale bedrijven zoals Google, Amazon of Facebook, doen overal zowat hun goesting. Maar niet in China, het is één van de weinige plekken in de wereld waar deze giganten geen of weinig greep op hebben. Het Middenrijk is ook niet langer een doorgangsland waar goederen geassembleerd worden en waar het land zelf niet veel aan verdient.
Dat China niet langer de speeltuin is van de grote multinationals is ‘erg’. Maar nog veel erger is dat de economische wereldpositie van de VS verzwakt is terwijl die van China sterk is toegenomen. In 1980 was het bnp van de VS een derde van de wereld, dat van China een twintigste. Vandaag nemen ze allebei een kwart voor hun rekening.
Maar het is niet enkel een kwantitatieve evolutie. Ook kwalitatief heeft de Chinese economie ondertussen sprongen vooruit gemaakt. Op technologisch vlak is er heel wat vooruitgang geboekt. Tot voor kort werd het land nog gezien als een imitator van technologie, vandaag is het een innovator. Momenteel zijn 40 procent van alle patenten wereldwijd Chinees, dat is meer dan de volgende drie landen samen: de VS, Japen en Zuid-Korea. In 2015 werd het plan ‘Made in China 2025’ gelanceerd om de industrie nog verder te innoveren en meer autonomie te verwerven in tien belangrijke sectoren.
Op die manier worden de Chinese producten en diensten steeds competitiever en vormen ze op termijn een bedreiging voor de suprematie van de westerse multinationals. En dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Peter Navarro, economisch topadviseur van Trump: “In ‘Made in China 2025’ heeft de Chinese regering zich expliciet gericht op industrieën gaande van kunstmatige intelligentie, robotica en kwantum computing tot zelfrijdende voertuigen, … Als China deze industrieën verovert, zal de VS eenvoudigweg geen economische toekomst hebben.”
It’s the military stupid!
Maar het gaat volgens Navarro niet alleen om de economie, de welvaart of de winsten. “Het is niet alleen de Amerikaanse welvaart die gevaar loopt. … De intellectuele eigendommen die China probeert te verkrijgen behoren tot de kern van dit concept en zijn de sleutel voor een blijvende militaire dominantie van de VS.”
De uitspraken van Navarro zijn zeer revelerend. De regering Trump maakt vandaag veel lawaai over het handelsdeficit, maar eigenlijk is dat niet de echte bekommernis. Waar het wel om gaat is het behoud van de dominantie op drie terreinen: technologie, de industrieën van de toekomst en de bewapening. Die dominantie wordt in de eerste plaats bedreigd door China.
Navarro spreekt niet in eigen naam, maar vertolkt het regeringsbeleid. Dat beleid wordt uitvoerig uit de doeken gedaan in een onthullend rapport van het Pentagon van september 2018. Volgens dit rapport zijn de drie terreinen – technologie, economie en bewapening – nauw met elkaar verweven. Technologische voorsprong is nodig om zowel de economische concurrentieslag te winnen als het militair overwicht te behouden. Het rapport waarschuwt: “De Chinese R&D uitgaven convergeren snel met die van de VS en zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk pariteit bereiken”. Het verwijst expliciet naar Made in China 2025. “Een van de belangrijkste industriële initiatieven van de Chinese Communistische Partij, Made in China 2025, richt zich op kunstmatige intelligentie, quantum computing, robotica, autonome en nieuwe energievoertuigen, hoogwaardige medische apparaten, hoogwaardige medische hulpmiddelen, hightech scheepscomponenten en andere opkomende industrieën die cruciaal zijn voor de nationale defensie.”
Ook het Belt & Road Initiative (BRI) moet er aan geloven. BRI is een Chinees netwerk van zee- en landroutes verspreid over 64 landen, met investeringen, kredietverleningen, handelsovereenkomsten en tientallen Speciale Economische Zones, ter waarde van 900 miljard dollar. “Als onderdeel van zijn BRI heeft China gepoogd om cruciale infrastructuur van de VS, met inbegrip van spoorwegen, havens en telecommunicatie te verwerven. De economische strategieën van China, in combinatie met de negatieve effecten van het industriebeleid van andere landen, vormen een belangrijke bedreiging voor de industriële basis van de VS en vormen daardoor een groeiend risico voor de nationale veiligheid van de VS”.
Maar de band tussen technologie, economie en bewapening gaat nog verder dan dat. Om het militair overwicht te kunnen behouden heeft de VS een stevige eigen industriële basis nodig. Vanuit het perspectief van de nationale veiligheid is de globalisering te ver doorgeschoten. Delokalisering van delen van de VS-economie heeft de basis van de oorlogsindustrie uitgehold en daardoor de nationale veiligheid ondermijnd. “Het verlies van meer dan 60.000 Amerikaanse fabrieken, belangrijke bedrijven en bijna 5 miljoen banen in de productiesector sinds 2000 dreigt de capaciteit en het vermogen van Amerikaanse fabrikanten te ondermijnen om te voldoen aan nationale defensie-eisen. Het geeft aanleiding tot bezorgdheid over de gezondheid van de productie- en defensie-industrie. … Voor sommige producten kunnen we vandaag rekenen op binnenlandse productie, voor andere zijn we aangewezen op buitenlandse aanvoerlijnen en worden we geconfronteerd met de mogelijkheid dat we zelf niet in staat zijn om gespecialiseerde componenten voor het leger te produceren.”
De protectionistische politiek van de regering Trump is niet ingegeven door het handelsdeficit. Het rapport vermeldt dat slechts terloops. Het handelsdeficit is een neveneffect van een dieperliggend probleem. Waar het om gaat is het verzekeren van een “krachtige industriële basis voor defensie”, gebaseerd op een “krachtige binnenlandse maakindustrie” en “stabiele aanvoerlijnen”. Dat is “een nationale prioriteit”.
Defensiecapaciteit, of anders gezegd, oorlogsvoorbereiding, daar is het om te doen. Daarbij heeft men niet zozeer kleinschalige en geïsoleerde conflicten op het oog. Het gaat in de eerste plaats om een massale, langdurige oorlogsinspanning tegen “revisionistische machten”, te weten China en Rusland. Het rapport doet aanbevelingen om de VS-economie grondig te “herstructureren” en voor te bereiden op een “conflictscenario tussen grootmachten”. In de woorden van een hoge nationale veiligheidsfunctionaris: “We hebben ons bezig gehouden met het bestrijden van low-tech conflicten tegen mensen die raketten afvuren vanop vrachtwagens. Al die tijd was China snugger en sloop het ons tegemoet. Dat is nu onze focus.”
In de twintigste eeuw waren de hoofdinspanningen van de VS gericht tegen de Sovjet-Unie, die van de éénentwintigste eeuw worden nu gericht op het ‘Chinese gevaar’. In het kader van de begrotingsbesprekingen voor 2019 verklaarde het Congres dat “de strategische concurrentie op lange termijn met China een hoofdprioriteit is voor de Verenigde Staten”. Het gaat daarbij niet enkel over economische aspecten, maar over een totaalstrategie die op verschillende fronten moet gevoerd worden. De aanpak vereist “de integratie van meerdere elementen van nationale macht, waaronder diplomatieke, economische, intelligentie, wettelijke, en militaire elementen om de nationale veiligheid te beschermen en te versterken”.
* Marc Vandepitte (1959) is filosoof en publicist.Marc Vandepitte schreef samen met Ng Sauw Tjhoi: Made In China (EPO 2006)
De protectionistische politiek van de regering Trump is niet ingegeven door het handelsdeficit. Het was zelf bij Obama al begonnen met protectionistische markt. Toen GM subsidies kreeg van de overheid en nu belastingvermindering om meer banen te creëren in de VS. Maar wat doet GM na de subsidie en belastingvermindering? Massaal ontslag in de VS. Dus waarom moeten het volk zulke bazen beschermen. Waarom is er een Tesla fabriek geopend in China? Wanneer de Chinese overheid massaal had geïnvesteerd in groen energie terwijl Trump zei dat klimaatverandering niet bestaat. Nu willen ze bij de EU aandringen om Huawei te verbieden. Succes, want het Chinese volk zou massaal alle westerse producten niet meer kopen voor het gezichtsverlies te voorkomen.
Die allusie naar de koude oorlog in de laatste paragraaf is niet echt correct. Het is ook niet echt China versus Amerika. Er zijn vandaag tal van spelers, Rusland, Turkije, India, de Europese Unie, en die plaatsen zich allemaal op het schaakbord van Eurazië. Amerika probeert elk van hen tegen elkaar uit te spelen. China probeert met zijn Nieuwe Zijderoute een wereldrijk uit te bouwen, maar zal daarmee met elk van de spelers in aanvaring komen. Boeiende tijden.