Waarheen met de hervorming van de oliesector?

Het liberale economische blad Caixin gaat in op de hervorming van de drie grote staatsbedrijven in de oliesector: die vertraagt in afwachting van duidelijke richtlijnen van de centrale overheid.

oil_1803605cDe oliesector is een van de belangrijkste in China. Hij wordt quasi volledig gedomineerd door drie grote staatsbedrijven:CNPC, Sinopec en CNOOC. Die drie zijn de voorbije jaren zwaar getroffen door corruptieschandalen en hebben ook de reputatie inefficiënt te zijn en bovendien de richtlijnen van de regering (over schone autobrandstof bijvoorbeeld) passief te saboteren. Hervormingen van de oliesector worden dan ook door waarnemers met argusogen gevolgd.
Half september zijn nationale richtlijnen uitgekomen voor de hervorming van de staatsbedrijven. De algemene tendens blijft: meer bedrijven met gemengd aandeelhouderschap, meer marktwerking, gemakkelijker markttoegang; minder politieke inmenging maar beter georganiseerde externe controle; en sterkere interne controle door een beter uitgebouwde werking van de partijcellen op alle niveaus. De 150.000 staatsbedrijven staan naar schatting in voor 40% van het bnp. Hun activabedragen 16.000 miljard yuan, zowat 150% van het bnp. In de eerste helft van 2015 daalden hun winsten met 2,3%.

Einde 2015 meer duidelijkheid?

sinopecVolgens Caixin zou einde dit jaar een meer concreet hervormingsplan voor de oliesector door de National Development and Reform Commission (NDRC) bekend gemaakt worden.
Sinds voor de hervorming van de staatsbedrijven geopteerd werd op het partijplenum einde 2013 hebben de drie oliegiganten al proefprojecten gelanceerd om privékapitaal aan te trekken en meer efficiënt te werken. Bij alle drie vonden echter belangrijke vervangingen in het management plaats (direct of indirect als gevolg van corruptieschandalen) wat de hervormingen afremde. De aangekondigde proefprojecten hebben ook vertraging opgelopen. Sinopec heeft vorig jaar zijn tankstations afgesplitst en er privékapitaal voor aangetrokken. Maar er is nog geen nieuwe raad van bestuur voor gevormd. CNPC kondigde aan dat het sommige van zijn pijplijnen zou verkopen; maar verder dan een aankondiging kwam het nog niet. Vandaag wachten de drie firma’s eigenlijk op een bindend programma dat van bovenaf opgelegd wordt; de nieuw aangestelde voorzitters van de drie bedrijven hebben dat in augustus verklaard.
Caixin verwacht dat de richtlijnen voor de modernisering van de oliesector zullen aansturen op het volledig vrijmaken van de exploratierechten, van de invoer van ruwe olie, en van de uitbating der pijplijnen. De staatscontrole op de verkoop van geraffineerde producten en de prijszetting daarvan zal versoepeld worden. Sinds het begin van dit jaar hebben de NDRC en het ministerie van Bodem en Grondstoffen al brieven rondgestuurd in verband met kleinschalige pilotprojecten voor het aantrekken van privékapitaal voor de invoer van ruwe olie en voor exploratieboringen. Die plannen staan echter op zichzelf en maken geen deel uit van een centraal plan dat markthervormingen in de hele sector moet doorvoeren. Dat plan moet, nog altijd volgens Caixin, richtlijnen voor individuele ondernemingen bevatten (minder overheidstussenkomst in de werking, afsplitsen van filialen, aparte uitbating van pijplijnen) en richtlijnen voor de sector als geheel (vrijere markttoegang, meer efficiënte regels en betere supervisie)
Blijkbaar is het niet de bedoeling de kern van de oliesector, de oliewinning en raffinage snel te hervormen. Voorlopig gaat het naast de al genoemde subsectoren als tankstations, invoer van ruwe olie en exploratieboringen vooral om pijplijnen en dienstverlening aan de oliesector.

Pijplijnen en dienstverlening afsplitsen?

oil_gas_piplines1.pngEen van de belangrijke hervormingen is het afsplitsen van de pijplijnen in aparte firma’s die volgens marktprincipes zouden werken. Maar het is nog niet duidelijk hoe. De pijplijnen van de drie groten samenvoegen tot één nationaal bedrijf? Bij drie aparte pijplijnbedrijven blijft immers nog altijd het risico bestaan dat het moederbedrijf bevoordeeld wordt. Samensmelten zou controle en kostenbeheersing ook gemakkelijker maken. Het nationale pijplijnbedrijf zou moeten openstaan voor deelname van privékapitaal. Maar hoe snel en in welke etappes kan dit alles gebeuren? En wat met de bouw van nieuwe pijplijnen? Het zijn de grote oliefirma’s die de behoeften voelen en kapitaal hebben om erin te investeren.
Een andere deelsector die in aanmerking komt voor hervormingen is de dienstverlening aan de oliewinning; dat is een brede subsector. CNOOC heeft sinds het begin van de eeuw verschillende beursgenoteerde bedrijven opgericht waarin dienstverlening aan de oliewinning is ondergebracht, maar er zijn nog te hechte banden zodat de resultaten van die filialen ondoorzichtig zijn en men ze niet marktgericht kan noemen. Sinopec  en CNPC zijn nog grotendeels unitair. Ze voelen wel de druk om hun afdelingen die diensten verlenen efficiënter te maken en in 2012 heeft Sinopec toch een filiaal opgericht, dat overigens driekwart van zijn omzet uit diensten voor het moederbedrijf haalt en in de eerste jaarhelft van 2015 al 1,4 miljard verlies maakte. Er komt ook nog een tewerkstellingsaspect bij kijken: in de dienstverlening aan oliewinning werken 220.000 personen bij CNPC en 130.000 bij Sinopec. Hoever zal men hier gaan in de afsplitsing en hoe onafhankelijk en marktgericht worden de filialen?
Bronnen: Caixin, Financial Times

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *