Onlangs werd bekendgemaakt dat een onschuldige 11 jaar in de gevangenis zat na bekentenissen onder foltering. Er komen regelmatig dergelijke gevallen boven. In een interessant interview legt Qu Xuewu van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen uit hoe zoiets mogelijk is China.
Om te beginnen is er een probleem met de mentaliteit van de politie. Politiemensen – en niet alleen zij- gaan ervan uit dat elk zwaar misdrijf zwaar moet bestraft worden de om veiligheid in de maatschappij te garanderen. Om altijd de noodzakelijke schuldige te vinden, wordt dus stilzwijgend aanvaard dat er soms vergissingen gebeuren waar onschuldigen het slachtoffer van zijn. Dit moet veranderen, de wet moet de individuele rechten van verdachten waarborgen, ook als dat betekent dat niemand gestraft wordt.
Van politiemensen wordt verwacht dat ze een ernstige misdaad binnen de week ophelderen. Dat er complexere of onoplosbare zaken zijn, wordt niet aanvaard; de politieman die faalt riskeert een sanctie. Dit is een aansporing tot onregelmatigheden. Het gerecht, de onderzoeksrechter en de politie controleren elkaar niet en ook dat moet veranderen. Er moet een nationaal comité tegen het martelen komen. De wet moet aangepast worden: martelen is nu wel bij wet verboden en China heeft de VN-convenant tegen martelen onderschreven, maar bekentenissen die door martelen werden afgedwongen, vormen wel een rechtsgeldig bewijs. De laatste jaren worden ondervragingen steeds meer op video opgenomen, maar het is moeilijk te weten of de opnamen volledig zijn.
Verdachten kunnen in theorie ook weigeren op vragen te antwoorden, maar er wordt hen verteld dat diegenen die vrijwillig bekennen een lichtere straf krijgen. Advocaten dienen wel als raadgever van de betichte, maar mogen niet aanwezig zijn bij de ondervraging; dat moet wel kunnen. De advocaten van de verdediging moeten ook meer mogelijkheden krijgen om zelf feiten à décharge te verzamelen.
Global Times
