Waarom het hoog tijd is voor vertrouwen in China en samenwerking met dat land.

Opinie D. Nimmegeers (opinies zijn voor de verantwoordelijkheid van de auteur)

Beijing blijft aandringen op een wereldwijde, intensieve en gecoördineerde samenwerking tegen COVID-19. Het land voegt ook de daad bij het woord. Wat zit daar achter? Niet zo moeilijk: het streven naar ‘een gezamenlijke toekomst voor de mensheid’.

Op welke manier helpt China andere landen?

Eerst heeft het met ingrijpende en gewaagde maatregelen de uitbraak in eigen land aangepakt en sterk teruggedrongen. De staat mobiliseerde de binnenlandse solidariteit en organiseerde de lockdowns, de controles, de noodziekenhuizen en de gezondheidszorg. Zo heeft de rest van de wereld tijd gehad om zich voor te bereiden, een kans die in de VS en in sommige Europese landen overigens niet optimaal is benut. Chinese virologen en medische wetenschappers hebben in korte tijd veel kennis en vaardigheden opgedaan over de aard van de ziekte, de mogelijke oorzaak, behandeling en vaccins.

De daad bij het woord ‘delen’

Zij zijn dat blijven doen en hebben vanaf het begin tot vandaag met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) samengewerkt. Ze wisselen informatie en adviezen uit met collega’s en overheden in andere landen. Op 31 december 2019 heeft de Chinese gezondheidsdienst gemeld dat er in Wuhan verdachte longontstekingen waren. Op 7 januari 2020 liet China weten dat de ziekte veroorzaakt werd door een nieuw coronavirus. Chinese onderzoekers ‘legden razendsnel de genetische code van het virus bloot en deelden ze met de wereld’ op 12 januari. (Zie voor de correcte data – in pdf – de Situation Report 1 van21 januari van de WHO https://www.who.int/emergencies/diseases/novel-coronavirus-2019/situation-reports/) De WHO verklaart in de dagelijks aangevulde informatie over COVID-19 nadrukkelijk dat de Chinese overheid en de bevolking voorbeeldig en met resultaat te werk gaan. Europese artsen erkennen dat de ‘ervaring van China’ hen heel wat leert voor hun eigen strijd tegen COVID-19. Omgekeerd ontving Beijing alle hulp en informatie uit het buitenland (bijvoorbeeld Duitsland en Frankijk) met open armen.

Beterschap

Nu het elke dag beter gaat in China, dat zelfs niet langer het epicentrum van de pandemie is, streeft het land ernaar de productie en het werk weer op te pakken. Als de zogenaamde fabriek van de wereld een doorstart kan maken vergroot dat de kans en het vertrouwen dat we een mondiale economische recessie het hoofd kunnen bieden. Chinese instellingen, ondernemingen en privépersonen leveren nu miljoenen medische benodigdheden (mondmaskers bijvoorbeeld) om de ernstige tekorten in veel landen aan te vullen.

Nuttige en aangepaste hulp

China richt zich vooral tot landen in ontwikkeling in Azië, Afrika en Latijns-Amerika en hun organisaties zoals de Organisatie van Afrikaanse Landen omdat daar te weinig materiaal is en vaak een zwakke structuur voor preventie en bestrijding. Het Westen wordt echter zeker niet vergeten. Daarover kunnen Italië, Spanje, Servië, Griekenland, Nederland enz. meespreken. Uiteraard werkt Beijing ook samen met Amerikaanse lokale overheden, ondanks de voortgezette vijandigheid van de federale staat en regering in de VS. De Beijing Aeonmed fabriek werkt al sinds 20 januari rond de klok om de wereld te voorzien van levensreddende beademingsapparaten. In totaal 82 landen hebben tot nog toe allerlei soorten hulp gekregen van China. Chinese medische experts geven in een groot aantal landen en voor vele internationale organisaties videoconferenties voor en met hun collega’s. Intussen moet het land er streng voor waken dat COVID-19 niet terugkeert. Het risico is het grootst dat dit vanuit het buitenland gebeurt, door Chinese burgers en buitenlanders die naar hun woon- en werkplek in China terugkeren.

De niet zo geheime agenda van Beijing

Vele vragen vragen over het nieuwe coronavirus blijven nog onbeantwoord, er is nog geen geneesmiddel of vaccin. Beijing blijft erop hameren dat de pandemie alleen kan worden overwonnen als alle landen samen gecoördineerde en doortastende beleidsmaatregelen nemen en wetenschappelijk onderzoek laten verrichten. China bekritiseert het protectionisme en isolationisme dat sommige regeringen nog steeds aanhangen. De stelling van de Chinese regering is dat we leven ‘in een tijd van economische globalisering’ en ‘dat COVID-19 niet de laatste grote noodsituatie ter wereld zal zijn’. China is voorstander van het behoud van de globalisering, met al zijn voordelen. Wel wil het een hervormde globalisering om de nadelen weg te werken.

Globalisering van de zorg?

Beijing wil immers de redding en versterking van het streven naar ‘een gezamenlijke toekomst voor de mensheid’. Voor de Verenigde Naties (VN) heeft Xi Jinping in 2015, een memorabel voorstel gedaan ‘voor een nieuw type van internationale betrekkingen met win-win-samenwerking en een gemeenschap met een gedeelde toekomst voor de mensheid’. Hij sprak toen over een partnerschap rond veiligheid, ontwikkeling, cultuur en ecologie. Vandaag voegt Xi en met hem de Chinese overheid daaraan toe: een faire en op wetenschap gebaseerde globalisering van de gezondheidszorg. Zou dit internationalisme iets met hun marxistische overtuiging te maken kunnen hebben?

Bronnen: Xinhua, De Standaard weekblad, Vox.com, New York Times, Le Soir, Le Journal du Dimanche, fmprc.gov.cn (website min. BuZa van China), Global Times, WHO.int, health.gov.nz (officiële website gezondheidsdienst Nieuw- Zeeland), South China Morning Post, RTL