Dit is een origineel en uitdagend opiniestuk van Pascal Coppens dat eerder verscheen op de website BLOOVI. Zoals alle opiniestukken geeft het uitsluitend de mening van de auteur weer en niet noodzakelijk die van de redactie van chinasquare.be
Het is opvallend hoe het Westen zich grote zorgen maakt over de oneerlijke concurrentie uit China, over kapitaalkrachtige Chinezen die onze hightech bedrijven opkopen, over de mogelijke impact van China op onze manier van leven. Kortom, we zien een gigantische Chinese orkaan op ons afkomen en dat schrikt velen af. Maar als we onze manier van leven echt willen behouden, kunnen die Chinese concurrenten niet snel genoeg naar Europa komen. Want zelf zijn we zodanig druk bezig met onze nationale belangen, met het debatteren over China’s ware intenties en met het openstellen van de Chinese markt voor onze eigen ondernemingen, dat we de échte dreiging niet eens opmerken.
Terwijl China alle tijd neemt om heel geduldig en bedachtzaam een strategisch spel te spelen met Europa, is op dit eigenste moment een Chinese supertyfoon massaal veel energie aan het opwekken om ons op een later tijdstip in één ruk omver te blazen.
Deze 4 tyfoons is het ‘nieuwe China’ momenteel aan het opbouwen:
1. China’s investeringen in Zuidoost-Azië
De laatste jaren investeren Chinese tech bedrijven massaal in Zuidoost-Azië en Indië. Alibaba, Tencent, JD, Xiaomi, Didi, Meituan en anderen pompen behoorlijk veel centen in die Zuid-Aziatische markt. Bedrijven als Paytm, Ola, Flipkart, Tokopedia, Sea, Lazada, Snapdeal, Hike, Grab, Zomato en Go-Jek kregen samen intussen al vele miljarden van China. Meestal gaat het om ‘unicorns’, actief in onder andere mobile payment, gaming, e-commerce en deeleconomie, die naar Chinees model instant succes kenden en in geen tijd haasje-over speelden met het Westen.
In plaats van deze markten te willen veroveren zoals onze multinationals meestal doen, investeren de Chinese giganten tonnen geld en technologie in deze lokale winnaars. En kunnen ze op die manier hun marktpotentieel uitbreiden met 655 miljoen Zuidoost-Aziaten en 1,324 miljoen Indiërs. Beeld je Alibaba, Tencent of Didi eens in binnen 10 jaar, elk met 2 miljard Aziatische consumenten.
2. China empowert de armen
Decennialang heeft het rijke Westen geprobeerd om de armste regio’s in Afrika, Midden-Oosten en Azië te helpen. En ook al waren onze bedoelingen oprecht, de meeste van die landen zijn altijd arm gebleven, zelfs deze met natuurlijke rijkdommen. Onze overheden en multinationals konden niet het verschil maken waarop ze zelf gehoopt hadden.
In de geconnecteerde wereld waarin we vandaag leven, zoeken de armen naar manieren om zichzelf te behelpen en vinden ze steun bij China. Ik heb het niet over het One Belt, One Road (OBOR)-project of andere Chinese investeringen die de invloed van China in deze regio’s kunnen vergroten, wel over een andere vorm van infrastructuur die de minderbedeelden de juiste bouwstenen verschaft. China biedt hen goedkope smartphones aan om te connecteren, gratis applicaties om te creëren, open hardware om mee te bouwen, betaalbare experten om een vaardigheid aan te leren, kost-effectieve fabrieken om te produceren en keuze uit vele nieuwe businessmodellen.
In Guangzhou vind je zo’n levendige Afrikaanse gemeenschap met een nieuwe generatie ondernemers. Die klaar staat om het ‘made in China’ van morgen aan te sturen. Die low-end globalisering, mogelijk gemaakt door China, wordt aangedreven door armen die echte wereldproblemen willen oplossen, in schril contrast met onze Westerse luxeproblemen.
Als wij de huidige migratiestroom al een probleem vinden, wat gaan we doen met de grote toestroom van kennisimmigranten uit China, die bereid zijn de concurrentie aan te gaan met wannabe millennium-ondernemers. Het risico bestaat dat Europa de drive om te innoveren begint te verliezen, en daarmee ook haar leiderspositie.
3. China’s wereldwijde impact op de consument
In de voorbije tien jaar heeft China haar middenklasse meer dan verdrievoudigd, en deze van de Verenigde staten ingehaald. China’s internationale toerisme verdrievoudigde eveneens: van 47,7 miljoen bezoekers in 2008 tot 145 miljoen vorig jaar, goed voor 400 miljard dollar uitgaven. Tegen 2030 zal de Chinese middenklasse 35% van zijn bevolking vertegenwoordigen, wat evenveel is als alle EU-inwoners samen. Tegen dan kunnen we 400 miljoen Chinezen verwachten die naar het buitenland reizen. Tegen 2030 zal een op vier toeristen in Europa de Chinese nationaliteit hebben. Doordat slechts 7% van alle Chinezen een internationaal paspoort bezit, zit de grensoverschrijdende e-commerce vandaag helemaal in de lift.
Wanneer Jack Ma een logistieke hub in België opent, is dit niet om Chinese producten naar Europa te verschepen maar voor de Chinezen die via het internet Europese producten willen inkopen. Cross-border e-commerce vertegenwoordigt met haar jaarlijkse 15 miljard USD omzet reeds 7% van alle Chinese e-commerce activiteiten, en groeit dubbel zo hard als de totale online handel in het Aziatische land. Tegen 2030 behoort de Chinese consument tot het grootste online koperspubliek ter wereld en zal China goed zijn voor 50% van alle e-commerce transacties.
In de toekomst zullen consumentenartikelen die we in het Westen produceren eerst en vooral voor een Chinees publiek worden ontworpen en zullen onze designers de Chinese smaken en levensstijl moeten leren appreciëren.
4. China’s andere business paradigma’s
In China is de concurrentie veel feller dan elders in de wereld. Het start allemaal met een competitieve omgeving op school en is een vitaal onderdeel van zakendoen onder Chinezen. Ze zoeken naar rode oceanen waar veel potentiële klanten zitten en voldoende geld te verdienen valt.
Om die gigantische rode oceanen te bevaren, ontwikkelen hun ondernemers een andere manier van innovatie. Ze denken groot, maar manoeuvreren in kleine stappen. Ze vormen kleine samenwerkingsteams die ideeën, ontwerpen en vaardigheden delen in een semi-open innovatiemodel.
Het doet me vaak denken aan de film Ocean’s Eleven, waarbij het team in het geheim beraamt hoe ze de kluis van het casino kunnen kraken. Elk lid is een sleutelfiguur binnen dat team. Om te slagen moeten ze bliksemsnel opereren en heel veel kleine acties ondernemen. In business worden de kosten onder een microscoop geplaatst en prevaleren kleine vooruitgangen boven mooie roadmaps en strategie.
Om de beste producten te kunnen bouwen, creëren sommigen binnen het eigen bedrijf interne concurrentie. Het team dat wint mag, met die productielijn een splinternieuwe afdeling opstarten. Chinese tech bedrijven doen soms denken aan een embryo die groeit door celdeling, in plaats van steeds lagen van middenmanagement toe te voegen. Hun inzet is vaak vele malen kleiner, maar ze herhalen telkens wat goed werkt. Hun successen worden door andere Chinese bedrijven vlug gekopieerd aangezien iedereen constant op zoek is naar de best practices. Sluit dit snelle, competitieve springplank leermodel ook aan op de noden van onze consumenten, beter dan het meer analytische en strategisch consultancymodel dat we in het Westen doorgaans hanteren?
Chinese bedrijven zijn nu energie aan het opbouwen buiten Europa en zullen ons op een dag hard treffen. De Chinese business paradigma’s zijn anders, hun nieuwe consumenten zijn door China verwend, hun vrienden ontpopten zich tot moedige ondernemers en hun markten zijn nog zoveel groter.
Laten we ons dus minder druk maken om China, en meer Chinese bedrijven aantrekken naar Europa om ons uit te dagen, zodat we uit die ervaring kunnen leren hoe met China om te gaan. We hebben veel meer middelgrote stormen nodig, van het niveau Huawei of Alibaba, om ons beter voor te bereiden op die Chinese supertyfoon die onze richting uitkomt. Kortom, Europa heeft nood aan meer Chinese concurrenten om onze wederzijdse sterktes en zwaktes beter te verstaan.
“Als je de vijand én jezelf kent, dan hoef je de uitslag van honderd veldslagen niet te vrezen. Ken je enkel jezelf maar niet de vijand, dan zal je voor elke overwinning ook een verlies lijden. Als je noch jezelf, noch de vijand kent, dan zal je in elke strijd het onderspit delven.” (Sun Tzu, The Art of War)
De originele tekst verscheen op de website BLOOVI