De man die decennialang de lijfwacht van Mao was, is op 99 jarige leeftijd overleden. Bij het begin van de hervormingen in december 1978, kantte hij zich tegen eerherstel van de ten onrechte tijdens de culturele revolutie bekritiseerde kaders en werd dan opzij geschoven ten voordele van Hu Yaobang.
De algemene dienst van de CPC prijst Wang Dongxing als “een uitstekend lid, een communistische vechter en proletarische revolutionair” Sinds 1968 was hij directeur van deze Algemene dienst van het CPC Centraal Comité en de partijleider van het Centraal Veiligheidsbureau en tevens chef van het Veiligheidsbureau van de Generale staf. Hij was vicevoorzitter van de CPC tussen 1977 en 1980. Hij werd geboren in 1916 in het kanton Yiyang (Jiangxi). Hij sloot zich
in 1932 op 12 jarige leeftijd aan bij de Communistische Partij. In 1947 bestond zijn taak er in om Mao te beveiligen. Hij verwierf Mao’s vertrouwen door zijn goede logistieke steun tijdens een aantal veldslagen. Hij stond vervolgens jaren aan het hoofd van Eenheid 8341, een speciale eenheid die de nationale leiders beveiligde. Wang was het die verantwoordelijk was tijdens de reizen vav Mao voor diens veiligheid zoals tijdens zijn bezoek aan de Sovjet-Unie in december 1949. Mao zei dan ook van hem “ Hij volgt mij altijd, ik vertrouw niemand anders, ik ben gewoon hem aan mij zijde te hebben”.
Hij speelde ook een cruciale rol bij het arresteren van de “Bende van vier” in oktober 1976 een maand nadat Mao overleed en werd gepromoveerd tot vicepartijvoorzitter. Lang zou dit niet duren. Hij kantte zich tegen de rehabilitatie van de oude partijkaders zoals Chen Yun en Deng Xiaoping die onterecht tijdens de culturele revolutie werden bekritiseerd en hield vast aan de strengste trouw aan Mao’s woorden ook de “Two whatevers” geheten. Tijdens de partijsessie waarmee de hervormingen begonnen, werd echter de volledige lijst van bekritiseerde kaders gerehabiliteerd behalve Liu Shaoqi. In 1982 werd hij nog gekozen als alternerend lid van het CPC Centraal Comité en van het twaalfde Nationaal Congres. Hij werkte ook als lid van de Centrale Adviescommissie op het einde van de jaren tachtig. In zijn latere jaren bezocht hij telkens op Mao’s verjaardag 26/12 de Mao Memorial Hall op Tiananmen.
Bronnen: Peoples Daily, SCMP
.